In het balkon van de trein waarin ik zit, zit ook een jongen van een jaar of 14. Hij zit op een klapstoel aan de zijkant van het balkon, naast de deur. De jongen heeft een schoolboek gepakt en neemt de tekst nog door.
Bij Akkrum staat de trein kort stil. Het sissende geluid kondigt aan dat de deur open gaat. Blijkbaar moet iemand naar binnen. Het blijkt een man te zijn, zo rond de veertig jaar. De man draagt een keurig bijgehouden baardje.
Als de man instapt, zucht hij diep. Hij werkt een geïrriteerde blik naar de jongen naast de deur. Hoe haalt die jongen het in zijn hoofd om op die plek te zitten, op het moment dat die man de trein in stapt?
De scholier leest onverstoord verder. Alsof het hem niets doet dat de baardmeneer met een ochtendhumeur is opgestaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten