De Waalse Kerk in Leeuwarden ligt in de schaduw van de Grote of
Jacobijnerkerk. Het is het gebouw van de Remonstranten. Van buiten
ziet het gebouw eruit als een gewoon woonhuis, zonder poeha. Maar van
binnen is het daadwerkelijk een kerk – inclusief orgel, preekstoel
en Vak K, het gedeelte voor de kerkenraad.
Vanavond was het voor het eerst dat ik de Waalse Kerk binnen ben
gegaan. Voor een Friestalige vespers. Een
vespers is een avondgebed, en komt uit de katholieke traditie. Maar
ook in protestantse kringen is zo'n avonddienst een gebruikelijke
afsluiting van de dag.
De dienst was zogezegd in het Fries. De psalmen en
liederen kwamen uit het Lieteboek foar de tsjerken, evenals het
gelezen tekstgedeelte. Dat gedeelte was psalm 107. Dominee D. J.
Wassenaar uit Hellendoorn ging voor.
Een preek over het onderweg zijn. Mensen zijn
dwalende, misschien in een dorre woestijn – zoals het volk Israël
destijds veertig jaar heeft gedaan. Een woestijn, is dat ook niet de
toestand van de kerk, momenteel? Een dorre omgeving, waar de mensen
uit wegtrekken?
Onderweg, een rusteloos verlangen. Zoals de
scheepsarts en dichter Jan Jacob Slauerhoff dichtte in 'Woninglooze':
Alleen
in mijn gedichten kan ik wonen
Zoolang
ik weet dat ik in wildernis,
In
steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan
vinden, deert mij geen bekommernis.
(Uit: J.
Slauerhoff – Op aarde niet en niet op zee – 100 mooie gedichten
gekozen door Henny Vrienten)
Maar, zo leerde dominee Wassenaar, wij weten wel waar we naar toe zijn. We zijn als pelgrims onderweg naar het Vaderhuis. Jezus Christus, die onze staat van zijn heeft aangenomen, heeft ons de pelgrimage aangewezen waar wij langs moeten gaan. Want Jezus is zélf de weg.
Zo kwam vanavond alles bij elkaar voor mij. De
Leeuwarder geschiedenis met Slauerhoff, de Friese taal (it wurd fan
ûs Heit yn'e taal fan ûs mem), de protestantse oecumene dankzij de
Yntertsjerklike Kommisje Fryske Fespertsjinsten, en de katholieke
retraites.
Ik ben als een gezegend man naar huis gekeerd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten