Ik ben in de trein, onderweg naar Zwolle. In Zwolle moet ik overstappen naar Hardenberg voor een E&R-vergadering. Buiten is het donker, het is mistig, de herfst verandert langzaam in winter. Na station Wolvega wisselt de trein van spoor. Ik merk het op, maar trek er geen conclusies aan. Het gebeurt vaker dat treinen van sporen wisselen.
Even later komen twee mannen het balkon inlopen, waar ik zit. “Er wordt ook niets omgeroepen,” zegt de een. “De andere mensen blijven gewoon rustig zitten,” antwoordt de ander. Blijkbaar weten deze mannen meer dan ik. Zou het zo zijn dat Steenwijk het einde van de treinreis wordt?
In Steenwijk blijft de trein lang staan. Langer dan doorgaans gebeurt. Op het station wordt omgeroepen dat er gratis koffie te krijgen is, vanwege het ongemak. Ik weet nog van niets. Tot een minuut of twee later wordt omgeroepen in de trein, dat Steenwijk het eindstation is van deze trein. Dat vanwege een sein- en wisselstoring tussen Meppel en Zwolle. “Er zijn bussen geregeld,” wordt er nog hoopvol aan het bericht toegevoegd.
De trein loopt leeg, de reizigers – waaronder ik – lopen naar de stationshal van Steenwijk. We zijn duidelijk niet de enige groep die aankomt in het Overijsselse stadje. Ik besluit te wachten op die bussen. Wanneer na drie kwartier nog geen bus is gekomen, vind ik het te lang duren. Tijd om naar huis te keren en de vergadering te verplaatsen.
Zo ben ik twee uur na mijn vertrek van huis weer thuis. Reizen met de trein, dat is fijn als het werkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten