woensdag 30 mei 2012

Bob Dylan en de Medal of Freedom


Bob Dylan heeft gisteren de Medal of Freedom ontvangen uit handen van president Obama. Het staatshoofd, de eerste zwarte president in het Witte Huis, roemde de zanger. “There is not a bigger giant in the history of American music,” zei Obama. Ook de stem van Dylan was de moeite waard om genoemd te worden. Obama prees Dylan’s stem vanwege zijn gewicht, en “unique gravelly power” that redefined “not just what music sounded like but the message it carried and how it made people feel.” Aldus de New York Times.
De NOS noemde vanmorgen in het ontbijtjournaal dat naast Dylan nog twaalf anderen deze hoogste civiele onderscheiding van de VS ontvingen. Die anderen werden niet met name genoemd. Niet Madelein Allbright en Shimon Peres kwamen voorbij in het filmpje.
Dylan liet het allemaal gebeuren. Hij hield tijdens de ceremonie zijn zonnebril op. Ook toen Obama de versierselen bij de zanger om hing. Een hele enthousiaste indruk maakte Dylan sowieso niet. Het lijkt wel alsof hij de niet-muzikale honours als een noodzakelijk kwaad ondergaat.
Toen Dylan in 2004 een eredoctoraat kreeg van de Schotse St. Andrews Universaty, “keek hij enigszins verveeld voor zich uit, na het aanhoren van twee lange toespraken”. De Pulitzer Prize, een belangrijke (journalistiek-)literaire prijs liet de eigenzinnige Bob ophalen door zijn zoon Jesse, de regisseur.
Misschien vindt Dylan het lastig om zichzelf te zijn, om Bob Dylan te moeten zijn. Alsof hij zich gebruikt voelt als pr-stunt van een universiteit of literaire club. Of als een campagne-stunt van een zittend president die graag herkozen wil worden.
Robert Allen Zimmerman is niet Bob Dylan geworden om de gelauwerde artiest te worden. Hij heeft een verhaal te vertellen, en doet dat zo’n honderd avonden per jaar. Een boodschap, dat is waar het om draait. Daar heeft Dylan een agreement met de chief commander voor nodig, niet een award.

dinsdag 29 mei 2012

Ritchie Valens


Ooit gehoord van de naam Ritchie Valens? Ik niet, hoewel ik wel over hem heb horen zingen. Zonder te weten dat het over Valens zou gaan.

Ricardo Esteban 'Richard' Valenzuela Reyes werd 13 mei 1941 geboren in Pacoima, Californië. Zijn ouders zijn Mexicaans van origine. De jonge Ritchie leerde zichzelf muziek spelen. Zo drumde hij, speelde gitaar en trompet.

Valens is nog geen 18 jaar als hij mee mag touren met Buddy Holly en J. P. Richardson. De drie heren vliegen gedurende de winter van 1958/'59 door de Verenigde Staten. Tijdens de vlucht van 3 februari 1959 kan piloot Roger Peterson het toestel niet goed in toom houden. Met als gevolg dat het vliegtuig neerstort, en alle vier de inzittenden komen te overlijden.

Zanger Don McLean bracht twaalf jaar later het lied “American Pie” uit. In dat lied komt de zin voor: The day the music died.

Ritchie Valens is daarmee misschien één van 's werelds meest onbekende artiesten. Nog steeds zijn muziekliefhebbers die wenen om deze bloem in de knop gebroken.


zondag 27 mei 2012

GoedGelovig – Twijfelliederen

Drie jaar geleden interviewde ik Joop Gankema, directeur van Stichting Opwekking. Het interview was voor Dagblad De Stentor, waar ik toen stage liep. Gankema was in voorbereiding voor het beroemde Opwekking-festival. Het beloofde opnieuw een groot festijn te worden, met opnieuw meer bezoekers dan het jaar ervoor.
Veel van mijn vrienden in mijn kerk zijn volledig in de ban van Opwekking. Wie niet enthousiast is over de liederen die de Geest ingeeft, zou eigenlijk verbannen moeten worden. Want Opwekking, dat is waar je als christen hoort mee te leven.
Ik heb er altijd mijn twijfels bij. Natuurlijk moet er ruimte zijn voor Opwekking – al was het maar omdat in die hoek van het christendom ook ‘serieuze gelovigen’ zijn. Maar de doctrine van Opwekking staat me niet aan. Misschien ben ik er te gereformeerd voor. Dat kan, maar dat lijkt me niet.
De satirische weblog GoedGelovig heeft een antwoord gemaakt op Opwekking. Een cd met twijfelliederen. Met een lied over onrecht in de wereld, hongerende kinderen, ouders die jong sterven: ‘Dan lijkt de hemel dicht te zijn’.
Of:
Juist nu ik twijfel, weet ik
Uw genade komt
Uit ‘Heer, ik twijfel’.
O kom Heer, o kom Heer
Sla die twijfel bij mij neer
Uit ‘Kom Heer’.
De zang is niet altijd zuiver. Gelukkig niet. Daarmee wordt eveneens een signaal afgegeven. Richting de Opwekking-zangers, zoals Matthijn Buwalda en Kees Kraayenoord. Zij zijn vol van de Heer, maar moeten wel zuiver zingen en een act opvoeren.
Er is geen ruimte voor menselijk falen, zowel in het geloof als in de uitvoering.
Bij deze een podium voor GoedGelovig, een aards tegenwicht tegen het zweverige.

donderdag 24 mei 2012

Dylan 71


Bob Dylan is vandaag 71 jaar geworden.

Wat moet je daar over schrijven? 71 is een leeftijd die eigenlijk niet te vieren valt. Het is geen lustrum-jaar. Wel is het een definitief bewijs dat Dylan in zijn tachtigste decennium is gekomen. Bij 70 kun je nog zeggen dat het de laatste levensjaar is van het zevende tiental. Dat met 70 de periode '61-70' wordt afgesloten.

Maar nu is Dylan 71.

Hij hoort nu bij de sterken der aarde. Zeventig, tachtig jaren mensenleven – is dat, o Heer, om hoog van op te geven?

Vijftien jaar geleden leek het er nauwelijks op dat Dylan überhaupt zijn pensioen zou halen. Patrick Roefflaer schrijft in zijn onvolprezen 'Bob Dylan in de studio' het volgende:



Op 24 mei [1997] wordt Bob Dylan 56. Zijn dochter Maria Himmelman heeft een verjaardagsfeestje op touw gezet. Tijdens het eten voelt Dylan zich niet goed. Hij heeft pijn in zijn borst. 'De pijn verlamde me en mijn hersenen sloegen op tilt. Ik was zo ziek dat ik niets meer wist.' Een erbij geroepen arts verzekert hem dat het niet ernstig is. Maria dringt echter aan om een dokter van de universiteit van Los Angeles te halen. Die raadt Bob aan naar het ziekenhuis te gaan.



De dag daarop meldt hij zich in het ziekenhuis van Los Angeles. De diagnose is histoplasmosis, een infectie van het vlies rond het hart. De schimmelinfectie is ernstig, want hij loopt er al een tijdje mee rond.



Alweer vijftien jaar geleden. Die infectie heeft Dylan er niet van weerhouden om door te gaan. In die periode was hij bezig met de opnames van Time Out of Mind. Misschien heeft die ziekenhuisopname mede gezorgd voor één van Dylans mooiste albums.



They tell me everything is gonna be all right

But I don't know what “all right” even means

I been all around the world, boys

Now I'm trying to get to heaven before they close the door



Zo iets.

Altijd op zoek naar iets wat buiten zijn eigen macht ligt. Een soort verlangen, een zwartgallig verlangen, zo je wilt.



I was born here and I'll die here against my will

(…)

I can't even remember what it was I came here to get away from

Don't even hear a murmur of a prayer

It's not dark yet, but i's getting there



71 jaar alweer.

Wie had dat verwacht? Na de jaren zestig en zeventig waarin alles kon en mocht? De ontrouw van His Bobness? De vele escapades van de 'woordvoerder van de sixties'?

Time Out of Mind is een album met een scharnierfunctie. Op dat album komen meerdere lijnen bij elkaar. Een brandpunt van wat is geweest. Een vertrekpunt van wat nog komen gaat. Dylan laat het lied 'Girl of the red river shore' weg van de plaat. Hij is ontevreden over het lied.

Jammer, want het past precies bij Dylan, bij de thema's van Time Out of Mind, bij Dylan's eigen thema's.

'Zowel het eerste als het laatste couplet gaat over de overgang tussen twee verschillende werelden', schrijft Ernst Jansz in zijn werkboek 'Dromen van Johanna'. 'Sommigen van ons weten wat het is om te verlangen naar iets wat je ooit door het leven is aangeboden, een glimp van wat het had kunnen zijn en weer voorbij is gegaan, als een droom.'



Wat kan ik over Dylan zeggen? Alles wat ik erover zeg, is grotendeels speculatie. Omdat ik het ook niet weet. Omdat ik het ook maar invul. Omdat ik ook maar dingen aanneem.

71 jaar.

Hoe houdt hij het vol? Zoveel avonden per jaar optreden. Zoveel woorden op papier zetten, zowel in poëzie als proza. Al die verplichtingen, zoals aankomende dinsdag. Als hij die Honoury Medal mag ophalen bij Barack Obama.

Je zou toch haast geloven in die overeenkomst met de chief commander, van de wereld die we kunnen zien, en van de wereld die we niet kunnen zien.

woensdag 23 mei 2012

Martin Bril – Wanneer is het rokjesdag?


Het luistert nauw met deze dag
Van alle kanten bereikt mij de vraag wanneer het rokjesdag is. Televisieprogramma’s, tijdschriften, radioshows, passanten op straat. Iedereen heeft het erover. Sommigen noemen het overigens bloesjesdag.
Ik niet.
Rokjesdag is die ene dag in het voorjaar dat alle vrouwen als bij toverslag ineens een rok dragen, met daaronder blote benen. Tot zover de definitie waarop ongetwijfeld het een en ander valt af te dingen, maar daar heb ik geen zin in, sterker nog; het is een prachtige definitie.
De Van Dale noteert onder rokjesdag zie bloesjesdag. Zo kan ik het ook. Snel naar bloesjesdag en daar treffen we deze: eerste warme lentedag (waarop de vrouwen voor het eerst in hun bloesje op straat lopen).
Tja.
Ik vind mijn eigen definitie beter. En ik ben niet eens een billenman. Ook geen tietenman trouwens. Dus dat heeft er niets mee te maken. Wat mijn definitie zo mooi maakt is de toverslag.
Hoe weten alle vrouwen dat het rokjesdag wordt? Er is geen tamtam, en het wordt niet op radio en televisie aangekondigd. Het gaat dus om een voorgevoel dat duizenden vrouwen op hetzelfde moment bezoekt.
Het is vandaag 2 april en als het goed is schijnt de zon. In de loop van de dag zal de temperatuur oplopen tot zo’n17, 18 graden. Dat is in principe genoeg voor rokjesdag, ware het niet dat de ochtend aan de koude kant is, 4 graden, en dat is een obstakel. Halverwege de dag iets anders aantrekken mag niet, en is in veel gevallen ook onmogelijk. Je gaat je op je werk niet verkleden.
Dat brengt ons bij vrijdag.
Niets is beter voor rokjesdag als een dagje wennen aan het idee. Die dag beleven we vandaag. In grote delen van het land, dat moet ik erbij zeggen. Voor wie pech heeft. Wat tegen vrijdag pleit is dat rokjesdag eigenlijk niet aan het einde van een week mag vallen; dat is te makkelijk.
Rokjesdag moet een element van ontbering hebben, een koude ochtend en kippenvel. Vijf graden in de ochtendspits. Het lijkt wel alsof je gek bent. Maar je ziet gelukkig overal collega’s.
Alle rokjes samen zorgen ervoor dat de zon zich al om half 11 gewonnen geeft en haar temperatuur opschroeft naar 13 graden, en twee uur later al naar 18 graden. Uit de wind, een heel klein beetje maar, maar toch, uit de wind kan het makkelijk 20 graden worden.
Voilà, rokjesdag.
Maar ik durf mijn hand er nog niet voor in het vuur te steken. Volgens mijn eigen archief valt rokjesdag namelijk altijd later. 3 april zou een record zijn. Mijn rokjesdagen spelen zich altijd rond 15 april af, bijna twee weken later. Ik moet daar als expert toch enig belang aan hechten.
Maar voor hetzelfde geld overvalt rokjesdag mij vrijdag, dat kan zomaar. Ik neem tenslotte niet deel aan het grote toverslagse raadsel, hoewel ik met drie vrouwen in huis wel een kleine voorsprong heb op andere mannen, en ik hoor de gesprekken die erover gaan, en ik zie dat de winterjassen niet meer aangaan, ik stel zelfs vast dat er lage schoenen aan blote voeten steken, en zonnebrillen in het haar. Ja, dat het de goede kant op gaat, is een feit.
Maar vrijdag?
Doet het er trouwens toe? Natuurlijk niet. Het is maar een geintje. Maar in de kern een schitterend geintje, dat wel. Rokjesdag doet mij meer dan Internationale Vrouwendag, als ik zo oneerbiedig mag zijn.
Het is een feestdag, wanneer hij ook valt.

© De Volkskrant, 2 april 2009

maandag 21 mei 2012

Beresjiet


In den beginne (in het begin)

In den beginne (in het begin)

In den beginne was er niets (niets)

En toen kwam jij, vrouw, erbij



Zo begint het lied 'In den beginne' van Bram Vermeulen. Dit is wel een zeer korte parafrase van hoe het in het begin is geweest. Er was niets, en opeens kwam de vrouw erbij. Het zal de artistieke vrijheid zijn, die Vermeulen zich hiermee van diende. Maar wat gebeurde er nou bij het begin?



***



'Beresjiet'. Dat is het woord waarmee de Bijbel begint. De vertalers hebben het vertaald met 'In den beginne' of 'In het begin'. Paul Oussoren (van de Naardense Bijbel) vertaald dat eerste woord met 'Sinds het begin is God schepper,- van de hemelen en de aarde'. Ron Pirson schrijft in zijn aandeel van 'De Bijbel literair' dat bij de start van Genesis een lidwoord ontbreekt, en daarom de vertaling 'Bij aanvang' wellicht beter is.

Hoe verloopt het na de aanvang? In het tweede vers staat dat de aarde woest en leeg was. Was er dan al een aarde? Hoe verhoudt zich de aarde voorafgaand aan de schepping met die van na de schepping? Zou er dan toch een oerknal vooraf zijn gegaan aan de aarde? Ik merk in ieder geval op dat er een geschiedenis is geweest, maar dat die historie niet zozeer een begin heeft. Evenmin dat de voltooiing van de wereld een eindige dag kent.

Scheppen is het centrale woord van de eerste hoofdstukken van Genesis. Nicolaas Matsier, een van de literatoren van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), merkt op in zijn 'De Bijbel volgens....', dat het 'een schitterend een paradoxaal tafereel [is], dat van een volstrekt eenzame God, die spreekt, en wiens spreken scheppen is. Hij spreekt, niet om te beschrijven maar om te maken. Zijn werk is het scheppen van orde en het maken van onderscheid. Taal is zijn handelswijze vanaf ook zijn eigen begin. Hij treedt aan als wind boven de wateren en hij spreekt. Hij is zo goed als synchroon met alle ontstaan, deze eenzame nog onverstoorbare spreker.'

Scheppend tegen de chaos in. Daarmee wordt een stuk van de prehistorische aarde en haar aanwezigheid opgelost. Een chaotisch geheel, waar met slechts een woord orde in wordt gebracht. 'Licht!' is volgens Matsier een goede vertaling van Gods eerste spreken. Niet zozeer het prozaïsche 'Er zij licht' of het lectuurachtige 'Er moet licht zijn'.

Voor het woord 'scheppen' staat in het Hebreeuws het woord 'bara'. Volgens de redactie van de Studiebijbel in Perspectief een woord dat een goddelijke activiteit weergeeft. Ik neem het voor kennisgeving aan. Want Hebreeuws is niet mijn sterkste kant.



***



Al zou Hebreeuws wel een sterke taal van mij zijn, dan nog is het eerste boek van de Bijbel een lastige vertaalklus. Er is geen ander boek waarin zoveel alternatieve vertalingen bij worden gegeven. Het is aan de vertaler om te vertellen waar het in Genesis over gaat. En aan die vertaling kun je merken bij welke club de taaloverzetter hoort.

Duidelijk komt dat naar voren in het boek 'Verloren. Op zoek naar zes van de zes miljoen' van de Amerikaanse schrijver Daniel Mendelsohn. De schrijver gaat op zoek naar het verhaal van zijn oudoom Sjmiël, die met zijn gezin werd vermoord tijdens de Holocaust. In zijn boek beschrijft Mendelsohn niet alleen de geschiedenis van zijn familie, maar ook dat van zijn volk. Hij gebruikt hierbij onder meer het commentaar van de elfde-eeuwse Rabbi Sjlomo ben Jitschak, die bekend is geworden onder diens acroniem Rasji.

De allereerste zin uit de Bijbel vormt gelijk een vertaalprobleem. “Beresjiet bara Elohiem et-hashamajim weët haärets” wordt vertaald met “In den beginne schiep God de hemel en de aarde”, maar eigenlijk zou dit moeten zijn “In den beginne van Gods schepping van de hemel en de aarde...”.

Uiteindelijk pleit Rasji voor de volgende definitieve eerste zin: “In het begin der schepping van hemel en aarde, terwijl de aarde nog woest en ledig en duister was, en de geest Gods zweefde over de oppervlakte van het water, zei God: Er zij licht.”



***



Hoe gaat het verder met de schepping? Het creëren laat zich kenmerken door een soort lied, met twee parallelle gedeelten. De eerste drie dagen (licht, water, land) lopen synchroon met de tweede serie van drie dagen (zon, maan en sterren, vissen en vogels, en vee, kruipende dieren, wilde dieren en de mens).

Tot tweemaal toe staat in het begin van Genesis de schepping van de mens. Alsof de tweede beschrijving een inzooming is van de zesde dag. Om speciaal het licht te laten vallen op de manier waarop de mens tot leven is gekomen. Hoe deze gelijk aan het begin op adem wordt gebracht.

De Amerikaanse rabbijn Harold S. Kushner, auteur van onder meer 'Als 't kwaad goede mensen treft', stelt voor om de zes dagen te lezen als zes dagen van elk een millennium. God is als klokkenmaker degene die de klok aan het lopen heeft gebracht. Vervolgens trekt God zijn handen ervan af. Hij kan niets meer doen voor de wereld.

Ondertussen wordt in de eerste duizend jaar het licht geschapen. Vervolgens komt het water, en daarna het land. De evolutie vervolgt met lichtdragers, vogels en de mens. Allemaal het gevolg van de Oerknal, die God heet. Een interessante gedachte, want had Mozes een horloge toen hij Genesis schreef?



***



Man gave names to all the animals

In the beginning, in the beginning

Man gave names to all the animals

In the beginning, long time ago



He saw an animal as smooth as glass

Slithering his way through the grass

Saw him disapear by a tree near a lake...

zondag 20 mei 2012

Bloggen

Ik wil graag bloggen, maar het ontbreekt me aan ferme wil om een goed verhaal te maken. Waar wil ik over schrijven?
Over de preek van vanmorgen? Dat zou een goede mogelijkheid zijn. Dominee Peter Colijn preekte over de waarheid, naar aanleiding van Jezus' uitspraak dat Hij de waarheid is. Colijn liet in zijn preek merken dat Jezus zichzelf leefde. Een goed houvast in deze postmoderne tijd. Een tijd waarin de mens op zoek is naar het grote verhaal. Een nieuw groot verhaal, omdat alle oude verhalen hebben afgedaan.
Plots moest ik denken aan de boeken van Boele Ytsma. De Friese Groninger, die na jarenlang pastor te zijn geweest, opeens begon te twijfelen. Aan het grote verhaal van de kerk. Niet aan de boodschap van Jezus, wel aan het instituut met 2 millennia ervaring.
Maar dat is niet waar ik over wil schrijven. Niet vandaag.
Over Griekenland, dan? Het land dat volgens het Nederlands Dagblad radeloos en redeloos is geworden. De christelijke krant plaatste vrijdag een foto van de nieuwgekozen rechts-extremisten, de neonazi's. Zij werden beëdigd in het Griekse parlement en toonden en masse hun rechtervuist schuin naar boven. Nationaalsocialisme als een Grieks drama.
Ook hierover wil ik niet bloggen. Vandaag niet.
Zijn mijn verbrande armen een goed onderwerp? Gisteren de hele dag in de tuin gewerkt. In Hardenberg, bij vrienden van E&R. Een mooie dag, maar aan de warme kant. Ik heb de zon verkeerd ingeschat. Op de terugweg naar huis merkte ik hoe de zon nabrandde in mijn armen.
Maar ook daar wil ik het niet over hebben.
Moet ik het hebben over Bono? De Ierse zanger heeft aandelen in Facebook. Die had Bono al in 2009 gekocht. Na de beursgang van Facebook zou Bono miljardair zijn geworden. Opeens had hij anderhalf miljard op een virtuele bankrekening staan. Maar dat blijkt volgens de zanger niet te kloppen.
Over dit onderwerp wil ik het ook niet hebben.
Eigenlijk zijn er genoeg onderwerpen om iets over te bloggen. Maar niet op deze zondag.
Sorry.

vrijdag 18 mei 2012

Wobbe’s Black Market Music

Een week of vier geleden schreef ik over de nieuwe muziekzaken die ik had ontdekt in mijn nieuwe woonplaats. Drie platenzaken, en nog dicht bij elkaar in de buurt ook. King Kong aan de ene kant van de Voorstreek, Poort en Discus Film & Music aan de overkant. Leeuwarden is het walhalla geworden. Drie platenzaken, in een driehoek. Wat wil een mens nog meer?
Vooral de Discus viel me op. De uitbater vond ik een wonderlijke man. Een witte bos haar, een baardje, bordeauxrode sjaal en een ribjasje waarvan alleen het bovenste knoopje vast zit. Die man heeft sinds vandaag een naam.
Wobbe heet hij, Wobbe van Seijen. Zijn naam hoorde ik van mijn communicatie-collega Sape Jan. Wobbe is een bijzonder man. Naast zijn platenzaak heeft hij onder meer een eigen platenlabel: Universe. Via dat label verschenen onder meer platen van Cuby + Blizzards en Herman Brood.
Voordat Wobbe’s zaak tot de Discus werd omgedoopt, heette het Black Market Music. Alleen de naam is anders.
Om een indruk te geven van Wobbe en zijn platenzaak, twee YouTube-filmpjes.

Black Market Music

Muziek- en filmspecialist Wobbe van Sijen gaat verder onder de naam Discus

donderdag 17 mei 2012

DWDD University

Donderdag was de eerste aflevering van de DWDD University. Presentator Matthijs van Nieuwkerk maakt voor de gelegenheid ruimte voor een professor. Geen snelle wisselingen, korte interviews en grappige filmpjes. In plaats daarvan een hoorcollege van drie kwartier. Schrijft u mee?
De eerste editie van de VARA-universiteit was voor rekening van Robbert Dijkgraaf. De voorzitter van de KNAW vertrekt in de zomer naar Institute for Advanced Study in Princeton in Amerika.
Professor Dijkgraaf sprak over de oerknal en het universum. Een nogal voor de hand liggende onderwerp op Hemelvaartsdag. Als locatie voor het college werd gekozen voor de Koepelkerk in Amsterdam. De koster zal blij zijn geweest dat de kerk eindelijk weer eens vol is geweest.
Op relatief eenvoudige wijze legde Dijkgraaf uit hoe het universum in elkaar zit. Honderden miljarden moleculen. Duizenden, zo niet miljoenen sterren. Dito lichtjaren. Aan de hand van Dijkgraaf werden de sterrenstelsels ontdekt. Speelkwartier in de ruimte.
En natuurlijk, wat was er vóór de oerknal?
Om die laatste vraag te beantwoorden: de oerknal is een baby-universum uit een eerder universum. Ons universum, precies 13,7 miljard jaar oud, komt dus voort uit een ander universum. Een keten van universa. Wie weet wat er volgt nadat ons universum weer ontploft.
Indrukwekkend. We zijn als mensen nietige “dingen” in een ontzagwekkend groot geheel van sterren, sterrenstelsels, universa, et cetera.
De professor zou de professor niet zijn, als hij zijn kennis als vaststaand zou overbrengen. Zijn boodschap is vast. Wat hij verteld, is de onbetwiste waarheid. Maar hoe verder terug in de tijd, hoe onzekerder de oorsprong van het oorsprong. Hoe verder in de ruimte, hoe onzekerder de stelligheid. Dat weet Dijkgraaf, maar die wetenschap ondersteund zijn verhaal.
De eerste aflevering van de socialistische universiteit is vooral erg ongelukkig. Uiteraard hebben we in Nederland de vrijheid van geloof. Dus wie het ontstaan van de wereld gelooft aan de hand van de natuurkundige wetten, uitgelegd door Dijkgraaf... dat mag.
Maar toch, de keuze van tijd en locatie is ongelukkig: Hemelvaartsdag is de dag waarop christenen geloven dat Jezus Christus is opgenomen, de dag dat Hij van de aarde werd weggenomen. Die dag is de aanleiding om te luisteren naar hoe de ruimte is opgebouwd. Een wetenschappelijke theorie wordt in een kerk uitgelegd als de waarheid, als het evangelie van het verstand. Uitgelegd door dominee Robbert Dijkgraaf.
Het zou de redactie van De Wereld Draait Door sieren, als zij in een volgend hoorcollege een dominee zou uitnodigen. Immers, als wetenschap waardevrij is, moet ook de waardevrije wetenschap van de religie een stem moeten krijgen.

woensdag 16 mei 2012

Griekenland

Triest. Ik vind het triest dat Griekenland over een maand weer naar de stembus moet. Binnen anderhalve maand twee keer stemmen voor een nieuw parlement. Stel je voor, Griekenland, het land waar de democratie zo ongeveer is uitgevonden. Waar de redelijkheid heerst. In dat land zijn de grootste problemen van Europa.
Europa heeft de laatste jaren last van de democratie. Griekenland, dat twee keer in acht weken moet stemmen voor dezelfde Kamer. Het land waar al een zakenkabinet zit, omdat de vorige regering al moest wijken vanwege die crisis. Italië heeft een kabinet dat zit nadat het vorige kabinet eveneens het veld moest ruimen vanwege de crisis. Nederland dat binnen tien jaar voor de vijfde keer moet stemmen – de crisis werpt zo zijn vruchten af.
Waren er maar Belgische toestanden. Dan formeer je weliswaar anderhalf jaar, maar dan zit er ook een regering die financiële problemen met gemak oplost.

zaterdag 12 mei 2012

Dylan-muziekavond

Wietse is een bijzondere man. Om meer dan één reden. Wietse was niet alleen mijn mentor tijdens mijn Havo-carrière in Zwolle – maar hij was vooral Bob Dylan-fan. Net als ik. Dat leverde in mijn Zwolse dagen mooie momenten op. We konden uren praten over de zanger van gene zijde van de oceaan.
Mijn broer Maarten maakt in Amersfoort met Kees muziek. Kees is beeldend kunstenaar. En een oude kameraad van Wietse uit diens Amersfoortse periode. De vrienden van Kees hebben zo af en toe een vriendenclub. 'Het diner' – filosofisch gepraat van vrienden van vroeger.
De vrienden vonden het tijd, hoog tijd, om een oude wens van Wietse in vervulling te laten gaan. Om het onderwerp van het diner te laten gaan over Bob Dylan. Kees en Maarten zouden Dylan spelen. Samen met Bert.
Het moest een verrassing voor Wietse blijven. Zo kwam het dat hij bij de entree bij Kees' huis uitging van expositie van beelden van vrouwelijk rond. Niets bleek minder waar. Met de beelden aan de rand van het huis gaven Bert, Kees en Maarten een wonderschoon optreden. Allemaal Dylan-songs, gespeeld voor Wietse.
Omdat Wietse een bijzondere man is, die zo'n avond verdient. Om meer dan één reden.

woensdag 9 mei 2012

Rotonde


In Leeuwarden zijn verschillende rotondes. De ene soort is een traditionele. Daar hebben auto’s voorrang. De fietsers die de rotonde naderen, moeten afremmen om zo de auto’s vrije doorgang te verlenen.
Andere rotondes komen uit het modernere assortiment. Bij deze verkeersknooppunten hebben fietsers (en wandelaars) voorrang boven de gemotoriseerde wagens. Het verschil in rotondes is per gemeente al lastig, laat staan binnen de eigen stad.
Van de week fietste ik op een rotonde van de laatste soort af. Ik naderde de rotonde en moest rechtsaf. Netjes stak ik mijn hand uit, ruimschoots voor ik daadwerkelijk op de rotonde kwam.
Toen ik bij de rotonde kwam, reed daar een auto die dezelfde laan in wilde als ik. Deze automobilist kwam van links, en had mijn hand niet gezien. Hij zag niet dat ik rechts af sloeg, en liet de fietsbaan daarom voor niets open.
Die man haalde me een paar seconden later in. Het raampje had hij naar beneden gedaan. Gebogen over de bijrijdersstoel riep mij me iets toe. Ik kon hem niet verstaan, maar het zal geen compliment zijn geweest voor mijn stalen ros.
Ik heb die man niet begrepen.