zondag 27 januari 2013

Holocaust Memorial Day


Vandaag is het de internationale herdenking van de Holocaust. Het kamp Auschwitz werd 27 januari 1945 door de Russen bevrijd. Twee jaar geleden zag ik op de Holocaust Memorial Day het toneelstuk ‘Je Anne’.
In Leeuwarden is een Joods monument. De mezoeza staat op een pleintje tussen de Grote of Jacobijnerkerk en de voormalige Joodsche School in. Op de grote mezoeza staat een deel van de administratie, dat werd bijgehouden in de oorlog. Van de 655 Joden die in Leeuwarden woonden voorafgaand aan de oorlog, keerden er 105 terug. De overigen zijn door de nazi’s vermoord.

zaterdag 26 januari 2013

Lief Indië


Op de live-cd Dromen van Johanna van Ernst Jansz, staat een uitvoering van ‘Lief Indië’. Guus Paat speelt dit liedje, solo op zijn Weissenborn gitaar. Een wat melancholisch liedje over de tempo doeloe, de goede oude tijd van Nederlands-Indië. Guus Paat stond Ernst Jansz bij tijdens diens theatertoer met de vertaalde Dylan-liedjes.
Paat speelt dit liedje niet zonder reden. De gitarist maakt deel uit van het Indisch Muzikanten Collectief (IMC). Dit gezelschap bestaat uit mensen die een bloedband hebben met de voormalige Nederlandse kolonie: omdat ze kinderen zijn van Indische ouders.
Het IMC speelt mee op de debuut-plaat van Ernst Jansz, De Overkant uit 1999. De Overkant is de muzikale equivalent van Jansz’ tweede, gelijknamige boek uit 1985. In dit boek portretteert Ernst zijn vader Rudi Jansz, die kort voor de Tweede Wereldoorlog vanuit Indië naar Nederland vertrok om te studeren.
In Nederland aangekomen, trouwt Rudi met Jopie, de moeder van Ernst. Rudi gaat in het verzet, wordt opgepakt en verblijft een aantal maanden in Kamp-Amersfoort. Na de oorlog verzet Rudi zich vanuit Nederland tegen het koloniale regime in zijn vaderland.
De opgroeiende Ernst (1948) probeert zijn vader letterlijk te vriend te houden. Niet wetend dat Rudi Ernst als zijn oogappel ziet. Om zich te bewijzen voor zijn vader, speelt Ernst onder meer klassieke muziek, bij voorkeur Chopin.
Rudi ontwikkelt een kampsyndroom. Jaren na de oorlog durft Rudi de staat niet meer op. Plotseling verschuilt hij zich onder de trap. Uit angst voor de vijand. “Ze komen eraan!” schreeuwt hij angstig.
Het kampsyndroom uit zich ook fysiek, Rudi krijgt kanker. In het ziekenhuis is het sterfbed van Rudi. Als Ernst zijn vader in het ziekenhuis komt opzoeken, heeft Rudi een cadeautje voor zijn zoon. Een elpee van Chopin, die hij met vergeelde handen aan Ernst geeft. Niet veel later is Rudi overleden.
Ernst kan jarenlang geen Chopin meer spelen, vanwege de associatie van zijn stervende vader. Pas na zijn Doe Maar-periode komt de klassieke muziek weer terug. Als Paat het liedje ‘Lief Indië’ eindigt tijdens de Johanna-tour, zet Jansz de muzikale introductie van ‘Iedere korrel zand’ in. Een intro die doet denken aan Chopin, en daarmee aan Ernst Indische vader Rudi.
En zo is de cirkel weer rond.

dinsdag 22 januari 2013

Elfstedenbeeld


Het voormalige FEC-gebouw in Leeuwarden is nu de Friese afdeling van het World Trade Center. Hier om de hoek is de Zwettehaven, de start van de Elfstedentocht. Het gebouw van het WTC staat bij een rotonde, een grote rotonde met onder meer een gescheiden autobaan.
Bij die rotonde staat een groot beeld. Op de sokkel is een schaatser te herkennen. Het gezicht van de schaatser is weg; je kunt er dus elke schaatser in herkennen die je wilt zien schaatsen. Of niet, en het beeld staat voor doorzettingsvermogen.
Op de sokkel, manshoog, staan namen en jaartallen gegrafeerd. Het blijken de jaartallen te zijn van de verreden Elfstedentochten. Met hun winnaars. Henk Angenent in 1997. Evert van Benthem in 1985 en 1986, toen ik elf dagen oud was. De barre tocht van ’63, met Reinier Paping als winnaar. Jeen van de Berg, de winnaar van de editie 1954.
Of de editie van 1956, toen vijf schaatsers gelijktijdig over de finish kwamen. Het leverde geen winnaar op; ook Jeen van den Berg, de winnaar van twee jaar eerder en nu ‘tweede’, kreeg niet de eerste plek toebedeeld.
Het leverde in het Elfstedenbeeld een streepje op bij 1956.
Kortom, een wonderlijk beeld.
Vooral bij sneeuw. De stoep om het beeld heen, geeft een inkijk hoe een Elfstedentocht eruit ziet. Als je de 200 kilometer schaatst. Bar en boos. Doorzettingsvermogen. Friese nuchterheid: die kant gaan we op, en nu je mond houden.
Zo is het in Friesland. De Friezen zijn trots op zijn helden. De winnaars krijgen het Kruisje, en hun naam wordt in het Elfstedenbeeld bij het WTC gegraveerd. Voor de eeuwigheid.
Om dan daarna maar weer een boterham met kaas en een beker melk te drinken.

maandag 21 januari 2013

Knocked out loaded


Vanmorgen werd ik wakker met een kinderkoor in mijn hoofd. Ik hoorde precies de woorden die de kinderen zongen. Het was niet zoals bij Ernst Jansz, die een aantal jaren geleden een koor een tekst hoorde zingen, die Jansz op zijn solo-cd zette. Nee, mijn kinderkoor zong een lied dat ik kende.
Het was het kinderkoor uit “They killed him”, een lied van Kris Kristofferson en gecoverd door Bob Dylan. Het kinderkoor komt uit Dylans versie van het lied. “They killed him” staat op ‘Knocked out loaded’ van Bob Dylan.
‘Knocked out loaded’ verscheen in 1986 en typeert heel goed Dylans haatliefde-verhouding met de creativiteit in dat decennium. Tijdens de eerste helft van de jaren tachtig, verschenen drie religieuze albums van Dylan, ‘Saved’ (1980, nog ruige gospel), ‘Shot of love’ (1981, meer wereldse gospel) en ‘Infidels’ (1983, met Mark Knopfler, en een joodse invalshoek). Twee jaar later verscheen ‘Empire Burlesque’, de disco-plaat van Dylan, die op de hoes staat gefotografeerd in een oversized jaren-80-jasje.
Goed, ‘Knocked out loaded’ verscheen dus in 1986. Een album met een aantal covers, waaronder het genoemde “They killed him”, met een kinderkoor. Niet een heel sterk album, hoewel het lied “Brownsville Girl” de plaat weer wat body geeft. Desondanks blijft ‘Knocked out loaded’ een ondermaats Dylan-verhaal.
Typerend album voor de late jaren-80. Want ook ‘Down in the groove’ en ‘Under the red sky’ blijven onder het materiaal dat we van Dylan kennen. De albums klinken vaak als een contractuele verplichting, en Dylan schijnt bij de opnames weinig zin uit te stralen. Het kost de gelauwerde dichter moeite om muziek op de band te zetten.
Dat is de ene kant van die periode.
De andere kant is de plaat ‘Oh mercy’, met Daniel Lanois achter de draaiknoppen. Een mooie plaat met bijvoorbeeld “Shooting star” en “Ring them bells”.
In dezelfde jaren is Dylan muziek aan het maken met zijn vrienden van The Traveling Wilburys. De aanwezigheid van Roy Orbison, Jeff Lyne, George Harrison en Tom Petty zorgt ervoor dat Dylan weer de teksten schrijft waar de wereld mee vooruit kan. Elke dag een tekst schrijven, met muziek van de collega’s. En dat anderhalve week.
Dylans haatliefde-verhouding met de creativiteit.
Een writer’s block met een kinderkoo

zaterdag 19 januari 2013

Jet Bussemaker

Jet Bussemaker is de geplaagde minister van Onderwijs. Onder haar leiding moet een aantal lastige veranderingen binnen het onderwijs worden geregeld. 'We moeten af van studenten die het wel best vinden', staat vandaag op de voorpagina van NRC Handelsblad. Een sociaal leenstelsel, afschaffing van de gratis OV-jaarkaart, de doorstudeerboete (het instellingsgeld dat je moet betalen als je verder wilt studeren na het behalen van een bachelor- of master-diploma): nee, Nederland Studeerland vormt ons land zeker niet meer.
Dat vind ik jammer. Want juist onderwijs is een investering die op korte termijn geld kost, maar die op langere termijn alleen maar geld oplevert. Niet voor niets hamert bijvoorbeeld D66 op goed onderwijs. Dat is de bakermat voor een goede toekomst.
Investeren in onderwijs. De overheid is van mening dat als je iets heel graag wilt, dat je dat dan ook wel zult redden. Jouw investering loont zich vanzelf, maar je moet wel zelf investeren. Dat loopt spaak. Want volgens mij is dit een onhoudbare redenering van de overheid. Zij kan niet zeggen dat ze de kenniseconomie wil verbeteren, door het doorstuderen te ontmoedigen.
Na mijn studie Journalistiek ben ik thuis komen te zitten. Een baan in medialandschap is erg lastig te vinden. Niet alleen de vele crises die ons land beheersen zit mij dwars. Ook het gratis nieuws op internet is een oorzaak van de krappe journalistieke arbeidsmarkt. Kwestie van onderscheiden: ja, uiteraard. Onderscheid je je maar eens tussen talloze andere ambitieuze en onderscheidende collega's. Ik geef het je te doen.
Maar een vervolgstudie of omscholing is makkelijker gezegd dan gedaan. Op dit moment heb ik daar niet de middelen voor. Sterker nog, de overheid lijkt me dit te verbieden. Voor elke nieuwe studie moet ik sowieso viereneenhalfduizend euro instellingsgeld betalen. Per jaar.
We moeten af van de studenten die het wel best vinden. Lijden de kwaden dan niet onder de goeden? Dat denk ik wel. Wat is het probleem om deze gedachtengang om te draaien? Als we als Nederland inderdaad willen investeren in een kenniseconomie, moeten drempels om verder te leren of om te scholen, worden verlaagd. Zeker in deze crisistijd. Keynes in het onderwijs.
Maar de profiteurs dan? Als je je laat leiden door het negatieve, komt het postieve er natuurlijk niet uit. Laat de profiteurs maar profiteren. Je weet nooit tot welke creativiteit dat leidt.

vrijdag 18 januari 2013

Das Leben der Anderen


“Moet ik het voor u inpakken?”
“Nein, es ist für mich.”
Dat antwoord is van ex-Stasi-medewerker Wiesler. In de Karl Marx Buchhandlung koopt hij net het boek “Die Sonate des Guten Menschen” van schrijver Georg Dreyman.
Het is vier jaar na de val van de Berlijnse Muur. Halverwege de jaren tachtig was Dreyman een gerespecteerd schrijver binnen de DDR. Trouw aan de partij. De DDR-minister van Cultuur, Bruno Humpf, heeft een oogje op Dreymans vriendin, actrice Christa-Maria Sieland (CMS).
Humpf wil het aanknopen met Sieland, maar daarvoor moet Dreyman uit de weg worden geruimd. Om daar voor te zorgen, geeft de minister de opdracht aan de Stasi om Dreyman af te luisteren. Agent Wiesler, HWG xx/7 als schuilnaam, neemt de opdracht persoonlijk aan.
Langzaam maar zeker ontwikkelt Wiesler een gevoel van genegenheid voor Dreyman. Zoveel zelfs dat Wiesler het voor Dreyman opneemt. Wiesler houdt Dreyman een hand boven het hoofd.
Dat komt Wiesler op degradatie van zijn functie te staan, wanneer dit uitkomt. Aan het einde van het DDR-tijdperk wordt Wiesler postsorteerder, na de Wende wordt hij postbezorger.
Na de Wende duikt Dreyman in zijn Stasi-dossier en ontdekt dat hij inderdaad is afgeluisterd. Maar ook dat hij is gevrijwaard van elke verdenking. Dankzij HWG xx/7. Als dank daarvoor schrijft hij zijn memoires “Die Sonate des Guten Menschen”. Met de opdracht aan de Stasi-agent.

Dit is in grote lijn het verhaal van de film “Das Leben der Anderen.” De film zag ik voor het eerst zo’n vijf jaar geleden. Het was in de voorbereiding op de reis naar Berlijn, die ik met de school voor Journalistiek ondernam. Hoewel ik zelf weinig met films heb, raakte “Das Leben der Anderen” mij wel.
Wat mij raakte, weet ik niet. Misschien wel de ontwikkeling van agent Wiesler. De man leeft volledig voor de Stasi, maar krijgt gaandeweg het besef dat hij op de verkeerde weg zit. Ondanks dat de geheime dienst van de DDR na de Wende uitgekotst wordt, krijgt Wiesler toch een bedankje.
Nein, es is für mich.
Hartverscheurend.

woensdag 16 januari 2013

Queen – A winter’s tale




It's Winter-fall
Red skies are gleaming - oh -
Sea-gulls are flyin' over
Swans are floatin' by
Smoking chimney-tops
Am I dreaming...
Am I dreaming...?

The nights draw in
There's a silky moon up in the sky - yeah -
Children are fantasising
Grown-ups are standin' by
What a super feeling
Am I dreaming...
Am I dreaming...?
Woh-woh-woh-woh

(dreaming)
So quiet and peaceful
Tranquil and blissful
There's a kind of magic in the air
What a truly magnificent view
A breathtaking scene
With the dreams of the world
In the palm of your hand

(dreaming)
A cosy fireside chat
A little this, a little that
Sound of merry laughter skippin' by
Gentle rain beatin' on my face
What an extraordinary place!
And the dream of the child
Is the hope of the man

It's all so beautiful
Like a landscape painting in the sky - yeah -
Mountains are zoomin' higher - mm -
Little girls scream an' cry
my world is spinnin' and spinnin' and spinnin'
It's unbelievable
Sends me reeling
Am I dreaming...
Am I dreaming...?
Oooh - it's bliss.

Words and music by Queen
© 1995

zondag 13 januari 2013

Dylan vs. Cohen


Leonard Cohen: “The last time we met for any great lenght of time was after a concert he'd [Dylan] done in Paris. We met in a cafe in the 14th Arrondissment and we had a real good writers' shop talk. We really went into stuff very technically. You couldn't meet two people who work more differently. He said, I like this song you wrote called "Hallelujah". In fact, he started doing it in concert. He said, How long did that take you to write? And I said, Oh, the best part of two years. He said, Two years? Kinda shocked. And then we started talking about a song of his called "I and I" from Infidels. I said, How long did you take to write that. He said, Ohh, 15 minutes. I almost fell off my chair. Bob just laughed.” (The Telegraph 41, blz. 30). Zie: Bob Dylan in het Nederlands.




De horizon


Daniël Lohues is een Drent. Daar schaamt hij zich geen moment voor. Voor hem is ‘Drent’ geen scheldwoord. Evenmin een geuzennaam. Hij is het gewoon. Drenthe is zijn thuisprovincie. Erica zijn uitvalbasis.
Lohues vindt het niet erg om Drent te zijn. Sterker nog, dankzij zijn inspanningen met onder meer Skik en de Louisiana Blues Club is het Drents als muziektaal geaccepteerd. De periferie is geworden tot de buitenwijk van de Randstad.
Zo lijkt het, maar zo is het niet.
Regelmatig laat Lohues zich uit over de rust en de vlakte van Drenthe. Dat doet de liedjessmid op geheel eigen wijze. In zijn liedjes, maar ook in zijn columns. Elk weekend verschijnt van hem een stukje tekst in Dagblad van het Noorden.
In zijn teksten roemt Lohues het Drentse landschap. Een provincie waarin het platteland nog plat is. Waar boerderijen het landschap bepalen. En niet elke hectare een eigen windmolen heeft. In Drente kan dat nog.
Gewoon even kijken naar de horizon.
Ik zou er bijna door verhuizen. Naar het land van Lohues. De horizon van Daniël. De fietspaden van Skik.
Maar dat hoeft niet. Wat Lohues beschrijft over Drenthe, herken ik in mijn eigen provincie Friesland. Het Drentse landschap is vergelijkbaar met het Friese. Hoewel Friesland meer water heeft. Maar De Kast heeft nog niet dezelfde liedjes geschreven als Lohues.

woensdag 9 januari 2013

Leeuwarder geschiedenis


Wat weet ik van de geschiedenis van Leeuwarden? Ik weet van de Friese tak van de Oranjes. En dat het de start en finish van de Elfstedentocht is. En dat de Blokhuispoort de oude gevangenis van Leeuwarden is.
Ik fiets regelmatig langs de Blokhuispoort. De lange muur van het gebouw is mij eerder nooit echt opgevallen. Tot een paar weken terug bloemen en een krans waren neergelegd bij de muur, bijna aan de achterkant.
Wat die bloemen te betekenen hadden, wist ik niet. Ik vermoedde een auto-ongeluk of iets dergelijks. Na zo’n ongeluk maken nabestaanden nog wel een monumentje voor de dode. Voor ik er erg in had, waren de bloemen ook al weer weg.
Tijd dus om eens op onderzoek uit te gaan. Daar stond ik, op een klein stukje met vierkante stenen belegde grond. Tegen de Blokhuispoort aan, met aan weerszijden van de stenen grond bosjes.
De plaquette aan de muur vertelde niet dat het om een auto-ongeluk was, dat er een monumentje was. Dit monumentje is ter nagedachtenis aan 8 december 1944. Toen werden 51 verzetsstrijders uit de gevangenis bevrijd door de knokploeg. Vier maanden later reden de Canadezen over de Groningerstraatweg om Leeuwarden te bevrijden.
Een stukje geschiedenis vandaag. Ik ben weer wat wijzer geworden over mijn nieuwe stad.

maandag 7 januari 2013

Schrijven


Is schrijven moeilijk? Zoiets moet je natuurlijk niet vragen aan iemand die zelf veel schrijft. Alsof je een chirurg vraagt of het opereren van patiënten moeilijk is. Dat zal een chirurg niet vinden, zeker niet als die dokter al ervaren is.
Werk is werk, en daar ben je bedreven is. Je werk, het schrijven in dit geval, kan uiteraard wel eens tegen zitten. Je hebt er wel eens een lastige dag tussen zitten. Maar er is geen dag zo lastig of die dag wordt gecompenseerd door een betere dag.
Schrijven is niet zo moeilijk. Het schrijversvak is misschien het enige beroep dat zichzelf genereert, mits je het goed doet. Schrijven brengt schrijven voort. Probeer het maar eens: dwing jezelf om een half uur te gaan zitten met als doel om te omschrijven wat er gebeurt.
Reken maar dat je dan na afloop een verhaal hebt.

zondag 6 januari 2013

Zwarte Haan


In de kop van Friesland ligt het dorpje Zwarte Haan. Eigenlijk is Zwarte Haan een gehucht; het dorpje kent zo’n vijftien huizen. Wie bij Zwarte Haan de dijk over klimt, komt op het terrein van de Waddenzee. Aan de overkant ligt Ameland. Ik moest kort denken aan de vondeling van Ameland, het lied van Freek de Jonge en gezongen door Boudewijn de Groot.
Zwarte Haan ligt op een kruising van twee dijkwegen. Terecht spreekt men in Friesland van ‘dyken’, dieken, dijken, als men over wegen spreekt. Immers, op de rug van de dijk is het prachtig rijden.
En fietsen. Want het uitzicht is schitterend om naar te kijken.
De wegen. Zo langs de Waddenzee trekt de Zeedijk. Op de Zeedijk is de Nieuwebildtdijk. Op dat kruispunt is Zwarte Haan. Het gehucht heeft ook een restaurant.
Mooie naam, Zwarte Haan. Net zoals Nije Altoenae, een dorp tussen Zwarte Haan en Leeuwarden. Of neem Beetgum en Beetgummermolen. Namen die zonder meer tot de verbeelding spreken.
En dan te bedenken dat ik nog maar sinds kort in dit deel van Friesland woon. Er valt nog veel te ontdekken.

zaterdag 5 januari 2013

Beautiful in Beaufort-Wes

Sinds afgelopen week ben ik in de ban van Zuid-Afrika. Dat komt door Martin Bril. De overleden schrijver attendeerde me in 'Man uit de verte' op Gert Vlok Nel. Nel is een dichter/zanger uit Zuid-Afrika. Met een vrij bescheiden oeuvre: slechts één dichtbundel en twee cd's. In twintig jaar tijd.
In Nederland heeft Nel een kleine schare fans. Klein, maar trouw. Dat komt onder meer door de aandacht die Bril aan Nel gaf. Maar ook vanwege de documentaire Beautiful in Beaufort-Wes van filmmaker Walter Stokman. De film laat eigenlijk meer Beaufort zien. Met muziek en teksten van Nel.
De documentaire Beautiful in Beaufort-Wes is hier te zien.

donderdag 3 januari 2013

Vittorio


Vittorio is niet de naam van een soort stiefvader. Het is de naam van een croissanterie aan de Voorstreek in Leeuwarden. Open tussen 11 en 18 uur. Ik kom er niet vaak. Als ik er kom, laat ik me graag verrassen.
Want verrast wordt je er zeker.
Vooral de bordjes op de tafeltjes, waarop met krijt een reclame staat geschreven.
Zo stond er een aantal weken geleden de klantentrekker geschreven: “Nu verse muntthee”. Ik vroeg me af of de muntthee dat eerder werd geschonken, dan misschien niet of minder vers zou zijn. Ik ben daar niet achter. Muntthee is not my cup of tea.
Sinds kort is een nieuwe oneliner genoteerd. “Huisgemaakte snert! Ook vegetarisch!”
Ik heb geen idee wat ik me hier bij moet voorstellen. Waarom zou de toevoeging “Ook vegetarisch!” zijn opgeschreven? Waarom moet dat er expliciet bij? Kan huisgemaakte snert niet vegetarisch zijn? Of is de snert vegetarisch gemaakt, zoals de snert eigenlijk huisgemaakt hoort te zijn?
Daar kom je natuurlijk niet uit.
Vittorio. Het klinkt als de opvoeder van Remi.
Maar die heette Vitalis.

dinsdag 1 januari 2013

Hank Williams


Hank Williams is vandaag zestig jaar dood. Zestig jaar. Onderweg naar een optreden, stierf hij op de achterbank van een Cadillac. Een overdosis van morfine en alcohol. De chauffeur die Williams die Nieuwjaarsdag reed, vond het wel erg stil achterin de auto. Een understatement voor wie is overleden. Maar dat wist de chauffeur op dat moment nog niet.
In ‘Man uit de verte’, een postume verhalenbundel van Martin Bril, is een verhaal opgenomen over Hank Williams. In dat verhaal komt een man naar voren, die op zulke hoogten kwam, dat hij net zo diep en misschien nog wel dieper viel. Bril geeft geen antwoorden op de vragen die rijzen bij de dood van een jonge artiest. Slechts 29 jaar werd Williams.
“Het enige lichtpuntje dat gloort,” schrijft Bril, “is de muziek van Williams die je toch weer gaat draaien. Muziek voor melancholieke nachten. ‘A jug of wine to numb my mind / But what good does it do / The jug runs dry but still I cry / I can’t escape from you’. God zou het geschreven kunnen hebben.”
Met die laatste zin refereert Bril aan het begin van zijn verhaal. Williams had ooit gezegd dat liedjesschrijven hem gemakkelijk afging – God schreef het voor hem.
Hank Williams werd geboren in 1923. Amper drie decennia later, met een Wereldoorlog, liefdesverdriet en een strafblad vanwege verdovende middelen, sterft Williams. Een legende is hij geworden. Vanwege zijn leven, zijn liedjes en zijn dood.
Reden voor Fred Eaglesmith om Williams in een van zijn liedjes te noemen. In ‘Alcohol & Pills’ beschrijft Eaglesmith een aantal muzikanten die ten onder zijn gegaan aan alcohol en drugs. Het lied opent met Hank Williams, een jongen uit Montgomery, die niet begrepen werd in Nashville, Tennessee.
In het tussenstuk wordt Williams als enige opnieuw genoemd door Eaglesmith. ‘Sometimes somebody / just doesn’t wake up one day / sometimes it’s a heart attack / sometimes they just don’t say / but they pulled poor old Hank Williams / out of a Cadillac Coupe de Ville / he ended up on alcohol and pills’.



Deze verwijzing vormde voor mij de eerste directe link naar Williams. Ik kende de naam daarvoor al wel, hoewel het meer een naam was in het kader van algemene ontwikkeling. Je hoort een naam, koppelt dat aan belangrijk, en gaat over tot de orde van de dag.
Nog niet beseffend dat zulke namen voor anderen écht heel belangrijk zijn.



Zo’n anderhalf jaar geleden verscheen ‘The lost notebooks’, een cd met verloren gewaande teksten van Williams. Maar zoals het gaat met wijlen artiesten in de breedste zin des woords, verloren is nooit helemaal verloren. Bij geval werd de koffer met de teksten gevonden.
Het waren alleen teksten, geen muziek. De erven Williams vonden in eerste instantie Bob Dylan bereid om voor een aantal teksten de muziek te schrijven. Deze muziek zou dan op ‘The lost notebooks’ verschijnen.
Dat ging niet door, Dylan maakte muziek voor alleen ‘The love that faded’.
De overige elf teksten zijn op muziek gezet door de uitvoerende artiest zelf. Zo zingt Norah Jones ‘How many times have you broken my heart?’, buigt Jack White zich over ‘You know that I know’ en neemt Sheryl Crow ‘Angel mine’ voor haar rekening.
Behalve Dylan, is ook Jakob Dylan te horen. Hij zingt een Jakob Dylan-versie van ‘Oh mama, come home’. Het lied had niet misstaan op ‘Seeing things’, Dylans eerste solo-plaat. Op hetzelfde album is Levon Helm te horen, met ‘You’ll never again be mine’. De muziek schreef Helm met Larry Campbell, die ook de snaarinstrumenten voor zijn rekening neemt in het lied. Larry Campbell, we kennen hem als multi-instrumentalist bij Bob Dylan tussen 1997 en 2004.
‘You’ll never again be mine’ is Helms laatste opgenomen songs. Een jaar later stierf de zingende drummer aan keelkanker.
Het enige lichtpuntje dat blijft, is de muziek van Williams.