woensdag 31 juli 2013

Oud & nieuw weblog

Een memorabel moment. Vandaag is de laatste dag dat ik blog. Via Blogspot, dan. Al enige tijd ben ik bezig met mijn eigen website www.fritstromp.nl. Via die site zal ik nu verder gaan bloggen. Ik zal gaan bloggen in drie categorieën.
Allereerst ga ik verder met Modern Times, de titel van dit blog. Hierop zal ik over mijn eigen leven blijven vertellen, maar ook commentaar geven op de maatschappij. Of nou ja, commentaar? Misschien is het beschrijven van de maatschappij een betere formulering.
Verder zal ik af en toe iets plaatsen van mijn alter ego Ds. Van Zanten. Dit ‘personage’ is ontstaan binnen Project Beerze, waar ik verschillende functies heb gehad. Via Ds. Van Zanten zal ik wat meer religieuze berichten plaatsen. Zoals onder meer Bijbelstudies.
En dan is er nog mijn nieuwsblog JournalistFrits.nl. Ook dit blog is vanaf nu dus ondergebracht onder mijn nieuwe website. De journalistiek is toch het beroep waarvoor ik ben opgeleid, nietwaar?
Vandaag dus nog eenmaal dit blog, vanaf morgen dus FritsTromp.nl.

dinsdag 30 juli 2013

Rustdag

Gisteren heb ik een dag vrij gehad. Daar was ik wel even aan toe. Na een volle week in Beerze, plus de zondag weer in Leeuwarden, wilde ik een dag zonder afspraken. Een dag helemaal niets. Daar knapt een mens van op.
En vandaag dan weer aan de slag. Weer in het gewone ritme. De draad oppakken van alle dag. Weer met de gedachten bezig met de praktijk van deze wereld. Niet dat de ‘gewone wereld’ zoveel beter is dan een dagje vrij.
Maar het is goed om weer bezig te zijn met het ‘normale’.
Stel nou dat je me de keuze geeft, waarbij inkomsten, huisvesting et cetera, geen rol spelen. Zou ik dan kiezen voor mijn ‘gewone’ leven of een leven als evangelist in Beerze? Een gewetensvraag, waar ik hier en nu geen antwoord op zal geven.
Een andere keer misschien.
Eerst maar weer aan het werk.

maandag 29 juli 2013

Waarom kan dat nou nooit ‘s gewoon, gewoon?

Daar ben ik weer. Terug in de online-wereld. Tien dagen geleden trok ik me terug. Maar nu is mijn periode voorbij. Dat ik vertrok, had een reden. Niet dat ik het bloggen niet meer trok. Of omdat ik meer tijd wilde besteden aan andere zaken.
Nee, ik was een man met een missie.
Ik was een week in Beerze. Evangeliseren. Mijn jaarlijkse weekje praktisch geloof. De week is bijzonder snel voorbij gegaan. Voor ik er erg in had, liep ik alweer thuis. Terwijl ik het gevoel had diezelfde ochtend pas te zijn vertrokken.
Beerze dus. Een pittoresk dorpje in Overijssel. Waar al misschien bijna veertig jaar een evangelisatieproject staat. Een project waar ik tien jaar aan heb meegedaan. In 2004 draaide ik mijn eerste week.
Thuisgekomen ben ik eerst onder de douche gegaan. En een wasje aangezet. De geur van de tent uit mijn kleding en mijn lichaam halen. Zo’n weekje op de bank slapen in een grote circustent, dat red ik nog wel. Maar bij thuiskomst laat ik graag sommige dingen achter me.
Gistermiddag probeerde ik met de fiets naar de kerk te gaan. Maar dat lukte me niet. Ondanks dat ik graag wilde. Maar het fietsenhok weigerde dienst. Ik kon niet gaan. De Beerzer Week moest ik elders verwerken.
De sleutel kon ik niet meer uit het slot halen. Ik kon niet weg. Uiteindelijk heb ik de reservesleutel bij mijn ouders gehaald. En via mijn huisbaas een sleutelmaker laten komen. Die heeft vandaag het slot vervangen.
Mooi.
Toen ik bij het fietsenhok stond te martelen, moest ik denken aan Daniël Lohues.

Waorum kan dat nou nooit ’s gewoon, gewoon
Mar wat is gewoon
Hoe is hoe ’t heurt
Het is toch ok nie wat
As der nooit wat geks gebeurd
Verrassings goed of slecht
Daor wordt ’t leben leben van
Ik hoop dat ik veur altied
Soms eben zeggen kan
Waorum kan dat nou nooit ’s gewoon, gewoon

En zo is het. Op deze manier is het leven weer in balans. Het geestelijke vanuit  Beerze en het aardse, de praktijk van elke dag in Leeuwarden.

vrijdag 19 juli 2013

Terug trekkend

Ik trek me voor een korte tijd terug van het internet. Misschien dat ik later nog terugkom op mijn beslissing. En mijn pauze toelicht.
Nu niet.
Voor nu is het definitief. Ik hoef even niet meer te bloggen. Even geen commentaar op internet geven. Tijd om tot mezelf te komen.
Groet.

donderdag 18 juli 2013

De Kuip

We kunnen er niet om heen: er is onenigheid over de nieuwe Kuip. In Rotterdam moet een alternatief komen voor het voetbalstadion. Want het oude heeft zijn langste tijd gehad. Maar zoals altijd, gaat met vernieuwingen veel gepaard.
Emoties komen boven. Als de Kuip zich tegen je keert, berg je dan maar. Voetbal. Maar natuurlijk ook cultuur (is voetbal geen cultuur?!). Bob Dylan was de eerste muzikant die het Feyenoord Stadion als concertzaal gebruikte.
Ruim een jaar geleden maakte ik een blog over De Kuip. Vanwege het 75-jarig bestaan. Over Dylan, Springsteen en Doe Maar De Kuip. Niet wetende dat het stadion van voetbalclub Feyenoord het eeuwfeest niet zou halen.
Ik snap de emotie wel. Maar ik denk dat het onvermijdelijk is. De nieuwe Kuip zal er wel komen. Is het niet linksom, dan wel rechtsom. En waarom? Omdat we vooruit moeten. Zo hebben we dat in de westerse wereld met elkaar afgesproken.
De vooruitgang moet door.
Hopelijk is de overgang naar de nieuwe Kuip gelijkmatiger dan het eerste plan. En hopelijk zullen de verhalen over De Kuip blijven.

dinsdag 16 juli 2013

Bob Dylan’s nieuwe zelfportret

In augustus is het zover: dan verschijnt eindelijk deel tien van Dylan’s meesterlijke Bootleg Series. Ditmaal is het de beurt aan outtakes van zijn periode van Self Portrait en New Morning. ‘Another Self Portrait’ heet deze aflevering van de Bootlegs.
Ik kan er veel over schrijven op dit blog. Dat ik watertand bij de setlist. Dat de adrenaline door mijn lijf giert bij de gedachte aan de liedjes. Allemaal vanwege twee zaken. Het eerste is de komst van de bard naar Nederland, 30 oktober. Het andere is de elpee-singel Wigwam/ Thirsty Boots, dat uitkwam op Record Store Day 2013.
Maar ik zeg er niets over. Ik verwijs enkel naar twee blogs. De ene is van Classic Rock Mag, waar ik een nieuwsartikel op plaatste over Another Self Portrait. Het andere is het blog van Tom Willems, die uitgebreid een voorbericht heeft geplaatst.
Was het maar eind augustus.

maandag 15 juli 2013

Een van u is de Messias

In een abdij die moeilijke tijden doormaakte, woonden nog slechts vijf monniken, allen boven de 70; de zaak stond op uitsterven. In zijn nood besloot de abt raad in te winnen van een naburige rabbi. Wellicht kon hij hem adviseren zodat de abdij gered kon worden. De rabbi verwelkomde de abt hartelijk, maar toen deze hem het doel van zijn bezoek had uitgelegd zei de hij: “Ik weet hoe dat is. De Geest is uit de mensen verdwenen. Hier in de stad is het hetzelfde liedje. Er komt haast geen mens meer naar de synagoge.”
En de oude abt en de oude rabbi weenden tezamen. Daarna lazen zij enige paragrafen uit de Tora en spraken zachtjes over diepe dingen. Maar toen de tijd kwam voor de abt om afscheid te nemen herhaalde hij nog eens zijn vraag: “Is er dan werkelijk niets dat u mij zou kunnen zeggen, dat mijn stervende klooster kan redden?” “Nee, het spijt me,” antwoordde de rabbi, “alleen dit misschien: Eén van u is de Messias!”
In de dagen, weken, maanden die hierop volgden, dachten de monniken hierover na en vroegen zich af of de woorden van de rabbi een zin konden hebben. Voor ieder van hen viel wel wat te zeggen als mogelijke Messias, maar echt overtuigend was eigenlijk niemand. En de rabbi kan zeker mij niet hebben bedoeld, ik ben tenslotte maar een doodgewoon mens. Maar stel je voor dat hij toch mij bedoelt? Stel dat ik de Messias ben? O God, alstublieft niet ik! Ik kan toch onmogelijk zoveel waard zijn in uw ogen, of toch?
En terwijl zij zo nadachten begonnen de monniken als vanzelf elkaar met buitengewoon respect te behandelen, voor het geval de ander de Messias zou zijn. En met het oog op die minieme kans dat elk van de monniken zelf de Messias zou kunnen zijn, begonnen ze zichzelf met bijzondere hooghachting te behandelen. En de mensen die kwamen om te genieten van de schoonheid van de abdijkerk en gebouwen, voelden de uitstraling van buitengewoon respect die de vijf monniken begon te omgeven. De sfeer van heel de abdij was ermee vervuld, en het was geen wonder dat er jongeren kwamen om zich bij hen aan te sluiten.

Uit: Wil Kamminga, Een zee van leven.

zondag 14 juli 2013

Broeder Dieleman – Duuzend Veugels

Wie benieuwd is naar mijn ontdekking van 2013: Broeder Dieleman, zonder meer. En waarom? Misschien kan ik dat het beste laten zien met een filmpje. Duuzend Veugels heet dit lied. Rond de bocht ligt er genade. Daarom.


zaterdag 13 juli 2013

Radio Nowhere

Vanmiddag was ik in Menaam, bij Radio Eenhoorn. Ik was daar met een missie. Over die missie misschien tijdens een ander moment. Zonder missie kom je niet zomaar in Menaam, zeker niet bij de zendmast van de omroep.
Radio Eenhoorn.
De uitzendingen worden verzorgd vanaf een voormalige boerderij net buiten het dorp Menaam. Dat dorp is onderdeel van de gemeente Menaldum. Een buurgemeente van de gemeente Leeuwarden. En met het weer van vandaag was het een prachtige dag om naar Menaam te fietsen.
Dus stapte ik op de fiets. Via Westeinde fietste ik in westelijke richting naar Menaam. Onderweg kwam ik een monumentje tegen voor een bermongeluk. Waarbij een aan jonge man is overleden. Zo gaat dat hier. Twee jongens in een auto, subwoover in de wagen, auto tegen boom. Het kan een tafereel van Daniël Lohues zijn.
Maar we zijn in Leeuwarden.
Even verderop fiets ik door Marssum. Een dorp met een kasteel, het Poptaslot. En een keukencentrum. Voor al uw keukens.
In Marssum valt niet veel te beleven, merk ik als ik dwars door het dorpje fiets. Ons kent ons. Geen visboer of een markt. Niet waar ik langs kom. Wel een kasteel. Maar dat had ik al verteld. En een kaatsveld.
Kaatsen is populair in Fryslân. Een onbegrijpelijke sport, net als cricket. Friezen en Engelsen begrijpen elkaar wel. Soms. Totdat ze het over de taal gaan hebben. Dan spelen de Friezen het hoog op. Daar kan geen Engelssprekende iets negatiefs over zeggen.
Moeten ze ook niet doen. Het Fries en het Engels  zijn neventalen. Dat had die Bonifatius goed gemerkt. Hij kon het evangelie in eigen taal in de Nederlandse provincie vertellen. Had hij het maar bij de blijde boodschap gehouden.
Awel.
Even verderop kom ik vlakbij Menaam. En bij Radio Eenhoorn moet ik zijn. Om de ingang van de studio te komen, moet ik wel om een terrein van de boerderij heen. Een goed gesprek volgde.
Uitkijkend over de Friese weilanden. Ook dat had het landschap van Lohues kunnen zijn geweest. De uitgestrekte velden. Met hier en daar een vlekje bomen. En een boerderij. Veel gras. Heel veel gras. En koeien, die het gras wegvreten. Een aantal tractors met grasmaaiers.
Voor wie een stad gewend is, lijkt het alsof Menaam tussen nergens en nergens is. En dat je daar dan middenin zit. In the middle of nowhere, dus. Wat dat betreft, was de soundtrack van vandaag Radio Nowhere van Bruce Springsteen.
Maar nee, zoveel poespas was er niet in Menaam.
Nee, Friezen blijven gewoon.
Moet je wel van hun taal afblijven. En van hun landerijen.
Ik had de banden vol met wind. Nee, ik heb ja niets te klagen.

vrijdag 12 juli 2013

Mussen

Mag ik eerlijk zijn? Ja, ik mag eerlijk zijn. Ik ben blij dat de tweede helft van de week wat koeler is verlopen dan de eerste dagen. Want de Hollandse hitte gaat me wel ver. Niet dat ik mij stoor aan het geklaag, waar wij Nederlanders om bekend staan.
Als er iets is dat wij goed kunnen, is het wel klagen over het weer. Het is nooit goed. Hollen of stilstaan, dat is het commentaar op het Nederlandse klimaat. Of het is ijskoud, of we hebben een hittegolf. Het kan natuurlijk slechter, dat heeft de lente van 2013 wel bewezen.
Die lente was natuurlijk van alles niets. Een paar keer een winterperiode. Nauwelijks zon. Vrijwel geen regen. Het wilde maar niet warm worden. En toen het eindelijk warm was, werd het direct van dat broeierige weer. Waarbij het zweet onder je oksels klotst als je twee keer je handen wast.
Nee, dat geklaag is mij vreemd. Want het weer heb je niet in de hand. Over zeuren heeft dus geen enkele zin. Behalve dan misschien een sociaal aspect: je hebt een gespreksonderwerp. Aan de andere kant: als je het gespreksonderwerp van het weer moet laten afhangen, kun je je ook afvragen hoe goed je relatie is met die ander.
Awel.
Ik had het erover dat ik blij ben dat het weer wat koeler is. Puur uit praktische overwegingen. Ik zweet namelijk nog al vlot, en dan is een warme broeierige dag niet prettig. En het is natuurlijk zielig als je ziet dat de mussen van het dak vallen.
Mussen.
Een bekende mus is Edith Piaf. Haar artiestennaam betekent ‘mus’. Omdat ze fladderde tussen microfoon en accordeon. Generaties zijn opgegroeid met de Franse zangeres. Ik ken Piaf eigenlijk alleen in de vertolking van Liesbeth List. Een jaar over vier geleden zag ik de gelijknamige musical in Emmen. Met List als Piaf.
In het Engels i een mus een ‘sparrow’. Johnny Depp speelt Jack Sparrow – Jaap Mus – in de filmreeks Pirates of the Caribbean. Een piratenboef uit lang vervlogen dagen. Net als de Franse Edith bestaat ook Jack niet meer.
Ook de Nederlandse Mus is niet meer. Conny. Bjina drie jaar geleden ontviel de RTL-journalist ons. Jarenlang was hij correspondent in Jeruzalem. Nooit kapotgeschoten. Maar bij terugkeer in Nederland stierf Conny. Tijdens een vakantie kreeg hij een hartaanval. De operaties mochten niet baten, in de nazomer verruilde hij het tijdelijke voor het eeuwige.
Bob Dylan zingt in een van zijn semi-gospels ook over mussen. I am hanging in the balance of the reality of man / Like every sparrow falling, like every grain of sand.
Elke mus is geteld. Net als elke korrel zand. Een hoopvolle gedachte. Kijk naar de gevogelte des hemels. Zijn wij mensen niet veel meer waard dan een eenvoudige mus? En zelfs die mus is door de Hemelse Vader geteld. Net als elke korrel zand. Zijn wonderen zijn te talrijk, als ik ze wil tellen, zie ik steeds meer.
En dat allemaal in Nederland.
Nee, ik klaag niet over het weer.

donderdag 11 juli 2013

Trijntje Oosterhuis – Ken je mij?

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Ogen die door de zon heen kijken
Zoekend naar de plek waar ik woon
Ben jij beeldspraak voor iemand
die aardig is, of onmetelijk ver,
die niet staat en niet valt
en niet voelt als ik,
niet koud en hooghartig

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Hier is de plek waar ik woon
Een stoel op het water,
Een raam waarlangs het opklarend weer
Of het vallende duister voorbij vaart
Heb je geroepen? Hier ben ik

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Ik zou een woord willen spreken
Dat waar en van mij is
Dat draagt wie ik ben,
dat het houdt,
Ik zou een woord willen spreken
Dat rechtop staat als mens die mij aankijkt en zegt
Ik ben jouw zuiverste zelf,
Vrees niet, versta mij, ik ben, ik ben

Ken je mij? Wie ken je dan?
Weet jij mij beter dan ik?
Ken je mij? Wie ben ik dan?
Weet jij mij beter dan ik?

Ben jij de enige voor wiens ogen
Niet is verborgen van mijn naaktheid
Kan jij het hebben,
Als niemand anders,
Dat ik geen licht geef, niet warm ben,
Dat ik niet mooi ben, niet veel
Dat geen bron ontspringt
in mijn diepte
Dat ik alleen dit gezicht heb,
geen ander.
Ben ik door jou, zonder schaamte,
gezien, genomen,
door niemand minder?
Zou dat niet veel teveel waar zijn?
Zou dat niet veel teveel waar zijn?

Vertaling/bewerking van psalm 139

© Huub Oosterhuis, 2010


woensdag 10 juli 2013

Beweging kan ook achteruitgang wezen

Vanavond keek ik naar het journaal ik naar het journaal. Eén van de eerste onderwerpen was de revolutie in Egypte. Voor de tweede keer in twee jaar tijd werd een president afgezet. Door een volksopstand. Anders dan bij het eerste protest, ging het bij het tweede protest om een democratisch gekozen president.
Terwijl ik het item keek, vervulde mij een vreemd gevoel. Want hoe kan zoiets nou gebeuren, anno 2013? We leven in een wereld die al draait sinds mensenheugenis. De globalisering is in gang gezet; wat je ook van de wereld als dorp vindt, de globalisering is een proces wat niet tegengehouden kan worden.
We krijgen meer en meer ziekten onder de knie. We zijn verlichte mensen. We gaan goed met elkaar om. En we laten toe dat we onze eigen mensensoort uitroeien in de Arabische wereld. Twee jaar geleden als één volk tegen een dictator, nu is het broeder die tegen broeder op staat.
En waarom? Ja, vooruitgang heet dat. Ook de Egyptenaren, de Arabieren, de moslims willen vooruitgang. Naar de stip aan de horizon. Maar blijkbaar moeten ze elkaar daar wel voor vermoorden.
Ik weet het niet.
Is beweging inderdaad vooruitgang? Brengt een revolutie een betere wereld?
Ik denk aan een citaat van Daniël Lohues: beweging kan ook achteruitgang wezen.
Zo is het volgens mij ook.

dinsdag 9 juli 2013

Franeker

Ik was weer eens in Franeker. In het Friese Elfstedenstadje heb ik een aantal herinneringen liggen. Niet alleen het optreden van Bob Geldof. De Ierse mensenrechtenactivist trad twee jaar geleden op in de voormalige universiteitsstad. Maar in dezelfde stad woonde ooit een vriendin van mij. Zodoende had ik vaak een missie in Franeker.
Dit keer was ik niet op weg naar Geldof. Of naar mijn vriendin. Dit keer was ik er voor volstrekt journalistieke redenen.
Ondanks mijn herinneringen, leek het niet alsof ik thuis kwam in Franeker. Ik had dat ook niet verwacht, maar de eerste hernieuwde kennismaking met de stad was weinig veelbelovend. De Franekers keken me aan alsof ze vuur zagen branden.
Franekers houden niet van ongeschoren schrijvers op roze nep-Cloxx.
In Franeker zijn afwijkende personen niet zo heel erg welkom. Eise Eisinga werd uit de kerk verbannen, toen hij een afwijkende gedachte had over de stand van de zon en de aarde. Een ketters idee dat de zon het middelpunt was in plaats van de aarde.
Nu wordt het planetarium van Eisinga geroemd tot in de verste streken van de wereld. Nog steeds draait zijn zonnestelsel binnenshuis.
Behalve het Planetarium is in Franeker nog een gedeelte dat veel met de zon te maken heeft. Op het plein naast de kerk en het voormalige weeshuis ligt een rond plakkaat. De zon als klok. Je kunt bij de desbetreffende maand staan waarin je leeft, en dan zie je hoe laat het is.
Je moet wel tijdens de zomertijd-maanden een uur optellen.
De zon leert ons veel, maar onze economie draait zijn eigen uren.
Even verderop is een Chinees Indisch Restaurant. Gouden Kom. Is dat een naam of niet, voor een Aziatische toko?
Je ziet het zo voor je. Sta je in de hal te wachten op je bestelde nummers, sta je je tijd te verdoen met het kijken naar de Gouden Kom. Zonder meer de inspiratie voor je maaltijd. Je wilt niet weten waar je bami goreng van is gemaakt.
In Franeker heb je ook het Kaatsveld van de PC. Het Sjukelân. Dé hoofdstad van de kaatswereld. Vanwege zijn ontwerp wordt het Sjukelân ook wel het Wembley van Franeker genoemd. Ondanks het verliezen van de eigen universiteit, heeft Franeker wel altijd ambities gehouden.
En dat is het stadsbestuur te prijzen.
Hadden meer steden maar zulke ambities.
En toch, de stad Franeker heeft dorpse streken. Gemoedelijk. Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Al die grootse zaken, zoals de Elfstedentocht, het Planetarium en het Sjukelân, die zijn eenmaal gegroeid. Door de geschiedenis. En daar doe je niets tegen.
Zoiets moet je ook niet willen.
Maar wie ongeschoren, met een korte broek en op roze Cloxx de stad binnenkomt, wordt met vreemde ogen aangekeken. Zoiets is niet des Franekers. Zo gedraag je je niet als je geboren en getogen bent in deze stad.
Ik ben dan ook niet in deze stad geboren en getogen.

maandag 8 juli 2013

De Veenhoop

Vanochtend was ik in De Veenhoop. Ik had een interview aan de Kanaeldyk. Ik wist niet dat dit gehucht bestond. Totdat ik er dus heen moest. Voor de FrieslandPost. Het interview verschijnt in oktober in het magazine. Dat duurt nog wel even.
De reis naar De Veenhoop duurde ook nog wel even. Als ik met het openbaar vervoer zou gaan. De onvolprezen website 9292.nl leerde me dat de reis naar De Veenhoop mij anderhalf uur zou duren. Vanaf het station van Leeuwarden.
Dit zou mijn reis moeten worden. Eerst met de bus naar Drachten. Dat was al veertig minuten. Vervolgens met de belbus vanaf het Knobeldorffsplein naar bushalte De Veenhoop. Uiteraard is die bushalte in De Veenhoop. Maar dan was ik er nog niet.
Nadat ik was afgezet in het immer pittoreske  gehucht, moest ik een half uur lopen. En dan was ik op de plek van bestemming.
Dat heb ik dus maar niet gedaan. Wat mij vooral tegenstond, was de combinatie van de belbus en het half uur lopen. Daar had ik weinig trek in. Zeker met dit weer. En dus trok ik met de auto naar De Veenhoop.
Zoals gezegd had ik in dit gehucht een interview. Over shiitake. Dat is een paddenstoel. En je spreekt het uit als sjie-taake. Een Aziatische paddenstoel. Het feit dat ik in De Veenhoop was, betekende twee vliegen met één klap.
Zwei fliegen mit einer kläppe.
De Veenhoop kenmerkt zich door het typerende Friese landschap. Veel platteland. Weilanden. Met daartussen kanaaltjes. Drainage-stromen. Plukjes bomen. Met her en der een boerderij. Het is een gebied waar meer bomen staan dan boerderijen.
Ik was een man met een missie. Op weg naar de shiitake-boer. Een leuk verhaal. Ik heb de paddenstoel geproefd. Het smaakte me naar radijs. Een bijzondere ervaring.
Dat heb ik dus gedaan in De Veenhoop.
Wat houd ik van Fryslân.

zondag 7 juli 2013

De torenklokken slaan…

Toen ik vanmorgen uit de kerk kwam, hoorde ik de kerkklokken van de Bonifatiuskerk slaan. De katholieke gelovigen werden opgeroepen naar de mis te gaan. Ik hoor de kerkklokken vaker. Niet vreemd, uiteraard. Want ik woon praktisch onder de Boni.
Terwijl ik de klokken hoorde slaan, dacht ik aan een liedje van Ernst Jansz. Hij zingt in ‘Een ogenblik in de wind’: “Als boven het vlakke land / de torenklokken slaan / in het oosten woedt er brand / alle doden tellen wij / hoe moet ik dan bestaan”.
Friesland als het vlakke land. Waar de torenklokken slaan. Terwijl in het oosten brand woedt. En wij alle doden tellen. Dit is geen poëzie meer. Dit is de harde werkelijkheid. Zo gaan wij moderne mensen met elkaar om.
In de kerk waar ik vanmorgen was, is gebeden voor Egypte. Het land van revolutie. In het Midden-Oosten. Waar sinds jaar en dag onrust heerst. In Egypte volgt revolutie op revolutie. De Egyptenaren zijn op weg naar een stabiele democratie. Maar die weg is nog lang. Zolang de rust elders is, volgen de doden elkaar op.
En wij tellen de doden. Hangen daar een waarde aan. De waarde van het nieuws. Hoe hoger het dodenaantal, hoe heftiger de revolutie, hoe belangrijker het is voor het Westen. Hetzelfde geldt voor Syrië, het land waar al ruim twee jaar een burgeroorlog woedt. Een status quo van de Arabische Lente. Pas wanneer wij de doden kunnen tellen, heeft de revolutie relevantie.
Idem voor de andere Arabische landen, waar in de afgelopen jaren een revolutie heeft gewoed. Als de omwentelingen formeel gezien zijn geregeld, heeft het voor ons westerlingen afgedaan. Maar hoe moeten wij bestaan met de wetenschap van de grote aantallen doden?
Ik citeerde de regels van Jansz in een verhaal dat ik schreef over de Dodenherdenking van dit jaar. De Dodenherdenking volgde ik bij het Joods Monument in Leeuwarden. Naast de Grote of Jacobijnerkerk. Waar de kerkklokken sloegen. En waar wij terugdachten aan de 500 Leeuwarder Joden, die tijdens de Holocaust zijn vermoord.
Waar de westenwind woont / en de bakens staan.
Alle doden tellen wij. Maar we leren er niets van. We zeggen bij elke massamoord: “Dit nooit meer.” Nee. Maar we doen het wel. Zolang het maar niet in onze eigen achtertuin gebeurt. Dan keuren wij het af, maar laten het voortwoekeren.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor de staatsinrichting in het oosten. We ondersteunen wel de activiteiten die een land dwingen om een westers staatsmodel in te voeren. Maar ondertussen wassen wij onze handen in onschuld.
Hoe kan ik dan bestaan?
Ik weet het niet. Al deze ontwikkelingen stemmen me droef. Ik weet niet waar het allemaal eindigt. Ik weet zelfs niet of de immer durende revolte überhaupt eindigt. De kans is erg groot dat we altijd zullen doorgaan met het voeren van oorlogen. We horen van geruchten van oorlogen. Volken zullen opstaan. Gezinnen uiteen gereten.
Tot het moment dat er wordt ingegrepen.
Maar dat gebeurt dan wel van hogerhand.

zaterdag 6 juli 2013

Zaterdag

Het klinkt misschien behoorlijk burgerlijk. Maar wat is het een heerlijke zaterdag vandaag. Zo’n dag dat niets per se moet. Zo’n zaterdag met een heerlijke zon. Zo’n dag dat je vrijer ben dan de rest. Dus tijd om eens de krant door te nemen. Een stukje uit een boek lezen. Uit een ander boek weer een klein hoofdstuk. En waar was dat ene verhaal ook alweer gebleven?
Wat mij betreft blijven deze zaterdagen altijd bestaan.
Was het maar altijd zaterdag.
Maar misschien ligt de kracht van de zaterdag wel in het feit, dat deze dag maar eens per week voorkomt. Dan hebben we ook weer iets om naar uit te kijken.


vrijdag 5 juli 2013

De tweede helft

Het jaar 2013 is deze week zijn tweede helft ingegaan. Tot zover niets bijzonders. Zodra het de langste dag van het jaar is geweest, zijn we over de helft. De dagen worden weer korter. Daar merk je de eerste dagen weinig van. Net zo min als na de kortste dag de dagen weer langer duren.
Dat zijn geen nieuwe ontwikkelingen.
Net zo min als dat wij westerlingen de dagen hebben ingedeeld in 24 uur. Hoe lang of hoe kort de zon ook schijnt. De dag van vandaag duurt even lang als de dag van gisteren. Dat vinden wij zoals het hoort.
In onze kenniseconomie.
Waarin we altijd maar meer moeten hebben.
En wat we willen hebben, plannen we ook in.
Want we weten hoeveel tijd we hebben.
We weten ook hoeveel tijd we tekort komen.
We zijn teveel ontevreden met alles. En te weinig tevreden met niets.
Maar ik ben dit blog niet begonnen om de dominee uit te hangen. Ik ben dominee Van Zanten niet. Ik ben maar een eenvoudige schoenenlapper. In wiens leven misschien wel een kentering is gekomen. Misschien.
Het begon vorige week al met de verschijning van ‘Wat zie je, mensenkind?’ Dit boek is de weergave van mijn traject #WijDoenHetZelf. Ik heb tijdens dat traject gedaan wat ik het liefste doe: elke dag een stukje schrijven.
Deze week heb ik mijn plan ter goedkeuring gelegd aan De Plannenmakers. Wat het plan is, laat ik nog even in het midden. Wel meld ik bij deze, dat ik per 1 januari 2014 ga beginnen. Formeel dan. Met die datum in het vooruitzicht kan ik al wat werk verzetten.
Maar dat is allemaal van later zorg. Het is wel een mooi vooruitzicht. Ik kijk er graag naar uit.
Eerst maar afmaken met waar ik deze week mee ben begonnen. Een stage bij de FrieslandPost. Als redacteur. Ik hoef deze stage inderdaad niet te lopen om mijn schooldiploma te behalen. Toch heb ik gesolliciteerd – om werkervaring op te doen in mijn vakgebied.
Ik ben ook aangenomen voor deze stage. Waar ik de FrieslandPost zeer erkentelijk voor ben, dat moge duidelijk zijn. Tot en met oktober schrijf ik verhalen voor het tijdschrift. Voor iedereen die van Fryslân houdt.
Met recht kan ik dus zeggen dat ik met de tweede helft van 2013 aan iets nieuws ben begonnen. En dat ik iets heb afgerond. #WijDoenHetZelf is definitief een gesloten boek, door het verschijnen van ‘Wat zie je, mensenkind?’
De ontwikkeling van mijn bedrijf bevindt zich nu in een interbellum tussen een goedkeuring en de definitieve start van mijn onderneming.
En in dat interbellum ben ik actief als redacteur. Bezig in het vak waar ik een diploma in heb behaald. In een vak dat ik beheers: het schrijven.
Een ommekeer? Misschien wel. Dat zal de toekomst uitwijzen.
Voor wie geloofde dat het einde van de Maya-kalender ook het einde van de wereld betekende (afgelopen kerst): dat is zeker niet het geval. Met frisse moed maken we van deze aarde iets moois!

donderdag 4 juli 2013

Fascinating Leeuwarden

Een grappig filmpje over Leeuwarden: Fascinating Leeuwarden. In het Engels (redelijk steenkolen-Engels). In een kleine zes minuten wordt de voormalige Hofstad gepromoot. Natuurlijk is er aandacht voor de hofstad-geschiedenis. De scheve toren. De Achmea-toren. De historie van de stad.
Nog geen 350 seconden zijn nodig om Leeuwarden op de kaart te zetten. Geniet.


woensdag 3 juli 2013

Het mooiste beroep ter wereld

Ik heb het mooiste beroep van de wereld. Als publicist kan ik over alles schrijven wat ik wil. En dat doe ik dan ook met hartenlust. Niets is zo mooi als schrijven.
Zo publiceer ik bijvoorbeeld op het online magazine ClassicRockMag. Vandaag verscheen van mijn hand een blog over Crosby, Stills & Nash, die precies 45 jaar geleden voor het eerst een lied gezamenlijk zongen. Mijn specialisme is Bob Dylan – daar schrijf ik graag en veel over. Met als laatste wapenfeit een verhaal over Street Legal.
Nog net in de maand juni verscheen mijn derde boek ‘Wat zie je, mensenkind?’ Dat boekje is een bundeling met verhalen over het project #WijDoenHetZelf, waar ik aan heb meegewerkt. Alweer het derde boek.
Niets is mooier dan je eigen intellectuele eigendom ergens te zien.

dinsdag 2 juli 2013

FrieslandPost

Deze week ben ik begonnen bij de FrieslandPost. Een stage, voor vier maanden. Opmerkelijk detail: de redactie zetelt in Heerenveen. Ruim een jaar nadat ik uit mijn geboorteplaats vertrok, ben ik weer terug. Nog opmerkelijker is het dat het redactiepand is gevestigd aan dezelfde Herenwal als de voormalige redactie ‘Zuid’ van de Leeuwarder Courant.
Maar de LC-redactie is inmiddels opgeheven. En ik woon dus in Leeuwarden.
Het kan verkeren.
Net als overigens het Friesch Dagblad. De lezersactie om een half miljoen euro binnen te halen, heeft het dus niet gered. De christelijke regionale krant, de laatste zelfstandige krant van ons land, is nu onderdeel van NDC Mediagroep.
Die Noordelijke Dagblad Combinatie is ook de uitgever van het Dagblad van het Noorden.
En –jawel- van de Leeuwarder Courant.
C’est la vie.
Ik zit ondertussen ‘gewoon’ bij de FrieslandPost. Mijn verhalen te maken.

maandag 1 juli 2013

Bob Dylan en Duitsland

De afgelopen dagen speelt het een beetje door mijn hoofd. Wat is precies de relatie van Bob Dylan met Duitsland? Ik heb het dan niet zozeer over de hoge frequentie concerten die de zanger bij onze oosterburen geeft. Die concerten zijn er nog al wat, maar dat kan ik nog scharen onder het kopje: commerciële activiteiten.
Een concert is immers een bron van inkomsten voor Dylan – lijkt me, aangezien hij al een kwart eeuw ‘never ending’ aan het touren is.
De haatliefde-verhouding die Dylan met Duitsland had, lijkt te zijn verdwenen. In With God On Our Side neemt Dylan Duitsland nog op de hak. De nazi’s bakten zes miljoen joden (Dylans volksgenoten) in hun ovens, maar zijn na de oorlog Amerika’s vrienden geworden.
Inmiddels dus ook Dylans vrienden.
Want ongeveer een decennium geleden (was het niet 2004?) werd in het Oost-Duitse Chemnitz voor het eerst een tentoonstelling gehouden met Dylans schilderijen. Naast liedjesschrijver en teksten produceren, schildert Dylan.
En vorige week kreeg Dylan een prijs van de Berlijnse kunstacademie.
Ik weet het niet.
Maar het maakt me ook niet veel uit.
Ik vind het slechts opvallend.

zondag 30 juni 2013

Simplisties Verbond – Wees jezelf, broeders

Allemaal op weg naar niets, doen we zus of zomaar iets
Soms net echt, maar meestal kitsch, want wie speelt er nog zichzelf
Weet je nog wanneer dat was, toen je nog geen ander was
Niet in harnas achter glas, maar je eigenlijke zelf

refr.:
Zoek jezelf broeders, vind jezelf, wees en blijf alleen jezelf

Dikkerdoenerij genoeg, op kantoor en in de kroeg
Als je nou 'ns geen masker droeg, zou je dat niet beter staan
Wat moet je met die Januskop, daar schiet niemand iets mee op
't Is een kwestie van een knop, die moet enkel even om

refr.:
Zoek jezelf zusters, vind jezelf, wees en blijf alleen jezelf

De man die op z'n tenen loopt en alleen zichzelf verkoopt
En nooit iets in z'n oren knoopt, die gaat nog eens lelijk dood
En met make-up van oor tot oor stelt z'n vrouw een ander voor
En hebben ze nog steeds niet door dat een glimlach beter staat

refr.(3x)
© Koot en Bie


zaterdag 29 juni 2013

Kerst

Vandaag een teamdag gehad met E&R. Met mijn week, waar ik samen met Wim teamleider over ben. In onze week staan we stil bij het thema ‘Kerst’. In de zomervakantie. Qua temperatuur komen we aardig in de buurt van een traditionele kerst met sneeuw en schaatsen.
Speciaal voor de gelegenheid een aantal kerstmis-klassiekers, uitgevoerd door Bob Dylan:

Adeste Fideles



Must be santa




Little Drummer Boy


vrijdag 28 juni 2013

‘Wat zie je, mensenkind?’ is verschenen

Vandaag is een heugelijke dag. Want mijn derde boek is verschenen. Bij dezelfde uitgever.
‘Wat zie je, mensenkind?’ is de titel van mijn boek. De titel verwijst naar de profeet Jeremia, die regelmatig deze opdracht kreeg van God. Jeremia moest beschrijven wat hij zag. En dat is dezelfde opdracht die ik me stelde tijdens het project #WijDoenHetZelf!.
Een bundel met verhalen uit het project. Vijfhonderd woorden per artikel. Omdat het kan.
Via deze link kom je rechtstreeks bij het boek.

donderdag 27 juni 2013

Gepimpte auto’s

Eerder deze week schreef ik op het hufterig rijgedrag van automobilisten. Van die koningen op de weg, die menen dat zij alles kunnen maken. Coureurs die je opjagen, vervolgens inhalen, optrekken alsof de motor daar wél bij vaart, en vervolgens stilstaan bij het verkeerslicht of de T-splitsing.
Of neem dit: bij de rotonde bij Jumbo Kooistra reed een donkere auto op de rotonde, die zich op het allerlaatste moment bedacht en een afslag nam. Wel keurig het knipperlicht aan. Een andere auto, een witte die bij de afslag voor de afslag van zijn collega-rijder op de rotonde was gekomen, was verrast door het plotselinge afslaan – in de richting waar de witte auto ook heen wilde gaan. Die nieuweling had geen knipperlicht aan. Maar toeterde wel hevig.
Afhankelijk van mijn gemoedstoestand, kan ik om zulke momenten wel lachen. Of in andere gevallen kookt mijn bloed. Zoals gezegd, dat hangt er maar net van af hoe ik mij voel.
Maar deze week viel me nog iets anders op. Die gepimpte auto’s zien er wel bling-bling uit, maar je hebt er niets aan. Al die ‘stoere’ jongens met hun auto’s, die heel hard optrekken en net zo hard weer moeten afremmen, het heeft iets komisch. Je kunt wel heel interessant indruk maken op de vrouwtjes, maar je moet ook gewoon voorrang verlenen.
De auto zegt niet dat je bent vrijgesteld van verkeersregels.
Je staat niet boven de wet.
Hetzelfde geldt voor de verkeersdrempels. Een heerlijk middel om automobilisten tot remmen te dwingen. Ik geniet van verkeersdrempels, vooral in woonwijken. Verkeersdrempels zijn effectiever dan bijvoorbeeld bloembakken op de weg. Want bloembakken belemmeren je in het zicht; je wilt niet dat achter zo’n bloembak een klein kind tevoorschijn komt, die achter een voetbal aanrent.
Je vergeeft jezelf nooit dat je een kind het aangereden. Of erger…
Nee, liever verkeersdrempels.
Want al die gepimpte auto’s zoeven over het wegdek. De afstand tussen de onderkant van de auto en het wegdek is doorgaans nog geen vijf centimeter. Hetzelfde geldt voor de bumpers aan de voor- en achterkant. Bij het naderen van zo’n drempel moet de rijder de snelheid tot een minimum beperken.
Niet zozeer omdat hij een botsing met spelende kinderen wil voorkomen. De man –doorgaans mannen- heeft geen enkele reden dan een auto-technische reden. Bij een verhoogde snelheid zou het zomaar kunnen gebeuren dat door de verkeersdrempel een deuk komt in de bumper. En zoiets moet te allen tijde worden voorkomen.
Je kunt niet bij je vrienden komen met een barst of deuk in je bumper. Dan heb je je auto niet goed verzorgd. Zeg mij hoe je auto eruit ziet, en ik vertel je wie je bent. Puur image.
Ik moet daar om lachen. Dat je je zo laat leiden hoe je auto eruit ziet. Natuurlijk, ook je auto moet je goed besturen. Het verslonzen van je auto zegt ook iets over je voorkomen, over he je voor de dag komt.
Maar ja, mijn leven is meer dan een auto.
Ik heb niet eens een auto.

woensdag 26 juni 2013

Cover ‘Wat zie je, mensenkind?’

Als auteur heb je soms zo wat privileges. Die privileges neem ik trouwens wel op de koop toe. Het gaat mij primair om het schrijven en publiceren. Maar de uitgever is vanzelfsprekend blij als het boek daadwerkelijk de markt in wordt gebracht.
Ik schreef al eerder over mijn nieuwe boek ‘Wat zie je, mensenkind?’ Dit boek is het resultaat van het project #WijDoenHetZelf!, van de gemeente Leeuwarden. Tijdens dit project schreef ik een flink aantal verhalen. In principe elke dag vijfhonderd woorden.
Het manuscript leverde ik in bij dezelfde uitgever, die mijn eerste twee boeken heeft uitgegeven. Deze uitgever, Boekscout, wilde opnieuw met mij in zee. Alleen al dat feit stemde me tevreden. Gelukkig zag ook de uitgever brood in ‘Wat zie je, mensenkind?’
Na het inleveren van het manuscript volgde de periode van punten op de i. De correcties, kiezen van de cover, de flaptekst. De mailadressen organiseren. Niet het leukste onderdeel, want het gaat mij om de tekst van het boekje. De rest zijn randzaken.
Maar wel belangrijke randzaken.
Nu is dat allemaal voorbij. Het boek is klaar.
Een van de privileges is dat je het eerste exemplaar een paar dagen voor de release thuisgestuurd krijgt. Vandaag kreeg ik mijn derde boek. Met het boekje in mijn handen kan ik zeggen dat ik trots ben op het resultaat.
Ik ben blij met ‘Wat zie je, mensenkind?’ De eerlijkheid gebiedt me ook de dank uit te spreken richting de gemeente Leeuwarden. Zij zagen heil in het traject #WijDoenHetZelf en mijn betrokkenheid bij dit project.
En een bijzonder woord van dank voor André, het opperhoofd. Hij heeft de groep enthousiast gehouden. Dat zorgde ervoor dat ik mijn verhalen goed kon schrijven.
Bij deze dus mijn dank uitgesproken.
Met het boekje in mijn hand.
Vrijdag is ‘Wat zie je, mensenkind?’ te bestellen via Boekscout.nl.

dinsdag 25 juni 2013

Bedrijfsplan

Wel eens een bedrijfsplan geschreven? En nagedacht over wat voor kosten je wel of niet moet maken? Ik ben momenteel bezig met zo’n bedrijfsplan. En ik moet zeggen: het schrijven an sich gaat me wel aardig af. Ik heb een idee wat ik wil, ik heb er een visie op.
Maar het meest lastige is het financiële gedeelte.
Want er komt het een en ander bij kijken wat je financiële onderbouwing betreft. Wat mijn precieze plan gaat worden, laat ik op dit moment nog even in het midden. Het gaat nu niet om mijn plan, het gaat om het kostenplaatje.
Bij het maken van een bedrijfsplan maak je –vanzelfsprekend- een plan om zelf geld te verdienen. Je bent eigen baas. Dat klinkt best goed. Totdat je beseft dat je ook zelf je loon moet overmaken. Naar jezelf. Je bent daar helemaal zelf verantwoordelijk voor.
Als je elke maand een vast inkomen wilt hebben, is dat dus sowieso het bedrag dat je maandelijks moet omzetten. Minimaal. Want behalve je eigen inkomen moet je met je eigen bedrijf ook aan een aantal andere betaalverplichtingen voldoen.
Je hebt de huur. Je bedrijf zit natuurlijk in een pand. Misschien dat je fysiek nauwelijks op kantoor te vinden bent – maar je hebt een brievenbus nodig voor de blauwe envelop. Of wat dacht je van de eigen brieven, enveloppen en visitekaartjes? Die kun je zelf gaan tekenen, maar er gaat hoe dan ook geld in om. In het maken van je visitekaartjes.
Misschien wil je ook wel pennen gaan laten maken. Met de naam en het logo van je bedrijf erop. Dat kost natuurlijk ook geld. Want voor niets gaat de zon op.
Welke materialen gebruik je? Voor een onderwijsassistent heb je ander gebruiksmateriaal nodig dan voor een cameraman. Een websitebouwer heeft ander gereedschap nodig dan een klusjesman. Een postkoeriersdienst vervoert zich op een andere manier dan iemand die in de stad aan het werk is.
En dan komen daar de verzekeringen nog bovenop. Per bedrijf zijn de verzekeringen uiteraard anders. Voor een schrijver gelden andere verzekeringen dan voor een freelance-badmeester. Maar niet elke verzekering is direct noodzakelijk of relevant. Wanneer kies je voor welke verzekering?
Grote vraag is natuurlijk ook: wanneer speel je quitte? De kosten gaan voor de baten uit. Natuurlijk. Maar hoeveel tijd heb je om te investeren, voordat je investering zichzelf terugverdient? Als de investering zich terugverdient, betekent dat dus dat je aan alle betaalverplichtingen voldoet.
Dat je elke maand een keurig salaris verdient. Dat de huur is betaald. De verzekering is afgehandeld. Frans Weekers zijn geld krijgt. Je geld hebt om nieuwe producten aan te schaffen. Om je visitekaartjes bij te laten drukken.
En dat allemaal om eigen baas te zijn. Met veel vrijheid. Maar ook met de verantwoordelijkheid om inderdaad dat geld maar om te zetten. Je kunt je dan niet meer verschuilen achter een baas. Als je veel winst maakt: hulde. Als je verlies draait: stekker eruit.
Dit soort informatie moet allemaal in je bedrijfsplan.