Deze
week zat ik na te denken over topsporters. Met name over topsporters
die religieus zijn. Hoe vaak zie je niet een voetballer met een
T-shirt onder zijn clubshirt, met daarop een tekst als 'God loves
you'?
Nog
vaker zie je (bij voorbeeld) voetballers, die voor ze het veld in
gaan een kruisje slaan. Of als ze het veld afgaan vanwege een wissel
hetzelfde kruisje slaan. Soms in meervoud. Sommige spelers zie je
naar boven kijken bij een wissel. Of met beide handen de lucht in bij
een doelpunt.
DavidHeek, 'scheidsrechter, blogger en theoloog', schrijft vandaag in het
Nederlands Dagblad een column over de biddende topsporter. En wat wij
daarvan kunnen leren. De rebelse columnist gooit op eigenwijze manier
de knuppel in het hoenderhok
'Voordat
Przemyslaw Tyton, de zo-even ingevallen keeper van Polen, de
strafschop stopt, knielt hij. Hij bidt voordat hij aan het werk
gaat.' Op deze manier begint Heek zijn column. Een passend beeld voor
een krant met een duidelijk christelijke achterban. Niemand kan tegen
dit beeld zijn.
Vervolgens
neemt Heek de oordelen op de korrel, die volgen op zo'n openbaar
gebed. Een afstandelijke analyse (“gevaarlijke vermenging van
topsport en religie”), de onkritische tolerantie (“Moet-ie lekker
zelf weten”) en de zwaar-conservatieve reactie (“Een
zondagontheiligende zondaar die zijn getrainde lichaam niet voor de
Heer gebruikt – hij moet zich bekeren”).
In
de volgende alinea wijst Heek deze criticasters terecht. Volgens Heek
schijnt oordelen 'sowieso' niet gezond voor een mens te zijn. Hoe zat
het ook al weer met de pot en de ketel? Afijn. Terecht zegt Heek over
keeper Tyton, dat niemand in zijn hart kan kijken. Waarmee de
discussie dood loopt.
Spiegelen
moeten we ons als christen. Zeker ook omdat Jakobus ons de vraag
voorhoudt hoe wij eigenlijk bidden. Omdat we bidden om onze eigen
hartstochten te bevredigen. En dat is verkeerd.
Je
kunt je ook afvragen of zo'n openbaar gebed noodzakelijk is. Veel
gebed in het verborgene is veel kracht naar buiten, is een
Visje-slogan. De profeet Daniƫl was gewoon om driemaal daags te
bidden – in zijn binnenkamer, met het raam open richting Jeruzalem.
De Here Jezus bindt Zijn discipelen op het hart om niet te bidden met
een omhaal van woorden, zoals de huichelaars doen op de hoek van de
straat en in de synagoge. Zij hebben hun loon al.
Nee,
ga liever bidden in het verborgene. Want de Vader, die het verborgene
ziet, zal je ervoor belonen. Misschien doet Hij dat wel door je een
strafschop te laten stoppen. Maar misschien ook niet. Want het gaat
Jezus niet om die strafschop. Of om de juiste basis-elf. Het gaat Hem
om onszelf, tot eer van Zijn naam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten