woensdag 19 september 2012

De poppetjes


Zou het echt iets uitmaken welk persoon welke politieke functie bezet? Ik heb in nrc*next onlangs gelezen dat 80 – 90 procent van het beleid, door 'Brussel' wordt voorgeschreven. Die overige 10 – 20 procent gaat over de verhoging van de maximumsnelheid en de forenzentaks. Weinig daadwerkelijke invloed hebben partijen in de Tweede Kamer dus.

De ministerposten lijken trouwens wel een prestigezaak. Wie excellentie is geweest, kan een mooie werkervaring op zijn cv bijschrijven. Leuk voor later. Het opent deuren voor een volgende sollicitatie.

Sommige ministers zijn er goed in om minister of een belangrijke politieke functionaris te zijn. Een goed voorbeeld is Henk Kamp. Hij begon ooit als VVD-raadslid in Borculo, werd daar ook wethouder, schoof later op via de Provinciale Staten naar de Tweede Kamer.

De functie van wethouder en raadslid combineerde hij tot 1994. Dat was toen nog geen probleem, in de tijd dat het duale politieke systeem nog niet bestond. Wel opvallend was dat hij zijn Provinciale Staten-periode ook combineerde met zijn wethouderschap.

Werd in 2002 minister van VROM in Balkenende-I. Na het vertrek van Defensie-minister Benk Korthals werd Kamp demissionair minister van Defensie in Balkenende-I, om deze functie missionair voort te zetten in Balkenende-II en -III. Werd daarna weer Kamerlid, en later kort gouverneur van Bonaire, St-Eustatius en Saba.

Om vervolgens door Mark Rutte teruggehaald te worden naar Nederland om minister van Sociale Zaken te worden. En hij is verkenner geworden voor Rutte-II, waar hij straks met Wouter Bos de informateur van wordt.

Een mooi politiek curriculum.

dinsdag 18 september 2012

Troonrede


De Troonrede zit erop, het nieuwe parlementaire jaar is geopend. Mooi dat de bede opnieuw in de toespraak van onze vorstin is opgenomen. Toch een belangrijk onderdeel van onze natie.

Dit jaar heb ik de Troonrede met plezier beluisterd. De majesteit begon haar 'voorleesbeurt' met een verwijzing naar koning Willem I, haar betovergrootvader. De eerste koning van Nederland heette eigenlijk Willem Frederik. Als stadhouder Willem V vertrok de Oranje-kroonprins naar Engeland, nadat hij met zijn vader Willem IV strijd leverde tegen Napoleon Bonaparte.

Toen Willem terugkwam, bouwde hij als soeverein vorst voort op het koningschap, zoals Lodewijk Napoleon dat instelde. De broer van Bonaparte was tijdens diens keizerschap koning van de Lage Landen.

Willem Frederik der Nederlanden. Niet te verwarren met de Friese Willem Frederik der Oranje. Mooie naam. Vanwege de Frederik.

maandag 17 september 2012

Bloggen


Het mooie van het vak van bloggen, is dat je over alles kunt schrijven. Ook over het ontbreken van dat alles. De ene dag heb je als schrijver veel inspiratie – een stukje typen gaat je dan makkelijk af. Maar soms heb je ook een dag dat elke inspiratie ontbreekt. De hele middag kijk je aan tegen een wit scherm. Wat gisteren nog makkelijk leek, gaat je vandaag moeilijk af. Alsof je moet bijkomen van je hoge inspiratietop.

Acda en de Munnik schreven over het niets het liedje 'Dit lied gaat over niets'. Religieuze mensen die niet in God geloven, zijn overtuigd van het ietsisme – of het nietsisme, maar dat is afhankelijk van je religiositeit.

Niets. Iets. Niets is niet iets. Maar wat er niet is, daarover kun je het wel hebben.

Blijkbaar.

zondag 16 september 2012

Martin Bril – Leeuwarden


Als kind logeerde ik eens drie weken bij een oom en tante in Leeuwarden. Mijn ouders waren naar Amerika; een broer van mijn vader was vlak na de oorlog naar de Nieuwe Wereld geëmigreerd. Hij had een slagerij in Hoboken. Frank Sinatra kwam daarvandaan en die had het helemaal gemaakt. Dat was ook het plan van mijn oom, al zong hij niet.

Ik zal een jaar of zes zijn geweest, en het enige wat ik me van Leeuwarden herinner, is dat oom en tante in een flat woonden en dat ik in een opklapbed sliep, zo'n bed dat opgemaakt en wel tegen de muur kon worden geklapt, een soort klep. Opende je die klep, dan zaten er dikke elastieken om het beddengoed heen. Ik vond niets leuker dan 's ochtends, als ik wakker was, die elastieken om het bed en mezelf heen te gorden. Ik voelde me dan afwisselend een gevangene in het wilde Westen of een formule 1-coureur.

Jaren later kwam ik in Groningen wonen, als student. Af en toe ging ik met de trein naar Leeuwarden, want daar woonde een goede vriend van me. Hij zat op de sociale academie, maar wilde kunstenaar worden. Hij droeg altijd zwarte kleding, luisterde naar de sombere jazz van John Coltrane en was een fan van Joy Division. Hij bewoonde een kleine kamer midden in het uitgaansgebied van Leeuwarden, een steeg waar het naar pis, shoarma en patat stonk. In de weekenden was het een gekkenhuis daar: boeren en buitenlui die zich luidruchtig kwamen bezatten.

Wij bezochten met ons schaarse geld een Chinees waar we de enige klanten waren. Urenlang zaten we daar op één pijpje Heineken over de zin van het leven te bomen. Ik rookte Javaanse Jongens, shag, en hij Gitanes. Hij had iets van een dandy, mijn vriend. Hij stond ver boven het ruige Leeuwarden.

Daarna gingen we naar Vat 69, een beroemde discotheek. De meisjes dansten er met elkaar, de jongens hingen tegen de muren. De muziek was snoeihard en helemaal fout. Mijn vriend had niet de geringste behoefte zich aan te passen aan de omgeving. Hij keek hautain om zich heen, rookte zijn sigaretten alsof hij in een film aan het spelen was en maakte af en toe een opmerking over een voorbijdansend meisje. Hij boog zich dan naar mij toe en schreeuwde in mijn oor. Ik leunde tegen een betonnen paal en probeerde onzichtbaar te zijn.

Toen kreeg mijn vriend ruzie. Het hing in de lucht vanaf het moment dat we binnen waren. De kwestie ging nergens over natuurlijk, hij had iets te hard iets tegen mij geroepen dat werd opgevangen door een passerende boer met twaalf glazen bier op een dienblad. De jongen leverde zijn bestelling af bij zijn vrienden en kwam toen terug om mijn vriend een dreun op zijn neus te geven. Even later rolden mijn vriend en hij over de grond, en weer wat later lagen we op de keien van de Nieuwestad. Het regende en mijn vriend had een gebroken neus.

Tot zover mijn herinneringen aan Leeuwarden.



Uit: Martin Bril – Jongensjaren, Uitgeverij Promotheus, 2010

zaterdag 15 september 2012

15 jaar Google


Google bestaat vandaag 15 jaar. In die vijftien jaar is de zoekmachine tot 's werelds grootste zoeker uitgegroeid. Het is zelfs een werkwoord geworden in het Nederlands, een term waarbij je aangeeft dat je op internet gaat zoeken. Vijftien jaar alweer. Kleine meisjes worden groot.

Moeten we blij zijn met Google? Misschien wel, omdat Google het ijkpunt is voor alle zoektermen. Wie goed gevonden wordt via Google, heeft de zaken er goed voor staan. Veel zoekmachines spiegelen zich aan Google. Het bedrijf is de norm voor elk internet-bedrijf, zo lijkt het.

Anderen zijn een stuk minder enthousiast. Juist door jouw zoektermen weet Google alles van je: waar je interesses liggen, waar je naar zoekt. Al die dingen zeggen wat over je. En het bedrijf slaat al die informatie ergens op. Niemand weet waar, niemand weet hoe lang en niemand weet waarvoor het dient.

Wat zegt de ontwikkeling van Google? Dat je eens kunt zijn met hun internet-politiek. En dat je het er niet mee eens kunt zijn. Feit is wel dat Google het internet beheerst. Misschien als noodzakelijk kwaad.

You have to deal with it.

vrijdag 14 september 2012

Bill Fay – Life is people

Ooit van Bill Fay gehoord? Ik niet, tot mijn platenboer Wobbe mij erop attendeerde. Hij liet mij de plaat 'Life is people' horen.

De hoes suggereert Bob Dylan: de manier waarop Bill Fay achter de piano zit, lijkt op de studio-sessie van Dylan halverwege de jaren zestig. De muziek is van een heel andere orde. Geen pure gospel, hoewel Fay zich explicieter uitdrukt over religie dan Dylan. Fay is veel meer piano-muziek, vaak ondersteund door een elektrische band, dan weer door een cello, soms alleen de stem en piano.

Life is People. Ik kan er nog niet veel over zeggen. Behalve dat het goed in het gehoor ligt. Soms confronterend, vanwege de stem, piano en cello. Dan weer popmuziek.

donderdag 13 september 2012

VVD en PvdA


VVD en PvdA zijn de grote winnaars geworden van de Tweede Kamerverkiezingen. De twee tegenstanders uit de campagne zijn tot elkaar veroordeeld. Een herhaling van de campagne uit 2006. Toen vochtten CDA-premier Balkenende en PvdA-lijsttrekker Bos de strijd uit over wie het Torentje mocht bemannen. Uiteindelijk vormden CDA en PvdA de twee grootste partijen uit het kabinet-Balkenende-IV.

Hetzelfde lijkt nu dus met VVD en PvdA te gebeuren. Waar ze elkaar eerst degens kruisten, moeten ze nu gezamenlijk het land op orde brengen. Dat lijkt het belangrijkste signaal, wat de strategische stemmers hebben besloten. Over strategisch stemmen gesproken.

Een rol van D66 als informateurspartij lijkt uitgesloten. De majesteit hoeft geen informateur aan te wijzen, waardoor de Kamer zelf de kar in de formatie mag trekken. D66 heeft aangeboden die rol op zich te nemen. Want dat is een stabiele partij, die het nieuwe kabinet ook in de Senaat aan een meerderheid zou willen helpen. Ondanks dat het getalsmatig in de Tweede Kamer niet hoeft.

Maar dat lijkt mij uitgesloten. Want dat zou dan een paars kabinet opleveren. Paars-III, na de twee kabinetten onder leiding van Wim Kok. Maar Rutte heeft deze optie als onbespreekbaar bestempeld. Geen 'kereltje Pechtold' bij Rutte op de koffie.

Evenmin komt Arie Slob namens de koningin formeren. Slob maakte een zwakke indruk als lijsttrekker en kon matig zijn verhaal verkopen. Ondanks zijn inhoud, kon Slob ternauwernood de vijfde zetel behouden. Dat is geen stabiele grond om een formatierol te spelen.

Wie dat wel zou kunnen, is Sybrand van Haersma Buma. Natuurlijk, ook het CDA heeft fors ingeleverd. Voor de tweede keer op rij dat de partij flink teruggaat qua zetels. Maar het CDA is een bestuurderspartij, die Rutte er graag bij wil hebben.

Een middenkabinet dus. Ik zou het niet erg vinden.