Ik zit in de lunchroom van de plaatselijke Hema. Het is net negen uur in de morgen. Net als gisterochtend, heb ik besloten om bij de Hema te gaan ontbijten. Voor slechts één euro een croissant, een pistoletje met ei en bacon, plus een kopje koffie. Dat laat ik me niet ontgaan.
Ik zit op een plekje aan de zijkant, drie rijen vanaf het grote raam. Dat raam is een stuk glas waarin zowel naar buiten als naar binnen kan worden gekeken. Tijdens het eten is het dus kijken en bekeken worden. Ik stoor me er niet aan, omdat ik zelf dus naar buiten kijk.
Aan een tafeltje, ongeveer in het midden, zit een meisje van ongeveer dertien jaar met haar moeder. Ook die twee ontbijten samen, zoals een moeder dat met haar opgroeiende dochter doet. Als ik naar buiten kijk, moet ik langs het meisje naar buiten kijken. Even vraag ik me af of dat meisje niet gewoon op school moet zitten.
Zo af en toe komen onze ogen in contact. Het meisje lacht elke keer lief als we elkaar aankijken. Misschien zet zij op deze manier haar eerste schreden op het liefdespad. Probeert ze me te versieren. Maar ach, zij is veel te jong. Dat zal ze ook wel weten. Al was het maar omdat ze dit oogcontact met haar moeder bespreekt. Moeder de vrouw zal het haar dochter wel uitleggen.
Ik eet mijn laatste eten weg, en zet de afwas in de daarvoor bestemde kast. Zal ik het meisje nog eens ontmoeten bij het Hema-ontbijt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten