Ik kijk in een vliegtuigcockpit. Ik hang rechtsboven. In de schuine hoek. Ruben van der Meer is co-piloot. Hij zit rechts, dus het dichtst bij mij. Ruben eet een frikandel speciaal. In zo’n langwerpig bakje van de Smullers. Maar dan blauw geblokt in plaats van rood.
Het vliegtuig stijgt door het grijze wolkendek.
Links van Ruben zit de piloot zelf. Hij is zichtbaar minder ontspannen dan Ruben. Ze weten het allebei: ondanks dat het vliegtuig naar boven gaat, zal die over een aantal minuten naar beneden storten.
“Ik weet niet wat jij gaat doen,” zegt de piloot tegen Ruben, “maar ik spring eruit.” Ruben zegt niets. Hij heeft zijn lach op zijn gezicht gezet.
De piloot duwt zichzelf van zijn stoel af. Met een stevige afzet valt hij richting de oceaan. Met de parachutetas gesloten op zijn rug.
Ruben kijkt niet op of om. Met een Lama-gezicht eet hij onverstoord verder van zijn frikandel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten