In
dezelfde laan als waar ik woon, is een kerkgebouw van de Vrije
Baptisten. “De Wijngaard” heet die kerk. Naast de Wijngaard is
een computerzaak en een pinautomaat. Vrijwel dagelijks kom ik langs
dat kerkgebouw. Een redelijk onopvallende zaak. Als je het niet weet,
fiets je er met gemak voorbij.
Nog
onopvallender is dat in datzelfde kerkgebouw elke zaterdag een
messiaanse gemeente vergaderd. Rehoboth heet die messiaanse club. Aan
de buitenkant is die messiaanse gemeente alleen te herkennen aan een
blauwe vlag. Vanmorgen besloot ik een kijkje te nemen bij die
zaterdag-gemeente.
Bij
binnenkomst word ik hartelijk welkom geheten door een man met een
baard en een keppeltje op zijn hoofd. Sjabat shaloom. De man vertelt
me dat deze gemeente door de bank genomen hetzelfde gelooft als een
christelijke kerk. Groot verschil is dat de messiaanse mensen niet geloven dat de kerk in plaats van Israël is gekomen, maar als een wilde olijf op de tamme versie is geënt. Sommige aanwezigen dragen een kippa (Hebreeuws
voor keppeltje).
De
ene keer zijn er honderd mensen, dan weer twintig, vertelt de
welkomstdienst. Vanmorgen tel ik vijfentwintig aanwezigen. Daarvan
zijn er zeker twintig van 45+.
Op
het podium staat een zeskoppige band: een dwarsfluitiste, twee
percussionisten, een bassist met een zessnarige basgitaar en twee
zangeressen. Die twee zangeressen zingen niet helemaal zuiver, maar
als zij niet zingen, doet niemand dat. Althans, niet op het podium.
De
ouderling van dienst (de dienstoudste) vertelt voorafgaand aan de
dienst een aantal mededelingen. Waaronder dat in de dienst van
vandaag geen piano is, omdat Hilbrand helaas verhinderd is.
Een
zangblok volgt. De zangleidster, een vrouw met krullen, een witte
broek en zwarte laarzen tot de knie, houdt bij elk nieuw lied een
introductie, waarbij ze een deel van de tekst al verklapt. Voor de
volledigheid komt die tekst op de beamer te staan. De aanwezigen gaan
al naar gelang staan, met de handen in de lucht.
Tijdens
het zingen loopt een vrouw met een groene en een witte vlag naar
achteren in de zaal. Ze begint te zwaaien met de vlaggen. Weer
anderen knielen als in de liederen wordt gezongen over knielen,
buigen als het woord buigen voorbij komt. De handen in de lucht.
De
bassist steekt bij het eerste gebed theatraal zijn handen in de
lucht. Naarmate het gebed vordert, zakken zijn handen naar beneden.
Zo halverwege het gebed verveelt hij zich. Hij bekommert zich maar
over zijn basgitaar.
Het
laatste lied van de ochtend is 'Hava nagiela'. Inderdaad het liedje
dat wordt gezongen bij een bruiloft, als het publiek zich van
overvloedige zoete drank voorziet. Maar deze mensen zijn niet
dronken. Het is immers pas het derde uur van de dag. Dit is
evangelical-met-korte-broek. Heel even denk ik aan het filmpje waarin
Bob Dylan met zijn schoonzoon Peter Himmelman het lied opvoert.
Als
ik de kerk uitloop, bedenk ik me dat ik 'de zwerver' niet meer zie.
Deze man, met een slobberige spijkerbroek, dito gele jas en een
baardje, zat achterin de kerk op een eenzame stoel tegen de muur. Hij
is vertrokken, eerder de deur uit gelopen. Misschien schuilde hij
alleen maar voor de regen.
Zou
de Heer voor deze man een ruimte hebben in Zijn wijngaard?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten