vrijdag 29 juni 2012

Wobbe


Sinds ik de Discus Film & Music heb ontdekt, ga ik regelmatig naar deze muziekwinkel. Samen met Poort en King Kong vormt Discus een driehoek van muziekwinkels op de Voorstreek. Ik gun het Wobbe, de uitbater van de Discus, dat ik hem verblijd met mijn komst. Wobbe neemt de tijd om zijn klanten te leren kennen.

Aan het begin van de middag ben ik bij Wobbe (zie de foto van Ruben vanVliet) geweest. Ik moest de deur even uit, om de dag te breken. Een ommetje maken, om zo mijn hoofd leeg te maken. En daarbij, Wobbe had voor mij de Dylan-elpee Highway 61 Revisited besteld. Wetende dat diezelfde plaat bij de overbuurman lag, voor hetzelfde geld.

Maar het is toch die gunfactor.

Wobbe moest me een voorlopig 'Nee' verkopen. De plaat was nog niet binnen. Waarschijnlijk was iets misgegaan, Wobbe zou dit voor me uitzoeken. En hij zou me bellen als Highway 61 geleverd was.

Dit was het moment om uit mijn schulp te komen. Tot vandaag was ik de koper die Dylan-elpees bij Wobbe kocht. Nu moest ik mijn identiteit prijsgeven: naam en telefoonnummer graag. We raakten aan de praat over Dylan, Wobbe's platenlabel Universe Productions (waar onder meer Herman Brood en Cuby & the Blizzards op debuteerden) en Wobbe's boekenuitgeverij Discovery Books.

Wat betreft die Discovery Books, Wobbe liet doorschemeren dat als ik een boek zou gaan schrijven, ik dat manuscript wel bij hem zou kunnen voorleggen. Wobbe is van plan (een ideetje) om een soort poule van schrijvers te starten met Discovery. Een soort bv'tje, met dertig man of iets.

Hoe zat het ook al weer met die gunfactor? Wobbe heeft behalve mijn financiële steun ook mijn literaire steun.

Per direct.

woensdag 27 juni 2012

Besnijdenis

Een Duitse rechter heeft bepaald dat de besnijdenis een vorm van (kinder-)mishandeling is. Het fundamentele recht van het kind op onschendbaarheid van het lichaam weegt volgens de rechter in Keulen zwaarder van het fundamentele recht van de ouders. Daarbij is de godsdienstvrijheid niet in het geding – het kind kan later alsnog beslissen om zich te laten besnijden.
De NOS meldt over de reden van deze rechtszaak het volgende:
De rechter deed uitspraak in een zaak die was aangespannen tegen een dokter, die op verzoek van islamitische ouders een 4-jarig jongetje had besneden. Het kind kreeg enkele dagen na de operatie bloedingen. De arts werd aangeklaagd wegens mishandeling, maar in eerste instantie vrijgesproken, omdat de ouders met de ingreep hadden ingestemd.
In hoger beroep zegt de rechter nu dat er wel degelijk sprake was van ernstige mishandeling. De arts wordt vanwege de juridische onduidelijkheid die er rond besnijdenis was niet veroordeeld.
De Joodse gemeenschap in Duitsland heeft woedend gereageerd op dit 'schandalige en gevoelloze besluit'. De relatie tussen Duitsland en de Joden is sowieso al niet een die van wederzijdse warmte overloopt.
*
 
 
Besnijdenis, een belangrijk onderdeel binnen het Jodendom. Abraham kreeg van God op de opdracht om alle mannen van het huis te besnijden. En vanaf die dag moesten alle jongetjes van acht dagen worden besneden. Het bloed moest vloeien, als een voorschaduw van wat komen zou.
Dat besnijden een pijnlijke gebeurtenis is op latere leeftijd, leert de geschiedenis van Jakobs dochter Dina en de Sichemieten. Sichem wordt verliefd op Dina en verkracht haar. Later vraagt hij om de hand van Dina. Haar broers gaan akkoord, mits ze zich eerst laten besnijden. Want Dina kan niet met een onbesnedene trouwen.
Sichem en zijn kameraden liggen ziek van de ingreep in bed. Ze zijn dus verzwakt, en daardoor niet op volle sterkte. Volgens Simeon en Levi het uitgelezen moment om wraak te nemen voor de verkrachting van Dina. De twee broers vermoorden Sichem en zijn hele entourage.


*
 
 
Voor het gemak heb ik het boek “Moderne wetenschap in de Bijbel” gepakt. Dit boek is geschreven door de bioloog drs. Ben Hobrink. Over de besnijdenis schrijft hij een aantal opmerkelijke dingen. “Geleerden hebben ontdekt dat besneden jongens veel minder kans hebben op peniskanker of aandoeningen van de urinewegen, en dat vrouwen van besneden mannen minder kans hebben op baarmoederhalskanker.”
Waarvan akte.
Een ander punt, wat betreft het tijdstip. Bij de joden moet het per se op de achtste dag gebeuren, dat jongens worden besneden. “De bekende kinderarts L. E. Holt schrijft dat baby's de eerste vier levensdagen bijzonder vatbaar zijn voor bloedingen.”
Een belangrijk bloedstollingselement (pro-trombine) en vitamine K zijn die eerste levensdagen nihil aanwezig. Maar: “Vanaf de derde dag vliegt de hoeveelheid bruikbare pro-trombine omhoog en bereikt op de achtste dag een bovennormaal niveau van 110 procent. Daarna daalt de hoeveelheid tot normaal en blijft gedurende het hele leven op de standaardwaarde van 100 procent. Op de achtste dag heeft een baby dus meer bruikbare pro-trombine dan op enig andere dag in zijn leven! Dat wil zeggen dat op de achtste dag een bloeding sneller stopt dan op enig ander moment in zijn bestaan. Met andere woorden: de perfecte dag voor een besnijdenis is de achtste dag.”
Volgens Hobrink hebben jonge kinderen minder last van zo'n ingreep dan oudere kinderen. Dat heeft met pijn en met integriteit c.q. traumatische ervaring (aanval op het lichaam) te maken.
 
 
*
 
 
Ik neem het allemaal maar voor kennisgeving aan. Ik ben maar een eenvoudige schoenenlapper. Maar wat ik van de Duitse rechter en zijn uitspraak vind? Hij zal zo zijn redenen hebben gehad om een besnijdenis af te keuren binnen het Duitse recht.
Zo'n uitspraak wordt ongetwijfeld niet op een achternamiddag verzonnen. Maar controversieel is het zonder meer. Misschien dat deze jurisprudentie aanleiding is om de rechtspraak kennis te laten maken het met religieuze recht. En de wetenschap die ermee samenhangt.
In dat geval weet ik nog wel een geleerde die kan helpen.

dinsdag 26 juni 2012

Tim Knol

Oerol is weer voorbij. Dit tiendaagse kunst- en cultuurfestival op Terschelling is een broedplaats van kunstenaars. Als bezoeker moet je de juiste mensen kennen – alleen dan maak je kans op een toegangsbewijs. Zie hier de akelige paradox: als je geen toegangskaartje hebt, leer je niet de juiste mensen kennen. En als je de juiste mensen niet kent...

Eén van de organisaties die nauw betrokken is bij Oerol, is muzieklabel Excelsior. Via deze platenmaatschappij kunnen beginnende muzikanten ervaring op doen. In de hoop dat deze mensen daadwerkelijk zullen doorbreken bij het grote publiek.

En plots was hij daar dan ook, Tim Knol. 20 lentes jong en uit Hoorn. Twee jaar geleden was Knol booming business. Dat werd versterkt toen hij bij Matthijs van Nieuwkerk een optreden mocht verzorgen. Tim Knol werd de muzikale hoop van het DWDD-publiek.

Die bewuste aflevering heb ik gemist. Maar ik werd achteraf op Knol gewezen door mijn oudste zus Jenny. Zij had van een bevriend echtpaar gehoord over Knol's optreden bij DWDD. Die Tim Knol, die leek wel wat op het jongste broertje van Jenny.

Goed.

Ik was best gecharmeerd van Knol. Een jonge singer-songwriter, die geniet van het maken van muziek. Welgeteld twee albums heeft Tim op zijn naam staan. En flink wat tournees, onder meer in Indonesië.

Maar wat ik vreesde, begint langzamerhand werkelijkheid te worden. Dat ook Tim Knol een vallende ster is. Iemand die plotseling aan de hemel oplicht. Een opvallende ster tussen het lichtend gewelf aan de hemel. Een lichtpunt waarbij je een wens mag doen. Je wenst dat Tim Knol je blijft grijpen. Maar op hetzelfde moment dat je de wens uitspreekt, weet je dat je geluk niet afhangt van een toevallige ster.

Helaas.

maandag 25 juni 2012

Bij de dood van Levon Helm II

Na ongeveer achttien maanden is het voorbij. Vanmiddag heb ik de hoofdredactie overgedragen aan collega-redacteur Jan-Hendrik. Ik ben geen hoofdredacteur van de Perspex meer. Deze bladzijde in mijn leven kan ik omslaan. Later zal leren of deze bladzijde een witte of een zwarte was. Of misschien een grijze.

Wachtend op het station van Amersfoort op Jan-Hendrik, besefte ik dat zo'n station een kwestie is van kijken en bekeken worden. Dat is inherent aan een grote verzamelruimte met mensen die je niet kent. Ik heb de mensen naar mij zien kijken. Maar ik heb zelf ook staan kijken.

En zie, in de brij mensen loopt een man. Een stevige man, met een T-shirt en daarover een zwart colbertje. Het shirt is groen. Op dat shirt staat een getekend portret van Levon Helm. Deze zingende drummer van The Band stierf half april dit jaar aan keelkanker.

Boven het gezicht van Helm staat een tekst. Ik ontcijfer die zin, wetende dat een deel van die zin onder de flanken van de colbert verschuilen. Maar de regel is duidelijk.

The night they drove old dixie down.


zondag 24 juni 2012

Fryske fespertsjinst


De Waalse Kerk in Leeuwarden ligt in de schaduw van de Grote of Jacobijnerkerk. Het is het gebouw van de Remonstranten. Van buiten ziet het gebouw eruit als een gewoon woonhuis, zonder poeha. Maar van binnen is het daadwerkelijk een kerk – inclusief orgel, preekstoel en Vak K, het gedeelte voor de kerkenraad.

Vanavond was het voor het eerst dat ik de Waalse Kerk binnen ben gegaan. Voor een Friestalige vespers. Een vespers is een avondgebed, en komt uit de katholieke traditie. Maar ook in protestantse kringen is zo'n avonddienst een gebruikelijke afsluiting van de dag.

De dienst was zogezegd in het Fries. De psalmen en liederen kwamen uit het Lieteboek foar de tsjerken, evenals het gelezen tekstgedeelte. Dat gedeelte was psalm 107. Dominee D. J. Wassenaar uit Hellendoorn ging voor.

Een preek over het onderweg zijn. Mensen zijn dwalende, misschien in een dorre woestijn – zoals het volk Israël destijds veertig jaar heeft gedaan. Een woestijn, is dat ook niet de toestand van de kerk, momenteel? Een dorre omgeving, waar de mensen uit wegtrekken?

Onderweg, een rusteloos verlangen. Zoals de scheepsarts en dichter Jan Jacob Slauerhoff dichtte in 'Woninglooze':


Alleen in mijn gedichten kan ik wonen

Zoolang ik weet dat ik in wildernis,

In steppen, stad en woud dat onderkomen

Kan vinden, deert mij geen bekommernis.

(Uit: J. Slauerhoff – Op aarde niet en niet op zee – 100 mooie gedichten gekozen door Henny Vrienten)


Maar, zo leerde dominee Wassenaar, wij weten wel waar we naar toe zijn. We zijn als pelgrims onderweg naar het Vaderhuis. Jezus Christus, die onze staat van zijn heeft aangenomen, heeft ons de pelgrimage aangewezen waar wij langs moeten gaan. Want Jezus is zélf de weg.

Zo kwam vanavond alles bij elkaar voor mij. De Leeuwarder geschiedenis met Slauerhoff, de Friese taal (it wurd fan ûs Heit yn'e taal fan ûs mem), de protestantse oecumene dankzij de Yntertsjerklike Kommisje Fryske Fespertsjinsten, en de katholieke retraites.

Ik ben als een gezegend man naar huis gekeerd.

zaterdag 23 juni 2012

CityProms

Eigenlijk bij toeval kwam ik uit op het Oldehoofsterkerkhof. Dit plein ligt in de schaduw van de Oldehove, de scheve toren van Leeuwarden. Op het podium was een voorstelling aan de gang, waarbij twee boezemvrienden een talentenjacht doen. Als duo willen ze optreden met het Noord Nederlands Orkest. Maar door de presentatoren worden de twee vrienden uit elkaar gespeeld. Maar gelukkig, aan het einde van de voorstelling zijn de twee weer boezemvrienden en maken ze samen deel uit van het NNO.
Wanneer ik na afloop weer terugloop naar huis, wordt ik aangehouden door een man aan een houten stamtafel. Hij staat daar met twee dames. Met zijn drieën discussiëren ze over wie in de kwartfinale staat vanavond. Volgens de meneer is het Frankrijk tegen Engeland, volgens een van de vrouwen is de tegenstander van Frankrijk niet Engeland maar Spanje. Ik zeg dat ik het even moet opzoeken en pak mijn telefoon erbij.
Terwijl ik via google vind dat Frankrijk en Spanje tegenover elkaar staan, wordt de weddenschap tussen meneer en mevrouw kracht bij gezet met een fles wijn. Ik antwoord dat mevrouw gelijk heeft. Die meneer verliest zijn fles wijn. Ik feliciteer mevrouw en wens ze een goede avond.

vrijdag 22 juni 2012

Noord-zuidvliet

In het kader van de re-integratie op de arbeidsmarkt, kom je nog wel eens ergens. Zo moest ik van de week op de Noord-zuidvliet zijn. Bij een uitzendbureau voor jongeren tot 27 jaar. Nee had ik sowieso al, dus slechter zou ik niet worden van mijn bezoek.
Ik plaatste mijn fiets tegen de muur van een pand, naast het uitzendbureau. Op dat pand zag ik een plaquette, maar ik kon niet snel zien waar die plaquette van was. Eerst het zure, bedacht ik me. Daarna kon ik mezelf belonen met de ingemetselde steen.
Vlak boven die steen hing het huisnummer. 154. Vreemd, want waar ik het uitzendbureau binnen liep, was nummer 162. Dat gebouw was niet vier huizen verder (mits je “even cijfers” telde), hooguit het derde gebouw.
De plaquette vertelde me dat op nummer 154 de dichter en advocaat Pieter Jelles Troelstra is geboren. De staatsman. Ruim honderdzestig jaar zit tussen Troelstra's 'berne' en mijn bezoek aan de Noord-zuidvliet.
Heerlijk, die levende geschiedenis in Leeuwarden.

donderdag 21 juni 2012

Midzomer


Vandaag is het midzomer. De zon kent een zonnewende. Na vandaag worden de dagen korter. De nachten worden langer. De sfeer verandert, zo richting de herfst en de winter. I feel a change comin' on.

In sommige landen wordt deze zonnewende gevierd. Het is een keerpunt in het jaar. Over zo'n keerpunt tijdens de zonnewende heeft Herman Koch 'Zomerhuis met zwembad' geschreven. Een boek dat ik binnen mum van tijd uit had.

In 'Zomerhuis met zwembad' vertelt de Jiskefet-acteur over de huisarts Marc Schlosser. Hij moet voor de Medische Tuchtcollege verschijnen vanwege een medische fout. De beroemde acteur Ralph Meier is overleden aan kanker – iets waar Schlosser een rol in heeft gespeeld. Want heeft de huisarts daadwerkelijk niet gezien dat het gezwel kanker was? Waarom heeft hij het afgenomen stukje huid niet naar het ziekenhuis gestuurd?

Het antwoord op deze vraag moet gezocht worden tijdens een feest van de zonnewende. De familie-Schlosser is op vakantie bij de familie-Meier. Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat de bekende acteur verantwoordelijk is voor het feit dat Schlossers oudste dochter niet meer zichzelf is. En dat zet de huisarts de acteur betaald.

Ik heb erg van deze roman genoten. Zo'n midzomer zal voorlopig verbonden zijn met Jiskefet.

woensdag 20 juni 2012

Middagpauze, uurtje vrij


Het was een mooie dag. En ik had een uurtje vrij. Ik besloot het centrum van Leeuwarden te gaan verkennen. Op zoek naar wat ik nog niet kende. Of naar wat ik wel kende, maar nog niet had bestudeerd.

Zo kwam ik onder meer langs de Waalse Kerk. Een gebouw, niet echt opvallend, in de Grote Kerkstraat. In dit kerkgebouw huist het vrijzinnige Remonstrantse Broederschap. Twee zondagen in de maand, van september tot en met juni, is de Waalse Kerk ook de plek waar de oecumenische basisgemeente Leeuwarden kerkt.

Deed me denken aan de kerk aan de Bleeklaan. De Baptisten exploiteren het pand, elke zaterdagmorgen bivakkeert daar de Messiaanse Gemeente.

Even verderop, als je de Grote Kerkstraat uitloopt, kom je bij de Grote-of Jacobijnerkerk. Deze voormalige dominicaner kerk is momenteel onderdeel van de Hervormde Kerk.

Naast deze imposante kerk staat de Joodse School. Op een steen in de muur staat de tekst uit Genesis 37, het derde vers. Het kind is niet meer. Die uitspraak komt van vader Jakob, als zijn zonen hem vertellen dat Jozef door een wild dier is opgevreten. Alleen Jozefs gekleurde mantel is, met bloed besmeerd, teruggevonden.

Tussen de Joodse School en de Jacobijnerkerk is het Joods Monument. Van de 655 Joodse Leeuwarders, zijn 550 door de nazi's vermoord.

Een religieus centrum biedt Leeuwarden. Tel daarbij op dat ik uitkijk op de Bonifatiuskerk, en mijn eigen gereformeerd-vrijgemaakte kerk op een kilometer afstand in de buurt heb. Dan heb ik het nog niet eens gehad over de diverse genootschappen, van vrijzinnig tot gereformeerde gemeente.


Maar wat mij het meest trof in het Leeuwarder centrum, was een ouderwets naambordje. Dat naambordje stond niet eens bij een deur of een raam. Maar het was gewoon geschroefd, op ooghoogte in het midden, onder twee ramen. Het gebouw stond praktisch naast de Waalse Kerk.

Het is een waar woord, bedacht ik me toen ik langs al die kerkgebouwen liep. Ik las:

Hier was het niet.

dinsdag 19 juni 2012

Sollicitatietraining


Onderdeel van de uitkering die ik momenteel geniet, is de plicht om te solliciteren. Vandaag was deel één van een sollicitatietraining. Samen met zo'n acht anderen zat ik vanmiddag in een lokaal. Het leuke van zo'n ontmoeting, is dat je de kans hebt om die mensen eens te horen. En te zien, uiteraard.

Zo zat ik naast Danny, een jongen van 21. Op zijn rechteronderarm, aan de binnenzijde, had hij een tatoeage. Van boven naar onder las ik 058, het kerngetal van Leeuwarden. Een Leeuwarder die trots is op zijn stad.

Even verderop zat Marco, een stevige man van eind veertig. Hij miste wat tanden, met name in de hoeken van zijn gebit. Om zijn nek hingen twee gouden kettinkjes.

Jo was een jongen van 35, die vorig jaar was afgestudeerd. Als journalist, maar dan ook weer net niet. Hij heeft de opleiding tot leraar Maatschappijleer gedaan. Maar het onderwijs was niet voor hem weggelegd. Nu bood de lerarenopleiding de mogelijkheid tot het afstuderen in EC, Educatieve Communicatie. Zoiets als journalistiek. Dat heeft Jo ook gedaan.

En dan nog Angelo. Een jongen met het hart op de tong. Op alles wat gezegd werd had hij wel een opmerking. Vaak een ondersteunende. Bijzonder sympathiek, iemand die meedenkt en vrijwel alles heel herkenbaar vindt. Maar naarmate de middag vorderde, werd Angelo meer en meer in toom gehouden.

Als laatste Joeke. Hij studeerde af in de administratie, heeft theologie gestudeerd en de verkorte Pabo gevolgd. Is twee jaar secretaris van een homo-beweging geweest. Maar zoekt nu iets in de administratie.

Sollicitatieplicht, eigenlijk zou iedereen zo'n training moeten volgen. Al was het maar vanwege de mensen die je er ontmoet.

maandag 18 juni 2012

EK-ergernissen


Het Nederlands Elftal is roemloos vertrokken uit Charkov. De vice-wereldkampioen is een schim gebleken van het toernooi in Zuid-Afrika. Nu de ploeg van Bert van Marwijk naar huis is, geeft dat de kans om lopende het toernooi mijn ergernissen te spuien. Want die ergernissen waren er wel degelijk.



1. De tatoeages

Al die spelers met de tatoeages, dat leidt mij af van het voetbalspel. Is bij de een een tattoo van de geliefde op diens buik, bij een ander zijn beide armen (en meer lichaamsdelen) volledig bedekt door die plakplaatjes. Soms is het zelfs zo erg met die plakplaatjes, dat de desbetreffende voetballer ductape om de polsen heeft gedaan: zodat de tatoeages niet loslaten op die plek. Jammer.



2. Het haar

Dit punt valt in de vergelijkbare categorie als de tatoeages: het haar. Het verhaal gaat dat Cristiano Ronaldo tijdens het theedrinken zijn kapsel verandert. Dan ben je ver heen. Natuurlijk, ook ik als kalende man weet: als je haar maar goed zit. Maar als je zoveel tijd besteed aan het aanpassen van je haar tijdens de rust, dan gaat er iets fout.

Of je voelt jezelf zo belangrijk, dat je de groepsbespreking kunt onderbreken met je haren. Of de trainer is zo oninteressant, dat het je niet uitmaakt wat hij zegt. Zolang je eigen haar maar goed zit.

Ook dit leidt mij af van het voetbalspel. In plaats van te kijken naar oogstrelend voetbal, wordt ik bijna gedwongen om te kijken of iemand die avond wel of niet goed in zijn vel zit. Hoe heeft hij zijn haar? Zit er een puistje op zijn kin? Nee, voetballen moet je.



3. Teamvorming

In de media wordt gesproken dat Oranje geen team is. Misschien is dat ook wel zo. Als je de twee topscoorders in je team hebt, die in de grootste Europese competities hun doelpunten meepikken – misschien wordt je daar minder georiënteerd op je groep door. Maar waarom zou dat zo zijn? Als het team inderdaad al twee jaar in min of meer dezelfde groep samen is, dan maakt het toch niet uit hoeveel doelpunten je maakt?



4. De media

Zowel de commerciële als de publieke media moeten het ontgelden.

Eerst maar de commerciëlen, verpersoonlijkt door sigaarsnor Johan Derksen. In de voorbereiding op het Europees Kampioenschap had “Johnny” wel het een en ander op Van Marwijk aan te merken. Maar Derksen prees de bondscoach, omdat die zich door niets en niemand liet afleiden. Nu is diezelfde Van Marwijk de schlemiel van Derksen. Bertje luistert naar niemand, en dat is hem te verwijten.

Maar dan de publieken, vertegenwoordigd door de staatsomroep NOS. Zondagavond verviel de uitzending van Met Het Oog Op Morgen. Vanwege de cruciale groepswedstrijd van Oranje. Wat mij betreft ben je dan volledig doorgeschoten in het Oranje-dom. Natuurlijk, voetbal is een belangrijk onderdeel van onze samenleving. Zeker door het wegvallen van de kerk, wordt voetbal meer en meer een religie. Maar je zou van een onafhankelijke nieuwsomroep mogen verwachten dat er meer is dan elf tegen elf.

Alsof in Griekenland zondag geen cruciale parlementsverkiezingen zijn gehouden. Alsof de premature democratie in Egypte, met de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, minder belangrijk zijn dan een groepswedstrijd van 'onze jongens'.

Jammer.

zondag 17 juni 2012

Voorbede(zon)dag


Gisteren ben ik de hele dag in Emmen geweest. Geen dagje dierentuin, maar een voorbereidingsdag voor E&R Beerze. Bijzonder is dat vrijwel het hele team aanwezig was. Zo'n tien man. Hoe vaak komt het niet voor dat drie, vier mensen zo'n dag niet kunnen? Dat de dag erop, vandaag dus, de landelijke Voorbedezondag is voor alle E&R-projecten, namen we als team op de koop toe.

De bedoeling van de Teambijeenkomst was om het weekprogramma zoveel mogelijk voor te bereiden. Het projectthema voor komende zomer is het lied van Ramses Shaffy, 'Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder'. Onze week staat stil bij de laatste twee woorden, 'werk en bewonder'.



Zoals het een goede gereformeerde organisatie betaamt, begonnen we de dag met een Bijbelstudie. Samen met mijn alter ego dominee Van Zanten, pastor van beroep, heb ik die Bijbelstudie voorbereid. Zo'n voorbereiding doet me altijd goed. Uiteraard om met Van Zanten weer om tafel te zitten en bij te praten. Maar ik vind het elke keer weer een uitdaging om, met mijn pastorjasje aan, met de Bijbel bezig te zijn.



***



Werk en bewonder. Wat moet je dan precies Bijbelstudieën? Van Zanten kwamen tot de conclusie dat we met het boek Prediker aan de slag moesten. In dat boek, een filosofisch-religieus werk, komen de thema's werk en bewonder bijeen. In dat boek worden antwoorden gegeven. Antwoorden over de zin van het leven, het nut van werken en het genieten van de wereld en de schoonheid.

Maar we zaten nog met één aandachtspunt. Want hoe introduceerden we het thema, op welke vragen zouden die antwoorden gegeven moeten worden? Gelukkig is daar de serie DWDD-recordings. Bij het populaire televisieprogramma De Wereld Draait Door mochten in het afgelopen seizoen artiesten hun favoriete liedje van een ander vertolken. Met alleen een gitaar en de stem. Net zoals Johnny Cash dat heeft gedaan voor zijn American Recordings.



***



Moraal van de Bijbelstudie die ds. Van Zanten en ik hebben voorbereid, is dat werk en schoonheid belangrijke onderdelen zijn van het menselijk bestaan. Maar werk, de eeuwige jeugd, genot (bewondering), het zijn ook dingen die we moeten relativeren. Belangrijk, inderdaad, maar niet datgene waar het in het leven om gaat. Het gaat in het leven om het dienen van God. Dat moet het uitgangspunt zijn. De rest (werk, jeugd, genot) hoort zich te onderwerpen aan het geloof in de chief commander van deze wereld en de wereld die we niet kunnen zien.



***



Iemand die vertolkte dat mensen op zoek zijn naar deze antwoorden, is Jules de Corte. Hij zong jaren geleden dat de mensen moe zijn van het jachten en jagen. Van het zoeken naar antwoorden op tienduizend vragen.

Ik kende het liedje niet. Totdat de Drentse muzikale duizendpoot Daniël Lohues dit lied vertolkte tijdens de DWDD Recordings.


vrijdag 15 juni 2012

Kieslijst ChristenUnie

Vandaag heeft de ChristenUnie de concept-kieslijst bekend gemaakt. Een lijst waarin ervaring en nieuwe gezichten een mix vormen. Arie Slob, Joël Voordewind en Carola Schouten op de eerste drie plekken. Gert-Jan Segers (4) en Herman Wegter (7) zijn mensen in de categorie 'Nieuwe gezichten'.
Een mooie lijst. Gert-Jan Segers, een innemend figuur. Ik heb hem in het najaar gesproken voor de Perspex. Het is een man waar je je gauw op je gemak voelt. Iemand die je er zeker bij kunt hebben. Net als Anja Haga, fractievoorzitter van Statenfractie Fryslân. Inhoudelijk sterk.
Herman Wegter, EO-knuffelbeer, is ongetwijfeld gekozen om 'seculiere' stemmen te trekken. Een bekende naam in de televisie-wereld. Hugo Scherff op plaats 18, als vertegenwoordiger van PerspectieF. Een jongen die prima leiding kan geven aan ALV's. Maar die ook tevreden is met zichzelf.
Voormalig Kamerlid Ed Anker op plaats 44, wel een erg lage plek voor de gedreven politicus. Maar aan de andere kant, nu hij net wethouder is, heeft hij wel iets anders te doen. Ron de Rover op plek 37, de huidige voorzitter van Stichting TijdVoorActie. Dominee Arie van der Veer op plaats 50, als hekkensluiter.
Natuurlijk mis ik namen. Vanuit de Provinciale Unie hebben we een aantal namen voorgedragen. Maar laat ik die namen niet noemen. Het is aan de selectie-commissie om de juiste mensen te kiezen. Op dit moment waren deze vijftig namen de meest geschikte.
Nee, ik mis mezelf ook niet. Ik moet er niet aan denken om de Kamer in te gaan. De inhoudelijke politiek is niet aan mij besteed.

donderdag 14 juni 2012

NRC's liefdesliedjes

In de nrc*next van dinsdag 12 juni schrijft publicist Jan Drost over de liefde in de muziek. Drost schrijft dat romantische liedjes ons geen steek verder helpen op de liefdesweg. “Ze wurgen ons vaak zelfs een teleurstellend eind terug. Als daarentegen liefdesliedjes ons verder moeten kunnen helpen, welke liedjes verdienen het dan die eretitel te dragen?”

Dat is een mooie opdracht. Welk liedje is daadwerkelijk een liefdesliedje? Voor het gemak stelt Drost alvast een eis. “Liefde maakt kwetsbaar. Liefde slaat een wond. En als het goed is, groeit die niet meer dicht. Geliefden raken elkaar diep, ze doen elkaar in zekere zin iets aan. En hebben dan elkaars helpende had nodig om op eigen benen te staan. (…)

Dat maakt bescheiden. Het maakt dat je je best wilt doen. Liefde in deze overweldigende zin, niet vernederend maar nederig makend, zou wel eens een welkome levensles kunnen zijn in onze tijd en manier van samenleven, waarin het soms lijkt alsof we zelfgenoegzaamheid tot hoogste goed hebben gemaakt. Liefhebben kan ons iets heel anders vertellen. Als we het aandurven het te horen.

Op de lijst van liedjes die het in zich hebben onze wijze van liefhebben te veranderen, verdient dit wat mij betreft een plaats. Maar natuurlijk is er meer. Voor wie goed zoekt, tussen de bergen van romantische rommel, is er veel moois te vinden.”



***



Een mooie uitdaging, lijkt me. Ik probeer een lijstje te maken van liefdesliedjes. Daarvoor maak ik eerst een voorselectie. Want niet uit elke muziekbron wil ik putten. De eis die ik mezelf stel, is zoetsappigheid.

Zo vallen bijvoorbeeld Nick & Simon af. Niet omdat ze niet kunnen zingen. Het duo is de trots van Volendam. Maar de manier waarop ze zingen, is te glad. Ze zijn jong. Waar ze over zingen, lijkt meer op het romantische beeld waar Drost het over heeft.

Mijns inziens heeft een goed liefdesliedje te maken met de stem. Een doorleefde stem komt mij overtuigender over dan de nieuwe generatie. Ik heb het idee dat ik van de doorleefde stem iets kan leren. En niet alleen ik. Misschien zouden de vrienden uit Volendam ook kunnen leren van de bonafide liefdesliedjes.

Tijd om een lijstje te maken.



***



Bob Dylan – To make you feel my love



Nee, Bob Dylan covert met dit lied niet Adele. De Britse zangeres scoorde met 'Make you feel my love' in 2008 een grote hit. Mede vanwege haar jonge stem. Maar de Amerikaanse zingende dichter nam het lied twaalf jaar eerder op. Het verscheen op zijn illustere plaat 'Time out of mind'. De stem van Dylan, duidelijk te horen dat hij niet meer in zijn jonge dagen is. Maar dat maakt de versie van de bard juist zo aantrekkelijk.



I'd go hungry, I'd go black and blue

I'd go crawling down the avenue

There's nothing that I wouldn't do

To make you feel my love



Dit is om kippenvel van te krijgen.



Tom Waits – I hope that I don't fall in love with you



Een man in een bar, die een vrouw ontmoet. Hij met een biertje in zijn hand. Opeens hoort hij dat zij hem roept. En hij hoopt dat hij niet verliefd op haar wordt. Als zij weer weg is, aan het einde van het lied, is het toch zover gekomen: de man is verliefd op haar geworden.

Het is wederom die stem die het hem doet.



Now it's closing time, the music's fading out

Last call for drinks, I'll have another stout.

Turn around to look at you, you're nowhere to be found,

I search the place for your lost face, guess I'll have another round

And I think that I just fell in love with you.



Ik liep een paar jaar geleden met een vriendin door het centrum van haar woonplaats. In dat centrum werd ze aangesproken door een kerkgenoot van haar. Toen we na dat gesprekje verder liepen, zei de vriendin dat ze moest oppassen dat sommige jongens niet verliefd op haar moesten worden. Al was het maar omdat ze al een vriend had.

Een jaar of drie later trouwde ze met haar vriend. Dit voorval ben ik echter nooit vergeten. Evenmin dit lied, wat ik aan die ontmoeting heb gekoppeld. Tom Waits als soundtrack van het leven.



Ernst Jansz – Een eerste klein verraad



Ernst Jansz maakte een bewerking van 'The first cut is the deepest'. In het Nederlands werd dat 'Een eerste klein verraad'. In de liefde wordt je het hardst geraakt door het eerste liefdesverdriet. Jansz koppelt zijn eerste liefdesverdriet aan dat meisje van veertien jaar.



het eerste meisje dat / mij met haar liet vrijen

en hete tranen schreien / omdat zij al dat moois bezat

was nauwelijks veertien jaar / en ik was niet veel ouder

maar zij was mij veel vertrouwder / dat alles bij elkaar



ik gaf haar wat ik had / al was ik onervaren

en nauwelijks te bedaren / heb ik haar liefgehad

en dronken van die wijn / weer aan een vriend verloren

waarna ik heb gezworen / dat het nooit meer zo zou zijn



want zoals het altijd gaat

je kunt het ieder vragen

je wordt het hardst geslagen

door een eerste klein verraad



Zo is het. Het beste medicijn om over een gebroken hart te komen, is een rij met volgende gebroken harten. Daarmee wordt dat eerste kleine verraad niet minder. Je leert er wel mee te leven. Omdat het vaker gebeurd. Niet alleen bij jezelf, maar ook bij anderen. Gedeelde smart is halve smart.



***



Een top-drie. Vraag me morgen weer, en het wordt een andere lijst. Zulke lijsten zijn per geval weer anders. Dat maakt het ook interessant. Goed of fout bestaat niet. Voor veel jongeren zullen artiesten als Jan Smit, Nick & Simon en de 3J's wel de woordvoerders zijn van de eigen gevoelens.

Deze lijst is van mij. Is van vandaag.

woensdag 13 juni 2012

Beroepen


Een dominee solliciteert niet naar een nieuwe werkgever. De plaatselijke kerk, en daarmee Christus zelf, doet en beroep op een dominee. Het is vervolgens aan de predikant om te beslissen bij welke gemeente hij zijn diensten aanbiedt.

Een beroep dus. De gemeente doet een beroep op een dominee om vooral in die specifieke gemeente te staan. Voor de ene voorganger komt zo'n beroep precies op tijd, voor een andere veel te vroeg. Waar dat aan ligt, is verschillend.

Voor een beginnende dominee is het prettig als hij na zijn studie aan het werk kan. Nu zijn het aantal vacatures voor predikanten wel redelijk dik bezwaaid. Gezien de vergrijzing zal het aantal dominee-loze gemeentes toenemen.

Zo ook in de Gereformeerde Gemeenten. Vandaag in het Nederlands Dagblad, in het kader van 'Kerk kort', een klein berichtje. Klein, omdat het in een kolom links onderin staat vermeld. Ik citeer:



BEROEPEN te Bodegraven, te Drachten, te Emmeloord, te Groningen, te Hilversum, te Hoofddorp, te Hoogvliet-Spijkenisse, te Leiderdorp, te Lelystad, te Nieuwekerk, te Oostkapelle, te Ouddorp, te Ridderkerk-Slikkerveer, te Rijssen-West, te Rotterdam-IJsselmonde, te Rotterdam-Zuidwijk, te Scheveningen, te Sliedrecht, te Tricht-Geldermalsen, te Waarde, te Westkapelle en te Woerden: kandidaat A. T. Huijsser te Geldermalsen.



Grote vraag is natuurlijk, waar komt die beste A.T. terecht?

dinsdag 12 juni 2012

Biddende sporters


Deze week zat ik na te denken over topsporters. Met name over topsporters die religieus zijn. Hoe vaak zie je niet een voetballer met een T-shirt onder zijn clubshirt, met daarop een tekst als 'God loves you'?

Nog vaker zie je (bij voorbeeld) voetballers, die voor ze het veld in gaan een kruisje slaan. Of als ze het veld afgaan vanwege een wissel hetzelfde kruisje slaan. Soms in meervoud. Sommige spelers zie je naar boven kijken bij een wissel. Of met beide handen de lucht in bij een doelpunt.

DavidHeek, 'scheidsrechter, blogger en theoloog', schrijft vandaag in het Nederlands Dagblad een column over de biddende topsporter. En wat wij daarvan kunnen leren. De rebelse columnist gooit op eigenwijze manier de knuppel in het hoenderhok

'Voordat Przemyslaw Tyton, de zo-even ingevallen keeper van Polen, de strafschop stopt, knielt hij. Hij bidt voordat hij aan het werk gaat.' Op deze manier begint Heek zijn column. Een passend beeld voor een krant met een duidelijk christelijke achterban. Niemand kan tegen dit beeld zijn.

Vervolgens neemt Heek de oordelen op de korrel, die volgen op zo'n openbaar gebed. Een afstandelijke analyse (“gevaarlijke vermenging van topsport en religie”), de onkritische tolerantie (“Moet-ie lekker zelf weten”) en de zwaar-conservatieve reactie (“Een zondagontheiligende zondaar die zijn getrainde lichaam niet voor de Heer gebruikt – hij moet zich bekeren”).

In de volgende alinea wijst Heek deze criticasters terecht. Volgens Heek schijnt oordelen 'sowieso' niet gezond voor een mens te zijn. Hoe zat het ook al weer met de pot en de ketel? Afijn. Terecht zegt Heek over keeper Tyton, dat niemand in zijn hart kan kijken. Waarmee de discussie dood loopt.

Spiegelen moeten we ons als christen. Zeker ook omdat Jakobus ons de vraag voorhoudt hoe wij eigenlijk bidden. Omdat we bidden om onze eigen hartstochten te bevredigen. En dat is verkeerd.

Je kunt je ook afvragen of zo'n openbaar gebed noodzakelijk is. Veel gebed in het verborgene is veel kracht naar buiten, is een Visje-slogan. De profeet Daniël was gewoon om driemaal daags te bidden – in zijn binnenkamer, met het raam open richting Jeruzalem. De Here Jezus bindt Zijn discipelen op het hart om niet te bidden met een omhaal van woorden, zoals de huichelaars doen op de hoek van de straat en in de synagoge. Zij hebben hun loon al.

Nee, ga liever bidden in het verborgene. Want de Vader, die het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. Misschien doet Hij dat wel door je een strafschop te laten stoppen. Maar misschien ook niet. Want het gaat Jezus niet om die strafschop. Of om de juiste basis-elf. Het gaat Hem om onszelf, tot eer van Zijn naam.

maandag 11 juni 2012

Dat was het dan


Iets na half vijf vanmiddag liep ik door de draaideur van Omrin naar buiten. Eerder die dag had ik al het bliebje bij de receptie ingeleverd. Het bliebje, de druppel, het pasje waarmee ik dagelijks het gebouw in ben gekomen. Waarmee ik de server-ruimte in kon. Het pasje wat mij toegang verschafte tot de wondere wereld van de afvalverwerker.

Vandaag was het natuurlijk ook de dag van de traditionele afscheidstournee. Bij de afdeling Communicatie wat handen geschud. Bij de ICT-collega's een hand geschud. Hier en daar een afscheidswoordje gesproekn.

Uiteraard werd ik door een ieder toegesproken met de wens op een betere toekomst. Want hoewel het half jaar bij Omrin als werkervaring geldt, was van een “serieuze” baan niet echt sprake. Via dit traject hoopte ik in het arbeidsproces te stromen.

Vanaf morgen zit ik weer thuis. Maar ik zit niet de hele dag thuis. Ik heb een volle agenda, gelukkig. Daarbij biedt het mogelijkheden om met andere dingen bezig te zijn. Zoals bloggen. Boeken schrijven. Journalistiek werk. Evangelisatie-werk.

Ik verveel me niet.

zondag 10 juni 2012

Avondmaal


Vandaag heb ik voor het eerst het Avondmaal gevierd in mijn nieuwe thuisstad Leeuwarden. Een mooie dienst, vanzelfsprekend. Maar omdat het de eerste keer was, vond ik het vanmorgen een klein beetje extra mooi.

De Avondmaalstafel stond op de verhoging voorin de kerk. Op het moment van de viering, verdeelde de kerkenraad zich op, staande voor de Avondmaalstafel. Vanuit het publiek gezien stond de diaken helemaal links. Wie aanging, moest eerst in de Avondmaalscollecte voorzien. Een paar meter verderop stond de dominee. In zijn hand de schaal met brood. Voorbij langs het doopvont, langs de tafel, het preekgedeelte. Om als laatste uit te komen bij het drietal dat de wijn in handen hield.

De gemeente trok op per vak. In een stoet trokken de beminde gelovigen door de kerkzaal, eerst langs de diaken, dan de predikant en vervolgens het drinkgelag.

Het beeld deed me denken aan een viering van de paapse mis. Dat is die vervloekte afgoderij, waarbij volgens de paus het brood en het wijn daadwerkelijk veranderen in het lichaam van Christus. Transsubstantiatie. Om maar een term te gebruiken.

Afhankelijk van het tijdstip en de dag, staan ook bij de mis de kerkelijke leiders vooraan om het lichaam van Jezus aan de gelovigen uit te delen. Ik heb dat gezien, ik heb meegemaakt hoe de aanwezige kerkgangers gevoed werden met dat goddelijke lichaam.

Het is 'slechts' een ritueel, zo voorin staan. Maar wel een ritueel waar mysterie uit spreekt. Het is één van de mysteries van het christelijke geloof. Voor buitenstaanders wat mysterieus, voor sommige insiders ook.

Ik vind het mooi.

zaterdag 9 juni 2012

Molukse treinkaping


Demissionair minister van Defensie Hans Hillen (CDA) had een aardig plan. Hij wilde de militairen die een einde maakten aan de 'Molukse treinkaping' van 1977 een insigne geven. Wat precies de reden daarvoor is, werd niet bekend gemaakt. Wel dat het een onderdeel is van een nieuwe veteranenwet.

Maar het plan valt niet in goede aarde. Kees Kommer, leider van de militairen, vindt het onjuist om mensen met een license to kill te eren. Ook voormalig gijzelaar George Flapper is ontstemd over dit plan. Vanwege dezelfde reden als Kommer. En president John Wattilette van de Republiek der Zuid-Molukken, is niet enthousiast. Wonden helen langzaam, maar dat proces wordt door de erepenning vertraagd.

De Molukken. Mede door de boeken van Ernst Jansz raakte ik geïnteresseerd in voormalig Nederlands-Indië. Een bijzonder land, qua grootte en wat betreft de relatie met Nederland.

Kort na de politionele acties riepen de Zuid-Molukkers een eigen staat uit: de Republik Maluku Selatan. Veel RMS-ers waren soldaten van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Na de onafhankelijkheid van Indonesië hoopten de RMS-ers op steun vanuit het moederland. De Molukkers hoopten dat de Nederlandse regering hen ook zou helpen bij hun onafhankelijkheid.

Niets bleek minder waar. Integendeel, Nederland haalde de RMS naar het West-Europese land. Tijdelijk, was de belofte. Vanuit Nederland zou de RMS worden opgezet en juridisch worden erkend. En na een paar jaar zouden de Molukkers naar hun eigen land gaan.

Tot die tijd verbleven de Molukse Nederlanders in Westerbork. Het concentratiekamp kreeg de naam Schattenberg. Maar Schattenberg werd de uitvalbasis van waaruit de Molukkers in Nederland begonnen te integreren. Geen eigen RMS, maar een eigen regering in ballingschap.

Daar wilden de tweede generatie Molukkers tegen strijden. Na een gijzeling op de ambassade in Wassenaar, volgde in 1975 de treinkaping bij Wijster. Een aantal passagiers uit die trein werd door de kapers vermoord. Twee jaar later was de treinkaping bij De Punt en een gelijktijdige gijzeling van een basisschool in Bovensmilde.

***
Nu, ruim zestig jaar na het uitroepen van de onafhankelijkheid van de RMS, zit de Molukse regering nog steeds in ballingschap in Nederland. Nog steeds is de RMS een ideaal. Nog steeds moet de Nederlandse regering haar belofte inlossen dat zij zich sterk zal maken voor de Molukse staat.

Wat ik vind? Ik denk niet dat mijn mening er toe doet. Maar mocht Hillen mijn blog lezen, het volgende.

Misschien wordt het tijd om die RMS daadwerkelijk te laten bestaan. Want het kan, onafhankelijkheid van Indonesië. Oost-Timor is immers ook zelfstandig geworden. Laat die erepenning maar zitten – zou je die kunnen inwisselen voor een natiestaat?

vrijdag 8 juni 2012

De brief aan Filemon


In der Beschränkung zeigt sich der Meister. Toen ik slaagde voor de mavo, werd over mij gezegd dat ik mijn antwoorden altijd kort en bondig formuleerde. 'En dat voor iemand die misschien wel journalist wil worden,' werd door mijn mentor Henk Oostland nog vermeld, tegenover het publiek van geslaagde mavo-scholieren en hun ouders.
Als een verrassing kwam die opmerking niet. Al tijdens mijn carrière in Drachten hoorde ik mijn docente economie zeggen dat ik mijn antwoorden kort kon opschrijven. Blijkbaar hoef je niet gebruik te maken van een omhaal van woorden, om je punt te maken. Of desnoods om op te vallen.
De apostel Paulus daarentegen staat juist bekend om zijn vele woorden. Lange zinnen, waarin hijzelf van de hak op de tak lijkt te springen. Het beeld heerst dat Paulus aan het einde van een zin niet meer wist waar hij die zin mee was begonnen.

Des te verrassender is dat de brief aan Filemon een korte brief is, slechts vijfentwintig verzen. Daarmee net zo groot of klein als de brief van Judas. Maar volgens goed Bijbels principe is juist het kleine en onaanzienlijke van belang.
Mozes stuurde twaalf verspieders over de Jordaan. Tien van die verspieders hadden het vermoeden dat Kanaän niet te overwinnen was. De andere twee, Jozua en Kaleb, die wel bij name worden genoemd, zochten hun heil bij God.
Niet toevallig stuurt Jozua, als hij de leider van Israël is, opnieuw twee spionnen het Beloofde Land in. Na een korte nacht bij Rachab, vertellen die twee hetzelfde als Jozua en Kaleb veertig jaar eerder.
En wat betreft het onaanzienlijke: niet Isaï's sterke zonen werden door Samuël gezalfd tot koning. De jongste telg, die de schapen maar moest hoeden, die werd de opvolger van Saul. Gabriël komt bij een eenvoudig dienstmeisje binnen om haar te verwittigen dat zij de Messias' moeder wordt.
Je zou haast denken dat deze joods-christelijke religie leeft bij de gratie van de nietszeggende minderheid.

***

Laten we eens naar de brief zelf kijken. De afzender is Paulus, maar ook zijn knechtje Timotheüs. Het is de vraag in hoeverre Timotheüs een rol speelt, want even verderop zet Paulus zijn eigen handtekening onder de brief.
De eerste geadresseerde is Filemon, dan volgt Apfia, die waarschijnlijk Filemons vrouw is, en medestrijder Archippus, de zoon van Filemon en Apfia. Naar verluidt, want zeker weten doen de schrijvers van de Studiebijbel in Perspectief niet.
Timotheüs, Apfia, Archippus, namen die verder niet van belang lijken te zijn voor de brief. Paulus noemt ze voor de volledigheid wel. Wat van belang is, is Onesimus. Volgens de Nieuwe Bijbelvertaling wordt hij door Paulus zijn kind genoemd.
'Ik zou u om een gunst willen vragen voor Onesimus, die tijdens mijn gevangenschap mijn kind geworden is.' Daarmee staat die beste man op dezelfde voet als Timotheüs. De Willibrord-vertaling, in de geheel herziene versie van 1995, vertaalt dat vers overigens net wat anders. Volgens Willibrord is Onisemus niet de zoon van Paulus geworden, maar heeft Paulus hem zelf verwekt in de gevangenis.
Willibrord staat niet alleen met deze vertaling. De 'oude' Statenvertaling schrijft bij vers tien: 'Ik bid u dan voor mijn zoon, welken ik in mijn banden heb geteeld, namelijk Onesimus.' De Herziene Statenvertaling zegt dat Paulus zijn zoon Onesimus heeft voortgebracht toen hij in de boeien geslagen was. Pieter Oussoren vertaalde het zo in zijn Naardense Bijbel: 'mijn kind, dat ik in de boeien heb verwekt: Onesimus'.
Ik vind het opvallend, dat diverse vertalingen zeggen dat Paulus Onesimus heeft verwekt in de gevangenis. Paulus had geen vrouw, dus biologische kinderen had hij niet. En het is natuurlijk vreemd om een volwassen man als pas verwekt te beschouwen. Het lijkt me waarschijnlijker dat Paulus het hier heeft over de wedergeboorte van Onisemus. Maar toch, Jezus zegt duidelijk tegen Nicodemus dat de wedergeboorte niet een zaak is van het vleselijke gebeuren.

Gevangenis, Onisemus, twee woorden die met elkaar van doen hebben. Want Onesimus, over wie de brief van Paulus gaat, is een voormalige slaaf van Filemon. Wat precies de kwestie is, wordt niet duidelijk. Men gaat er vanuit dat Onesimus iets van Filemon gestolen heeft, en vervolgens naar Paulus is gegaan. Paulus als goede vriend van Filemon, zou voor de slaaf een goed woordje kunnen doen.
Ondertussen heeft Paulus Onesimus ook bekeerd. Filemon moet Onisemus dan ook als broeder zien, en niet als slaaf. De kaarten zijn immers opnieuw geschud.
Opmerkelijker dan de eigenlijke inhoud, vind ik de schrijfstijl van Paulus. Hij zet zichzelf aan het begin van de brief, ter inleiding op zijn verzoek, neer als een zielige oude gevangene. Je zou zijn komende verzoek alleen daarom al niet durven weigeren.
En dan die retoriek van Paulus. Die Onesimus is bijzonder nuttig geweest, “zowel voor u als voor mij”. Paulus stuurt hem terug naar Filemon, “dat wil zeggen mijn hart”. Paulus had Onisemus graag willen houden als plaatsvervangende verzorger van Filemon, maar je kunt niet alles hebben. “Uw goedheid moet niet afgedwongen maar spontaan zijn,” is Paulus' argument.
Verwelkom Onesimus alsof ik het zelf was, zegt Paulus, in alle bescheidenheid, zal ik maar denken. En wat betreft hetgeen Onesimus aan Filemon verschuldigd is: dat wordt verrekend met dat wat Filemon aan Paulus schuldig is. Dat strepen we weg, beste makker! Om dan te zeggen: 'Kom broeder, laat me een beetje van u profiteren – in de Heer dan!' haast Paulus erbij te zeggen.

Paulus zit gevangen, maar gaat ervan uit dat hij binnenkort weer op vrije voeten is. Want Filemon moet gelijk maar even een logeerkamer voor zijn leermeester klaarmaken.

***

Naar aanleiding van deze brief zijn er verschillende vraagstukken opgeworpen. Zou Paulus wel of niet voor de slavernij zijn? Hoe zag Paulus zijn status, was hij niet gewoon een narcistische en oude man? In ieder geval was Paulus iemand met gezag, en dat wist hij zelf ook.
Het belangrijkste uit deze brief is wel, dat Paulus het geloof van de liefde consequent heeft doorgevoerd. Geen verschil meer tussen slaven en vrijen, Joden en Grieken. We zijn allen hetzelfde, en zo moeten we elkaar ook behandelen. Doet denken aan de gulden regel uit de Bergrede: behandel de ander zoals uzelf behandelt wilt worden.
Ook als ongelovige zou je bijna een eenheid van de Bijbel gaan vermoeden.

ps. bij BNN loopt een presentator rond met dezelfde (voor)naam als deze geadresseerde. Toch heb ik het lichte vermoeden dat Filemon Wesselink weinig weet heeft van zijn Bijbelse naam. Je zou je toch schamen als je met zo'n naam het programma Spuiten & Slikken presenteert?

donderdag 7 juni 2012

Blokhuispoort


Gisteravond reed ik met de trein naar huis. Ik had een gezellige avond in Mariënberg en Hoogeveen gehad. In mijn aantekeningenboekje maakte ik een notitie over de Blokhuispoort in Leeuwarden.
Deze voormalige gevangenis is een historisch pand, een monument naast de binnenstad. In de status waarin ik het gebouw heb leren kennen, is het een museum. Daarom is het goed te bezoeken, ook voor een nieuwe Leeuwarder als ik.
Vanmorgen ben ik gaan zoeken op internet naar de openingstijden van de Blokhuispoort. En natuurlijk de prijzen, et cetera. Zulke feiten zijn prettig om van tevoren te weten.
Maar wat schetst mijn verbazing? Op de site is gisteravond, om 23 uur, een persbericht geplaatst. Met het bericht dat de Blokhuispoort gaat sluiten. Per direct; vandaag is begonnen met het leeghalen van de oude gevangenis.
Om 23 uur is het bericht geplaatst op de site. Rond diezelfde tijd fietste ik langs de Blokhuispoort. Met in mijn gedachten de belofte om op korte termijn binnen die poort te gaan kijken.
Dat zit er dus niet meer in.

woensdag 6 juni 2012

Gijsbert Japicxstraat 82


Gijsbert Japicxstraat 82. Dat is het adres waar dominee Johannes Hendrikus Zelle in Leeuwarden woonde. Samen met zijn moeder. Na zijn vervroegde emeritaat vertrok Zelle uit Rockanje terug naar het ouderlijk huis. Daar verzorgde hij zijn moeder, totdat zij onder politiebegeleiding werd opgehaald om naar een verpleeghuis te gaan. In de Gijsbert Japicxstraat is Zelle overleden, schrijvend aan een preek.

Vanmorgen ben ik bij de Gijsbert Japicxstraat geweest. De sfeer proeven. De straat ligt achter de Emmakade. Een arbeidersbuurt. De huizen lijken kortgeleden te zijn gerenoveerd. Veel bomen staan in de straat.

Nummer 82 lijkt wat aan de lege kant. Toch moet het huis niet onbewoond zijn, omdat vijf afvalcontainers voor de deur staan. Aan het raam hangt een papiertje. Ik lees dat een kamer te huur is. Wie geïnteresseerd is, kan een 06-nummer bellen.

Ik vraag me af of die kamer die verhuurd wordt, misschien de kamer van de dominee is geweest. De kamer waar hij zijn preken schreef. Weinig in die kamer zal nog herinneren aan de excentrieke gereformeerde predikant. Het behang waar de boeken voor stonden, zal vervangen zijn. De boeken zullen aan een antiquariaat verkocht zijn. Een likje verf tegen de muren, nieuwe vloerbedekking op de grond.

Als ik een foto maak van nummer 82, merk ik dat iemand in mijn rug kijkt. Het is de overbuurman, een al wat oudere man. Ik besluit om te vertrekken uit de Japicxstraat. Nummer 82 is weliswaar een historisch pand, maar ik wil van dat pand geen bedevaartsoord maken. En evenmin die suggestie wekken.

Terwijl ik wegfiets vraag ik me af, of die overbuurman heeft gezien dat Zelle in dat huis woonde. En of hij de politiebegeleiding heeft gezien, toen die moeder Zelle kwam ophalen. Alleen al het idee dat die man hier al decennia woont en Zelle heeft meegemaakt, stemt me droevig.

Maar misschien komt dat ook wel door de regen.

dinsdag 5 juni 2012

Foto's uitreiking Medal of Freedom

De website ISIS, een Dylan-magazine, heeft foto's gepubliceerd van de uitreiking van de Medal of Freedom. Onder andere Bob Dylan ontving deze hoogste burgerlijke onderscheiding. Graag neem ik deze foto's over, met mijn eigen commentaar.

De Denker. Een man die wacht. Hij is te vroeg voor de ceremonie. Waar zou hij over denken?
















Kort voor het moment van de Denker, komt de Staatsman de zaal inlopen. Hier is de man waar de zaal op wacht. Als hij zit, kan de ceremonie beginnen.
















De Dromer, een ver familielid van wijlen kolonel Khadaffi. Met dit verschil dat de Dromer wél een vergezicht heeft. Hij weet waar hij heen wil. Maar dat wil hij niet delen met zijn publiek. Hardnekkig houdt hij zijn zonnebril op. Dit doet denken aan zijn MTV Unplugged-optreden. Ook toen hield hij zijn zonnebril op. Het bleek de opmaat voor een zoveelste comeback. Maar volgens de introductie-spreker tijdens de Dylan-concerten: releasing some of his strongest music in his career, beginning in the late nineties.









Kijkt hij hoopvol op naar de medaille? Is het verwachtingsvol? Of is het een teleurstelling, dat het maar zo'n klein medaillon is? Kijkt hij om te zien waar hij dit hangsel thuis ophangt?

Spannend. Dit is het moment waarop Dylan nog terug kan. Daar waar de president de spanning weglacht, kijkt Dylan gespannen voor zich uit. De man die avond aan avond hele popstadions vol krijgt om te luisteren naar zijn boodschap, kan niet tegen de spanning om gelauwerd te worden.


Het verhaal gaat dat Dylan het syndroom van Asperger heeft. En zeg nou zelf, de man die zijn onderlip in zijn mond heeft getrokken, je hebt met hem te doen. Al die aandacht voor hem, dat wordt hem teveel.

Een slap handje, maar een amicale klap tegen de schouder van de president. Het zit erop. Bedankt, man.
Wanneer zou Dylan voor het laatst hebben geklapt voor iemand anders? Klapt Dylan wel echt voor iemand anders? In tegenstelling tot de medeklappers, kijkt Dylan niet op of om. Stoïcijns kijkt hij vooruit. Misschien wel omdat hij die kant op moet. Vanwege die bargain met de chief commander.



maandag 4 juni 2012

In de wereld, van de wereld, door de wereld


Afgelopen weekend was ik in Mariënberg. In de plaatselijke streekschool werd een voorbereidingsweekend van Project Beerze gehouden. De school staat aan de rand van de bewoonde wereld, op de grens van wijk en weiland. Omgeven door een spoorlijn en bos. Je staat zo in de gewone wereld, maar wat er in die wereld gebeurt, gaat volledig langs je heen. Zodat je volledig opgeladen wordt om in de zomer een week lang het evangelie te verkondigen.

Zo waren we in de wereld (we stonden in een dorp), waren we van de wereld (we waren helemaal weg, we volgden niets van wat buiten gebeurde) en door de wereld (we komen van heinde en ver, om via duizend wegen verder te gaan).

Dit geeft mij enorm veel energie.

vrijdag 1 juni 2012

De brief van Judas


De brief van de apostel Judas is voor mij een onbekende brief. Dat onbekende zal voor een deel te maken hebben met het feit, dat het een korte brief is. Vijfentwintig verzen telt Judas slechts, niet eens onderverdeeld in hoofdstukken. In die vijfentwintig zitten ook de aanhef en de afsluiting meegerekend.
Kort dus, en daarom staat het op het lijstje van Bijbelboeken die ooit nog eens besproken moeten worden. Je bent er snel doorheen, dus het doorlezen komt nog wel een keer. Het is als een bloemlezing: interessant, je moet het hebben, maar lezen is iets voor later.
Een andere reden voor het laten liggen van Judas zal de boodschap zijn. Het is niet eens de meest makkelijke brief uit het Nieuwe Testament. Overigens, dat geldt voor meer brieven. Maar toch, die Judas blijft een vreemde eend in de bijt. Vijfentwintig verzen vol met waarschuwingen.
Ik vrees dat die waarschuwingen ons toch te zwaar op de maag liggen. Liever een lange brief met hoop, dan een korte brief van een zwartgallige schrijver.

Goed, eerst maar even de feiten en statistieken over de brief en de auteur. Volgens de Willibrord-vertaling (de herziene editie uit 1995) is de auteur een broer van Jakobus en van Jezus. Hoewel dat ook maar weer de vraag is, want in dezelfde inleiding op de brief schrijft 'Willibrord': “Het lijdt geen twijfel dat Judas een pseudoniem is, een naam die in combinatie met die van Jakobus aan het geschrift het nodige gezag moet verlenen.”
Daar waar de auteur nog getraceerd is door 'Willibrord', is de geadresseerde een stuk onduidelijker. Aan wie de brief is geschreven, is onbekend. Wel is uit de brief op te maken, dat er bij de lezers een boel ketterij is gesetteld. En dat zo rond de eerste eeuwwisseling.
Judas is naar verluidt een Hellenistisch gevormde Jood. Dat schrijft ook Vincent de Haas in het vuistdikke 'De Bijbel Literair'. Judas zou de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament goed kennen, maar schrijft zijn eigen brief in 'hoogstaand Grieks. (…) Zo is hij een grensganger die de door hem ontvangen erfenis op een eigen manier verder ontwikkelt.' Kortom, de brief is een verrijking en aanvulling van de Griekse en Hebreeuwse wereld.

***

En dan de tekst, volgens de kenners heeft Judas Petrus geïnspireerd bij het schrijven van diens tweede brief. Ik weet niet of dat een probleem is. Als je allebei in eerste instantie een andere doelgroep hebt, is het overnemen van elkaars tekst niet erg.
Elkaars teksten lenen is een beproefd middel. In de New Yorkse wijk Greenwich Village namen folk-muzikanten elkaars teksten en melodieën over. De benadeelde partij vond dat soms wel vervelend, maar maakte zich zelf ook schuldig aan dit principe. Waarschijnlijk gaat dit voorbeeld niet helemaal op bij Judas en Petrus, maar toch.
Na de aanhef, begint dan de broodtekst. Een vreemd begin.
Geliefden, ik was volop bezig u te schrijven over de redding waaraan u en ik deelhebben, toen ik mij genoodzaakt zag u deze brief te sturen, met de aansporing van het geloof dat eens en voorgoed aan de heiligen werd overgeleverd, krachtig te verdedigen. (vers 3, Willibrord-vertaling).
Die brief over de redding, zou Judas die nog wel hebben afgemaakt? En als dat zo is, waar is die brief dan gebleven? Als die brief bekend was, waarom heeft Ireneus die tekst niet meegenomen, maar juist deze korte brief in de canon opgenomen?
Over de legitimiteit van Judas in de Nieuw Testamentische canon doen sowieso wat verschillende verhalen. Dat komt met name door de verwijzing naar een aantal joodse overleveringen. Zo verwijst Judas onder meer naar de woordenstrijd tussen aartsengel Michaël en de duivel. En Henoch wordt geciteerd, uit het zeer apocriefe boek 1 Henoch.
Desondanks, ook de onvolprezen heiden-apostel Paulus heeft regelmatig geciteerd uit niet-Bijbels werk. Dat Judas dat ook doet, is dus geen reden om hem de toegang tot de canon te weigeren.

***

Judas maakt zich druk over dwaalleraars. Het zijn wolven in schaapskleren, want die dwalenden zijn onderdeel van de gemeente. Als voorbeelden noemt Judas de 'schandvlek van uw liefdesmaaltijden', waarbij die mensen zichzelf tegoed doen. Toch is dit van alle tijden en alle plaatsen. Sommigen die uit Egypte bevrijd werden, weigerden te geloven. Ook engelen hebben hun waardigheid verloren. Als gevolg daarvan werden zij de hemel uit gezet. Naar verluidt zijn deze engelen de goden uit Genesis 6.
Zo uitgebreid Judas schrijft over de dwaalleraars, zo kort en bondig vermaant hij zijn lezers. Het publiek moet bouwen op het geloof en in Gods liefde blijven. Medelijden hebben met twijfelaars, anderen ontrukken aan het vuur, weer anderen medelijden gemengd met vrees en afschuw, 'want zelfs hun kleed is door de zonde bezoedeld'.

Net als zijn collega's, sluit Judas zijn brief op christelijke wijze af. “Lofprijzing van God” heeft Willibrord boven de laatste twee verzen gezet. Na zijn donderpreek sluit Judas af met dat God bij machte is om 'u voor struikelen te behoeden en u onberispelijk en vreugdevol voor zijn heerlijkheid te laten verschijnen.' Want zo is het ook nog een keer.