Vandaag is opnieuw een column verschenen van Teun van de Keuken. Hij was de docent die mij het interviewen aanleerde. Nog regelmatig denk ik aan de lessen van Teun terug. Al was het maar vanwege het volgende voorbeeld. Je mag nooit vragen: “Mag ik je vragen hoe oud je bent?” Het antwoord is dan “Ja”. Of “Nee”, dat ligt er maar net aan. Maar met zo'n kort antwoord is je vraag beantwoord, zonder dat je echt een bevredigend antwoord hebt.
Maar nu schrijft Teun opnieuw over zijn voormalige werkgever. Een eerlijke column, ook over Teun zelf. Hij begint: Ik heb twee semesters les gegeven aan de school voor journalistiek in Zwolle. Niet de gelukkigste periode uit mijn werkzame leven.
Verderop legt Teun uit waarom het geen gelukkige periode is geweest. Teun begon enthousiast, als iemand uit het veld. De koppeling tussen een actueel interview houden en de skills doorgeven aan studenten, dat leek hem wel wat. Maar het stimuleren van het halen van goede cijfers was niet de praktijk op Windesheim.
In de tijd dat ik op Windesheim rondliep, zag ik veel middelmaat. En onder de middelmaat. Die middelmatigen en ondermiddelmatigen gingen almaar over. Omdat ze redelijk goede reflectieverslagen hadden geschreven (dat zijn stukken waarin ze hun eigen werk beoordelen), terwijl hun werk verder niet voldeed.
En laat ik eerlijk zijn, dit beeld herken ik. Het is waar dat middelmaat de hoofdmoot is op Windesheim. Dat de leerfabriek meer genoegen neemt met de kwantiteit dan de kwaliteit. Dat is al spijtig genoeg.
Wat nog minder hoopgevend is, is de alinea waarmee Teun zijn wekelijkse column eindigt. De meeste Windesheimers komen van de opleiding met lege handen. Ze zijn opgeleid voor werkloosheid. Buitengewoon treurig.
Ik moet me aansluiten bij de column van Teun. Het is waar. Een trieste constatering zo vlak voor Kerst. Voor de seculiere studenten is het dus een Kerst-mis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten