Hank Williams is vandaag zestig jaar dood. Zestig jaar. Onderweg naar een optreden, stierf hij op de achterbank van een Cadillac. Een overdosis van morfine en alcohol. De chauffeur die Williams die Nieuwjaarsdag reed, vond het wel erg stil achterin de auto. Een understatement voor wie is overleden. Maar dat wist de chauffeur op dat moment nog niet.
In ‘Man uit de verte’, een postume verhalenbundel van Martin Bril, is een verhaal opgenomen over
Hank Williams. In dat verhaal komt een man naar voren, die op zulke hoogten kwam, dat hij net zo diep en misschien nog wel dieper viel. Bril geeft geen antwoorden op de vragen die rijzen bij de dood van een jonge artiest. Slechts 29 jaar werd Williams.
“Het enige lichtpuntje dat gloort,” schrijft Bril, “is de muziek van Williams die je toch weer gaat draaien. Muziek voor melancholieke nachten. ‘A jug of wine to numb my mind / But what good does it do / The jug runs dry but still I cry / I can’t escape from you’. God zou het geschreven kunnen hebben.”
Met die laatste zin refereert Bril aan het begin van zijn verhaal. Williams had ooit gezegd dat liedjesschrijven hem gemakkelijk afging – God schreef het voor hem.
Hank Williams werd geboren in 1923. Amper drie decennia later, met een Wereldoorlog, liefdesverdriet en een strafblad vanwege verdovende middelen, sterft Williams. Een legende is hij geworden. Vanwege zijn leven, zijn liedjes en zijn dood.
Reden voor Fred Eaglesmith om Williams in een van zijn liedjes te noemen. In ‘Alcohol & Pills’ beschrijft Eaglesmith een aantal muzikanten die ten onder zijn gegaan aan alcohol en drugs. Het lied opent met Hank Williams, een jongen uit Montgomery, die niet begrepen werd in Nashville, Tennessee.
In het tussenstuk wordt Williams als enige opnieuw genoemd door Eaglesmith. ‘Sometimes somebody / just doesn’t wake up one day / sometimes it’s a heart attack / sometimes they just don’t say / but they pulled poor old Hank Williams / out of a Cadillac Coupe de Ville / he ended up on alcohol and pills’.
Deze verwijzing vormde voor mij de eerste directe link naar Williams. Ik kende de naam daarvoor al wel, hoewel het meer een naam was in het kader van algemene ontwikkeling. Je hoort een naam, koppelt dat aan belangrijk, en gaat over tot de orde van de dag.
Nog niet beseffend dat zulke namen voor anderen écht heel belangrijk zijn.
Zo’n anderhalf jaar geleden verscheen ‘The lost notebooks’, een cd met verloren gewaande teksten van Williams. Maar zoals het gaat met wijlen artiesten in de breedste zin des woords, verloren is nooit helemaal verloren. Bij geval werd de koffer met de teksten gevonden.
Het waren alleen teksten, geen muziek. De erven Williams vonden in eerste instantie Bob Dylan bereid om voor een aantal teksten de muziek te schrijven. Deze muziek zou dan op ‘The lost notebooks’ verschijnen.
Dat ging niet door, Dylan maakte muziek voor alleen ‘The love that faded’.
De overige elf teksten zijn op muziek gezet door de uitvoerende artiest zelf. Zo zingt Norah Jones ‘How many times have you broken my heart?’, buigt Jack White zich over ‘You know that I know’ en neemt Sheryl Crow ‘Angel mine’ voor haar rekening.
Behalve Dylan, is ook Jakob Dylan te horen. Hij zingt een Jakob Dylan-versie van ‘Oh mama, come home’. Het lied had niet misstaan op ‘Seeing things’, Dylans eerste solo-plaat. Op hetzelfde album is Levon Helm te horen, met ‘You’ll never again be mine’. De muziek schreef Helm met Larry Campbell, die ook de snaarinstrumenten voor zijn rekening neemt in het lied. Larry Campbell, we kennen hem als multi-instrumentalist bij Bob Dylan tussen 1997 en 2004.
‘You’ll never again be mine’ is Helms laatste opgenomen songs. Een jaar later stierf de zingende drummer aan keelkanker.
Het enige lichtpuntje dat blijft, is de muziek van Williams.