Ik was weer
eens in Franeker. In het Friese Elfstedenstadje heb ik een aantal herinneringen
liggen. Niet alleen het optreden van Bob Geldof. De Ierse mensenrechtenactivist
trad twee jaar geleden op in de voormalige universiteitsstad. Maar in dezelfde
stad woonde ooit een vriendin van mij. Zodoende had ik vaak een missie in
Franeker.
Dit keer was
ik niet op weg naar Geldof. Of naar mijn vriendin. Dit keer was ik er voor
volstrekt journalistieke redenen.
Ondanks mijn
herinneringen, leek het niet alsof ik thuis kwam in Franeker. Ik had dat ook
niet verwacht, maar de eerste hernieuwde kennismaking met de stad was weinig
veelbelovend. De Franekers keken me aan alsof ze vuur zagen branden.
Franekers
houden niet van ongeschoren schrijvers op roze nep-Cloxx.
In Franeker
zijn afwijkende personen niet zo heel erg welkom. Eise Eisinga werd uit de kerk
verbannen, toen hij een afwijkende gedachte had over de stand van de zon en de
aarde. Een ketters idee dat de zon het middelpunt was in plaats van de aarde.
Nu wordt het
planetarium van Eisinga geroemd tot in de verste streken van de wereld. Nog steeds
draait zijn zonnestelsel binnenshuis.
Behalve het
Planetarium is in Franeker nog een gedeelte dat veel met de zon te maken heeft.
Op het plein naast de kerk en het voormalige weeshuis ligt een rond plakkaat.
De zon als klok. Je kunt bij de desbetreffende maand staan waarin je leeft, en
dan zie je hoe laat het is.
Je moet wel
tijdens de zomertijd-maanden een uur optellen.
De zon leert
ons veel, maar onze economie draait zijn eigen uren.
Even verderop
is een Chinees Indisch Restaurant. Gouden Kom. Is dat een naam of niet, voor
een Aziatische toko?
Je ziet het zo
voor je. Sta je in de hal te wachten op je bestelde nummers, sta je je tijd te
verdoen met het kijken naar de Gouden Kom. Zonder meer de inspiratie voor je
maaltijd. Je wilt niet weten waar je bami goreng van is gemaakt.
In Franeker
heb je ook het Kaatsveld van de PC. Het Sjukelân. Dé hoofdstad van de
kaatswereld. Vanwege zijn ontwerp wordt het Sjukelân ook wel het Wembley van
Franeker genoemd. Ondanks het verliezen van de eigen universiteit, heeft
Franeker wel altijd ambities gehouden.
En dat is het
stadsbestuur te prijzen.
Hadden meer
steden maar zulke ambities.
En toch, de
stad Franeker heeft dorpse streken. Gemoedelijk. Doe maar normaal, dan doe je
al gek genoeg. Al die grootse zaken, zoals de Elfstedentocht, het Planetarium
en het Sjukelân, die zijn eenmaal gegroeid. Door de geschiedenis. En daar doe
je niets tegen.
Zoiets moet je
ook niet willen.
Maar wie
ongeschoren, met een korte broek en op roze Cloxx de stad binnenkomt, wordt met
vreemde ogen aangekeken. Zoiets is niet des Franekers. Zo gedraag je je niet
als je geboren en getogen bent in deze stad.
Ik ben dan ook
niet in deze stad geboren en getogen.