Een
half jaar geleden was ik in Amsterdam. Die avond was het Sint
Maarten. Het jaarlijkse feest, waarbij kinderen met een lampion de
straat op gaan. Bij de huizen en bedrijven mogen zij een liedje
zingen. Als beloning wordt een snoepje of dropje gegeven.
Ik
haalde met Chris een pizza bij de Turk om de hoek. Een aantal
kinderen zong een liedje en de Turk haalde een bak met snoep van
achter de toonbank vandaan. Ik schreef toen dat die Turk een goed
geïntegreerde medelander was.
Vandaag
zag ik opnieuw een voorbeeld dat de integratie niet mislukt is. Een
man van Marokkaanse afkomst zette de vuilnisbak aan de weg. Achter
hem aan liepen zijn zoontje en dochtertje, van respectievelijk vijf
en vier jaar oud.
Dat
jochie had een zelfgemaakte hoed op zijn hoofd. Een blauwe band van
licht karton. Met rechtopstaande banen in de kleuren van onze
nationale driekleur. De jongen was er trots op, niet van plan om zijn
hoofddeksel met plezier af te doen.
In
de hoogtijdagen van Kopspijkers was het cabaret een goed onderdeel
van het programma. Het was de beginperiode van Jan Peter Balkenende
als minister-president van Nederland. Balkenende werd veel vergeleken
met de tovenaarsleerling Harry Potter.
Opmerkelijk
is de profetische blik wat het cabaret-onderdeel had. Tijdens de
wissel van oud-CDA-leider Jaap de Hoop Scheffer naar Balkenende,
waren 'de twee' te gast bij Kopspijkers. De Hoop Scheffer voorspelde
dat na de val van Paars-II Balkenende voor een grote overwinning. Na
de verkiezingen werd Balkenende premier.
Na
de val van Balkenende-I was de demissionaire minister-president te
gast bij Kopspijkers, met vreemdelingen-minister Hilbrand Nawijn.
Nawijn kenmerkte zich in die tijd door regelmatig uitspraken te doen,
die hij een dag later terugtrok. Balkenende had Nawijn nodig, 'voor
mijn kabinetten 2, 3 en 4'. Aldus 'Balkenende'...
In
dezelfde laan als waar ik woon, is een kerkgebouw van de Vrije
Baptisten. “De Wijngaard” heet die kerk. Naast de Wijngaard is
een computerzaak en een pinautomaat. Vrijwel dagelijks kom ik langs
dat kerkgebouw. Een redelijk onopvallende zaak. Als je het niet weet,
fiets je er met gemak voorbij.
Nog
onopvallender is dat in datzelfde kerkgebouw elke zaterdag een
messiaanse gemeente vergaderd. Rehoboth heet die messiaanse club. Aan
de buitenkant is die messiaanse gemeente alleen te herkennen aan een
blauwe vlag. Vanmorgen besloot ik een kijkje te nemen bij die
zaterdag-gemeente.
Bij
binnenkomst word ik hartelijk welkom geheten door een man met een
baard en een keppeltje op zijn hoofd. Sjabat shaloom. De man vertelt
me dat deze gemeente door de bank genomen hetzelfde gelooft als een
christelijke kerk. Groot verschil is dat de messiaanse mensen niet geloven dat de kerk in plaats van Israël is gekomen, maar als een wilde olijf op de tamme versie is geënt. Sommige aanwezigen dragen een kippa (Hebreeuws
voor keppeltje).
De
ene keer zijn er honderd mensen, dan weer twintig, vertelt de
welkomstdienst. Vanmorgen tel ik vijfentwintig aanwezigen. Daarvan
zijn er zeker twintig van 45+.
Op
het podium staat een zeskoppige band: een dwarsfluitiste, twee
percussionisten, een bassist met een zessnarige basgitaar en twee
zangeressen. Die twee zangeressen zingen niet helemaal zuiver, maar
als zij niet zingen, doet niemand dat. Althans, niet op het podium.
De
ouderling van dienst (de dienstoudste) vertelt voorafgaand aan de
dienst een aantal mededelingen. Waaronder dat in de dienst van
vandaag geen piano is, omdat Hilbrand helaas verhinderd is.
Een
zangblok volgt. De zangleidster, een vrouw met krullen, een witte
broek en zwarte laarzen tot de knie, houdt bij elk nieuw lied een
introductie, waarbij ze een deel van de tekst al verklapt. Voor de
volledigheid komt die tekst op de beamer te staan. De aanwezigen gaan
al naar gelang staan, met de handen in de lucht.
Tijdens
het zingen loopt een vrouw met een groene en een witte vlag naar
achteren in de zaal. Ze begint te zwaaien met de vlaggen. Weer
anderen knielen als in de liederen wordt gezongen over knielen,
buigen als het woord buigen voorbij komt. De handen in de lucht.
De
bassist steekt bij het eerste gebed theatraal zijn handen in de
lucht. Naarmate het gebed vordert, zakken zijn handen naar beneden.
Zo halverwege het gebed verveelt hij zich. Hij bekommert zich maar
over zijn basgitaar.
Het
laatste lied van de ochtend is 'Hava nagiela'. Inderdaad het liedje
dat wordt gezongen bij een bruiloft, als het publiek zich van
overvloedige zoete drank voorziet. Maar deze mensen zijn niet
dronken. Het is immers pas het derde uur van de dag. Dit is
evangelical-met-korte-broek. Heel even denk ik aan het filmpje waarin
Bob Dylan met zijn schoonzoon Peter Himmelman het lied opvoert.
Als
ik de kerk uitloop, bedenk ik me dat ik 'de zwerver' niet meer zie.
Deze man, met een slobberige spijkerbroek, dito gele jas en een
baardje, zat achterin de kerk op een eenzame stoel tegen de muur. Hij
is vertrokken, eerder de deur uit gelopen. Misschien schuilde hij
alleen maar voor de regen.
Zou
de Heer voor deze man een ruimte hebben in Zijn wijngaard?
“Ik kan mij voorstellen dat mensen zich door mijn gedicht gekwetst voelen, maar dat is nooit mijn bedoeling geweest. Ik wilde laten zien dat oorlog alleen verliezers kent: aan de goede én de verkeerde kant. Hoe kunnen wij leren van onze fouten als wij die fouten niet mogen benoemen? Ik ben zelf geboren in vrijheid. Voor mij is het al moeilijk genoeg om altijd de juiste keuzes te maken. Hoe moet het dan zijn geweest voor mensen in de oorlog? Dat heb ik proberen te vertellen met mijn gedicht.”
Het overleg tussen de regeringspartijen, D66, GroenLinks en de ChristenUnie is in de kamer van D66. Verslaggevers staan massaal te wachten voor de deur op de gang.
Het live-blog van de NOS over het ‘koortsachtig’ maar ‘constructief’ overleg over de begroting van 2013, dwingt de redacteuren soms tot subtiele hints. Om 14.26 uur meldde de verslaggever van dienst onder het kopje ‘De deur’ dat zijn collega’s massaal staan te wachten voor de deur op de gang.
Dit doet denken aan de kabinetsformatie van anderhalf jaar geleden. De CDA-fractie vergaderde achter de zware deur van de fractiekamer. Wanneer de deur open ging, was dat groot nieuws. Enigszins teleurgesteld waren de wachtenden als er enkel een plaspauze was. Live-televisie was jarenlang niet zo saai geweest als toen.
Saai, maar tegelijk staat zo’n massieve deur voor iets bijzonders. Wanneer die weer opengaat en de sprekers naar buiten komen, kan de wereld opgelucht adem halen. Er is overeenstemming. We zijn het met elkaar eens geworden. De consensus is weer terug.
Leidde die eerste consensus tot een voortslepende gedoogconstructie, de overeenstemming van vandaag is een monsterverbond tussen links en rechts. Wanneer de PvdA ook nog aanhangt, is het een nationale coalitie waar het land al sinds oktober 2010 op zit te wachten.
Wellicht is het een idee voor de Kamer om die verkiezingen te laten voor wat het is, en een informateur aan te wijzen voor een kabinet van nationale eenheid. De partijen hebben laten zien dat ze in korte tijd veel met elkaar kunnen bespreken. En het voorkomt de zoveelste verkiezing op korte termijn.
De
bevolking interesseert me niets. Dat zou Geert Wilders zaterdag
hebben gezegd, toen hij het kabinet liet struikelen. Jakhals Erik
vroeg aan Sybrand van Haersma Buma of die quote klopte. Inderdaad, in
zulke bewoordingen heeft Wilders zich uitgelaten, beantwoordde de
CDA-fractievoorzitter. Maar niet afgelopen zaterdag, maar in een
eerder stadium.
Choquerend,
vonden de toehoorders in het Catshuis. En dat is het.
Het
kabinet-Rutte struikelde over het Catshuisberaad. Nadat Geert Wilders zijn
gedoogsteun introk, kent het kabinet geen parlementaire meerderheid meer in de
Tweede Kamer. Die meerderheid was sinds maart al instabiel, toen Hero Brinkman
de PVV verliet en verder ging als Lid-Brinkman.
Awel, met
precies de helft van de zetels in het Parlement leek er voor Rutte en zijn
kameraden niets aan de hand. Het kabinet steunde weliswaar niet meer op de
meerderheid, maar de oppositie had ook niet automatisch de meerderheid. Een patstelling
die beproefd zou worden bij de presentatie van het Catshuisakkoord.
Toch is het
vreemd dat de parlementariërs aandringen op verkiezingen. Rutte heeft tijdens
zijn missionaire status regelmatig benadrukt dat zijn kabinet een
minderheidskabinet is. weliswaar op financieel terrein gedoogd door een partij,
waardoor het kabinet een meerderheid kreeg. Maar op Europa en het buitenland
waren Rutte en Verhagen afhankelijk van de oppositie.
Nu het kabinet
daadwerkelijk een minderheidskabinet is geworden, lijken verkiezingen voor de
hand te liggen. Zeggen de politici. Wat op dit moment verstandiger is, is om
een tussenkabinet te vormen, Rutte-II. Dit kabinet moet de missionaire status
krijgen, om op die manier de begroting van 2013 voor te bereiden. In november
zouden de verkiezingen kunnen plaatsvinden.
Premier Rutte
biedt de koningin het ontslag aan van zijn kabinet. Anderhalf jaar heeft Rutte
zijn regeringsploeg geleidt. In meerdere opzichten was het
kabinet-Rutte/Verhagen een bijzonder kabinet.
Voor het eerst
sinds een eeuw stond een liberaal aan het hoofd van de ministers en
staatssecretarissen. Het was een minderheidskabinet (al bijzonder), maar met
een parlementaire meerderheid geholpen door een gedoogpartner. Een wankele
meerderheid, van precies ‘de helft plus één’. Bijzonder allemaal.
De val van
Rutte lijkt te passen in de serie van opeenvolgende kabinetten. Het tweede
paarse kabinet viel in 2002, een maand voor de reguliere verkiezingen. Balkenende-I
viel binnen drie maanden, Balkenende-II viel na drie jaar, Balkenende-III was
een interim-kabinet, en Balkenende-IV struikelde na drie jaar.
In de
afgelopen tien jaar heeft geen enkel kabinet zijn periode uitgezeten. Vier jaar
blijkt een lange periode te zijn. Blijkbaar heb je als premier een lange adem
nodig.
Dit
weekend ben ik veel op de weg geweest. Zo was ik onderweg om de
bootleg van Dylan in Ahoy (van oktober vorig jaar) op te halen. In
Leeuwarden geweest om nog wat spullen te brengen. Naar Almelo geweest
voor Project Beerze. Bij een vriend in Wierden geweest. Op
kraambezoek in Zwolle.
Genoeg
te zien, en daarom genoeg om over te schrijven. Onderweg heb ik
regelmatig gezocht naar een goede openingszin. Of een onderwerp waar
ik zonder meer over kon uitweiden. Net zoals Martin Bril, die van een
rotonde een hele verhandeling kon schrijven.
Thuisgekomen
bedenk ik me dat het vandaag 22 april is. Drie jaar geleden overleed
de schrijver aan darmkanker. Drie jaar alweer. Wat gaat de tijd snel.
Maar wat wordt Bril node gemist. Door mij, maar waarschijnlijk door
veel meer mensen.
Gloort
er hoop aan de horizon? Gelukkig wel. In Nederland is een nieuwe
ster. Nico Dijkshoorn is wat mij betreft de enige vervanger van Bril.
Martin Bril is dood. Leve zijn Bril.
In oktober vorig jaar trad Bob Dylan op in Nederland. Het was een zogenaamde ‘double bill’: de Britse gitarist Mark Knopfler trad de eerste helft van de avond op, Dylan de tweede helft. Een mooie term om Knopfler in het voorprogramma te zetten van Dylan.
Het heeft even geduurd, maar vandaag kon ik de opname ophalen. Ik heb daar zo een contactpersoon voor. Via via worden zulke bootlegs aan elkaar doorgegeven. Ik heb er op de dag af een half jaar op gewacht. Maar dan heb je ook wat.
Waar bij andere bootlegs een zin uit de setlist wordt gebruikt als titel, heeft deze bootleg een cijferreeks als titel. ‘20TEN20ELEVEN’, de verwijzing naar de datum van het concert. Geen dubbelcd, omdat het concert binnen anderhalf uur was gespeeld. Geen extra opnames van andere optredens uit de tournee. En niet een schijfje met daarop het optreden van Knopfler.
Dat klinkt alsof er van de bootleg weinig te verwachten valt. Niets is minder waar. Zoals gebruikelijk is de bootleg geperst op een zilveren cd. Geen gebrande cd, maar een “officiële” schijf. En de bootleg heeft een boekje erbij.
Een aardig boekje, niet heel bijzonder, maar een korte toelichting op de tournee en de setlist. Geen verwijzing naar het feit dat een dag eerder de Libische leider Khadaffi was gedood. Puur en alleen Dylan.
Dan het concert. Luisterend naar de opname hoor ik pas hoe gevarieerd Dylans optreden was. De ene keer een versnelde versie (Things have changed), dan weer bijna reggae (Blind Willie McTell). Een galmer tijdens Ballad of a thin man.
Vanzelfsprekend is Dylans Hohner-mondharmonica van essentieel belang. Duidelijk hoorbaar is dat de Hohner een andere microfoon heeft dan de stemmicrofoon. De Hohner heeft een microfoon die qua stijl uit de jaren vijftig komt.
Het is een mooie, tastbare herinnering aan het laatste concert van Dylan in Nederland. En dat in de week dat Levon Helm is gestorven. Op de dag dat het weer zo wisselvallig is. De dag waarop mijn vader zijn 69e verjaardag viert.
Oh ja, en de dag dat Geert Wilders zijn gedoogsteun heeft ingetrokken.
De
moderne man is hip. Hij draagt een trendy bril, met brede brilpoten.
Of de glazen een sterkte hebben, of gewoon ruitglazen zijn, maakt
niet uit. Die brilpoten hebben een hip design, bij voorkeur in tweeën
gedeeld: boven zwart, onder wit.
De
moderne man heeft een sjaal om zijn nek. Die sjaal heeft geen enkele
functie verder, maar hoort bij de moderne man. Daaronder draagt de
moderne man een bloes met een T-shirt eronder. Over de bloes hangt
nonchalant een zwart colbertje.
De
moderne man heeft als broek een spijkerbroek. Als schoeisel heeft de
moderne man hippe schoenen. Witte leren schoenen. Of mooie blauwe
suède schoenen.
Het is mij al twee keer overkomen. Dat ik een mail niet voorbij heb zien komen, maar die wel geopend in mijn mailbox staat. En dat terwijl ik toch een blackberry heb, waar al mijn mail voorbij komt.
Zo mailde ik vorige week met mijn vader. Ik had hem de tekst Prediker 11: 1 gemaild, en verwachtte daar wel een antwoord op. Toen ik de volgende ochtend mijn mail bekeek op de computer, zag ik dat mijn vader die vorige avond nog had gereageerd. En dat die mail gelezen was. Inderdaad, ik zag de mail ook op mijn telefoon. Maar ik kon mij niet heugen dat ik die mail ook daadwerkelijk gelezen had.
Vanmorgen keek ik naar een mailwisseling over de komende E&R-week. Ik wilde het een en ander terugkijken voor de administratie. Ik zag dat in deze mailwisseling een mail stond die ik niet had gezien. Sterker nog, ik dacht juist aan die mailer, omdat hij in het verleden vrij traag was met het beantwoorden van mails. Maar nu was ik degene die de mail van hem niet had gezien.
Het is een wonder van techniek, maar de techniek staat voor niets.
Levon Helm is
stervende. De kanker in zijn keel is terug gekomen. Ditmaal is de ziekte
sterker dan de vorige keer. Zijn komende dood is de derde binnen Helm’s
voormalige band The Band. Eerder stierven pianist//zanger Richard Manuel (hij
pleegde in 1986 zelfmoord tijdens een comebacktour van The Band) en in 1999 bassist/zanger
Rick Danko (na jarenlang drank- en drugsgebruik).
Helm was ‘co-founder’
van een van de meest toonaangevende groepen in de jaren zestig. Samen met zijn
Canadese vrienden Danko, Manuel, organist Garth Hudson en gitarist Robbie Robertson vormde
Helm, zelf een boerenzoon uit Arkansas, The Hawks, de begeleidingsband van Ronnie Hawkins. De band begon meer voor
zichzelf te werken onder de naam ‘Levon & the Hawks’. Vanuit deze positie
werden de mannen de begeleidingsband van Bob Dylan.
Die periode
met Dylan was een zware belasting voor Helm. Dylan werd door zijn publiek
uitgejouwd vanwege zijn overstap naar elektrische muziek. Helm trok het niet
meer en verliet de band. Zijn plek werd in de studio opgevuld door Manuel, bij
live-optredens zat Mickey Jones achter het drumstel.
Nadat The Band meer en meer op eigen benen ging staan, besloot Helm terug te keren bij de
groep. Het was het begin van de opkomst van The Band. Music from Big Pink, het debuutalbum, geldt nog steeds als een
belangrijk album uit de sixties.
In 1976 ging
de band uit elkaar, na spanningen over onder meer het stardom en het
(informele) leiderschap. Helm speelde als acteur onder meer in de film Coal
Miner’s Daughter.
Zo’n tien jaar
later kwam The Band weer bijeen, zonder Robertson. Na het overlijden van Manuel
werd diens plek weer opgevuld door andere pianisten. Toen Danko stierf,
betekende dat het definitieve einde van The Band.
Helm bleef
muziek maken, en maakte nog twee albums nadat hij keelkanker had overwonnen. Voor
beide albums, Dirt Farmer en Electric Dirt, ontving de
multi-instrumentalist een Grammy.
Hoe goed Levon
Helm ook is, ziekte kent ‘no top and no bottom’. Met zijn aangekondigde dood
verdwijnt opnieuw een icoon uit de popmuziek.
Staatssecretaris
Marlies Veldhuijzen van Zanten wil dat er een maatschappelijk debat komt over
verplichte anticonceptie. Een nationaal orgaan moet dat debat gaan leiden. Het kabinet
komt met dit idee, nadat mr. Pieter van Vollenhoven hierover al wat geroepenheeft.
Een breed
maatschappelijk debat dus. Daar horen bloggers ook aan mee te doen. Ik val
onder de categorie bloggers. Ik weet niet of ik er iets van moet vinden. Graag laat
ik me leiden over dit onderwerp door mensen die er verstand van hebben.
Juridisch, maar vooral ook ethisch.
Want mag je
mensen weigeren om kinderen te krijgen? Wanneer mag je mensen wel hun kinderen
onthouden en wanneer niet? Waar ligt de grens tussen wat ‘normaal’ is en wat ‘gewenst’
is? Wie bepaalt trouwens wat gewenst is?
Het lijkt me
een aardige discussie. Laat me maar weten wat een goed standpunt is in deze
zaak. Maar vooral ook waaróm.
Tien jaar geleden viel het tweede kabinet-Kok. Aanleiding was het rapport van toenmalig NIOD-voorzitter Blom. De missie in Srebrenica was mislukt. Dat was natuurlijk een understatement: duizenden mannelijke moslims werden vermoord onder toeziend oog van Nederlandse VN-soldaten.
Premier Kok trok zijn politieke conclusies en stapte op. Zijn periode als minister-president was voorbij. De leider van het eerste kabinet zonder het CDA ging met politiek pensioen. Ad Melkert nam zijn plek over als politiek leider, en was de gedoodverfde kandidaat voor Paars-III.
Het was de opkomst van Pim Fortuyn. De kaalgeschoren voormalig hoogleraar was de rijzende ster in Den Haag. De publicist Fortuyn had zijn verkiezingsprogramma in een boek gezet. Daarmee was hij trendsetter: tegenwoordig moet je als politicus een boek op je cv hebben staan.
In dezelfde periode deed ik voor het eerst eindexamen. De mavo in Drachten rondde ik af. Eveneens maakte ik mij op voor mijn eerste Bob Dylan-concert, anderhalve week na de val van Kok-II.
Wat zijn we in die tien jaar opgeschoten? Natuurlijk, ik heb veel mooie dingen gezien. Een boel minder mooie dingen gezien. Goede ervaringen opgedaan. Maar zijn we als mensheid ook maar één stap vooruit gegaan?