Vanochtend was
ik in De Veenhoop. Ik had een interview aan de Kanaeldyk. Ik wist niet dat dit
gehucht bestond. Totdat ik er dus heen moest. Voor de FrieslandPost. Het interview
verschijnt in oktober in het magazine. Dat duurt nog wel even.
De reis naar
De Veenhoop duurde ook nog wel even. Als ik met het openbaar vervoer zou gaan.
De onvolprezen website 9292.nl leerde me dat de reis naar De Veenhoop mij anderhalf
uur zou duren. Vanaf het station van Leeuwarden.
Dit zou mijn
reis moeten worden. Eerst met de bus naar Drachten. Dat was al veertig minuten.
Vervolgens met de belbus vanaf het Knobeldorffsplein naar bushalte De Veenhoop.
Uiteraard is die bushalte in De Veenhoop. Maar dan was ik er nog niet.
Nadat ik was
afgezet in het immer pittoreske gehucht,
moest ik een half uur lopen. En dan was ik op de plek van bestemming.
Dat heb ik dus
maar niet gedaan. Wat mij vooral tegenstond, was de combinatie van de belbus en
het half uur lopen. Daar had ik weinig trek in. Zeker met dit weer. En dus trok
ik met de auto naar De Veenhoop.
Zoals gezegd
had ik in dit gehucht een interview. Over shiitake. Dat is een paddenstoel. En je
spreekt het uit als sjie-taake. Een Aziatische paddenstoel. Het feit dat ik in
De Veenhoop was, betekende twee vliegen met één klap.
Zwei fliegen
mit einer kläppe.
De Veenhoop
kenmerkt zich door het typerende Friese landschap. Veel platteland. Weilanden. Met
daartussen kanaaltjes. Drainage-stromen. Plukjes bomen. Met her en der een
boerderij. Het is een gebied waar meer bomen staan dan boerderijen.
Ik was een man
met een missie. Op weg naar de shiitake-boer. Een leuk verhaal. Ik heb de
paddenstoel geproefd. Het smaakte me naar radijs. Een bijzondere ervaring.
Dat heb ik dus
gedaan in De Veenhoop.
Wat houd ik
van Fryslân.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten