Gisteren promoveerde mijn broer Thijs, na zeven jaar wetenschappelijk onderzoek. Hij mag zich nu doctor noemen. Toen zijn promotor professor Brouwer de woorden uitsprak, waarmee hij mijn broer de titel deed toekomen... uiteraard voelde ik me trots.
's Ochtends was in De Bazuin (de thuiskerk van mijn broer in Kampen) een symposium, waarin vanuit verschillende hoeken werd gekeken naar levensboeken. Die levensboeken vormen de basis van Thijs' promotie. De praktijk toonde al aan dat levensboeken een belangrijk effect hebben op ouderen – dankzij het onderzoek is dat effect wetenschappelijk onderbouwd, inclusief grafieken en cijfers.
Na de lunch was de daadwerkelijke promotie. In de Bovenkerk, waar was uitgeweken omdat de aula in de PThU te klein was voor het aantal aanwezigen. De zes opponenten stelden hun vraag naar aanleiding van 'Het verleden als uitdaging', het proefschrift van Thijs. Hoewel kritisch (“Waarom hebt u gekozen voor deze vorm, deze vraag? Is uw proefschrift niet erg christelijk en westers georiënteerd?”) sloeg Thijs zich er prima doorheen.
Doctor in de godgeleerdheid. Mijn broer Thijs is de eerste die het zover geschopt heeft. Ik heb hem tijdens het onderzoek een klein beetje mogen helpen. Niet dat mijn aandeel onmisbaar was – als ik het niet deed, was er wel iemand anders die mijn werk op zich nam. Maar toch, voor een heel klein beetje, een minimaal beetje, straalde de promotie ook op mij af.
Goed, een doctor in de familie. Trots, uiteraard. Maar dat zal wel mogen, in alle bescheidenheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten