Met mijn keuze om Journalistiek te gaan studeren, week ik af van de studie- en beroepskeuze van mijn vier broers. Zij zijn op de een of andere manier in het onderwijs terecht gekomen. Zelfs mijn broer Hugo, met de groene vingers, staat nu voor de klas.
Niet dat ik zo recalcitrant ben, maar een baan als leraar of docent heeft me nooit gegrepen. Liever zat ik met mijn neus in een boek. Of had ik een pen in de hand om te schrijven. Dát greep me wel, en was een belangrijk onderdeel in mijn keus voor Journalistiek.
Dat ik naast lezen en schrijven ook het nieuws volgde, was mooi meegenomen voor mijn nieuwe opleiding. Heel erg op mijn plek zat ik de eerste twee jaar nog niet, hoewel ik wel veel leerde. Ik kreeg de draai pas te pakken, toen ik aan het begin van het derde jaar een minor volgde. 'Verhalen', waarbij het journalistieke werk werd losgelaten.
Eindelijk had ik kans om in 'de baas zijn tijd' te doen wat ik het liefste deed: schrijven van fictie, proza en poëzie. Daar was de hele opleiding mij het meest om te doen geweest.
Nu kan ik zeggen dat ik mijn droom heb waargemaakt. Ik mag mezelf auteur noemen. Maar ik ben er nog niet. Wat mij betreft is dit 'slechts' het begin, het startpunt. Waar ik uitkom, zie ik wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten