woensdag 16 november 2011

Doe Maar II

De Ahoy-reeks van Doe Maar in 2000 was mijn eerste ervaring met concerten. Ik verdiepte me in de band, ter voorbereiding op het concert. Al spoedig had ik ook zo mijn voorkeur voor iemand uit de groep, zonder dat er sprake is van verliefdheid. Voorkeur heeft niet altijd met verliefdheid te maken, hoewel de ouder geworden tienermeisjes dat zullen ontkennen.
Ik vond Ernst Jansz de meest prettige man van Doe Maar. Hij oogde als de intellectuele van de vier, veel meer dan Henny Vrienten. Die laatste vond ik veel meer de eenvoudige van de vier. Ik richtte me dus vooral op Jansz, zijn boeken, zijn solo-muziek, zijn bandje CCC.
Toen Doe Maar in 2008 naar De Kuip ging, interviewde ik het vijfde bandlid Joost Belinfante. Het interview verscheen in FEST!, een tijdschrift dat we op school maakten. Later publiceerde ik dat vraaggesprek ook op mijn weblog (toen nog web-log) en in mijn eerste boek 'Uit Zeeland Zeeuwse Laarzen'.
Rond dezelfde tijd begon ik Henny Vrienten meer en meer te waarderen. Niet alleen omdat ik zijn filmmuziek steeds meer hoorde, of zijn liedjes voor Sesamstraat. Hij publiceerde ook bloemlezingen met gedichten. Daarmee compenseerde hij het beeld bij mij als zanger van 'Smoorverliefd', 'Doris Day' en 'Sinds 1 dag of 2 (32 jaar)'.
Doe Maar. Moet ik er nog meer over zeggen?

1 opmerking: