Ik
bevind mij op een bijzonder punt. Niet een kruispunt of een
schakelmoment in mijn leven. Meer de rode draad in mijn leven. Ik
loop op een (brede) evenwichtsbalk tussen een aantal boeiende
werelden. In die evenwichtsbalk zijn die werelden verenigd. Er is
niet één die belangrijker is dan de ander. Die werelden zijn in
willekeurige volgorde de theologie, de journalistiek/het schrijven en
de literatuur.
Eerst
die van de theologie. De beoefening van hét Woord. De taal waarmee
ik ben opgegroeid. De omgeving waarin ik groot ben geworden. De sfeer
waarin ik mijn bakens afzet. De bron waaruit ik leef. Het doel
waarheen ik ga.
Vervolgens
de journalistiek. Daarin ben ik geschoold. Schrijven kan ik, en doe
ik dan ook met alle plezier. Misschien komt het door mijn opvoeding
dat ik hecht aan woorden. Zelf de taal gebruiken om mijn omgeving te
ordenen. Om de wereld te vereenvoudigen. Beelden schetsen met
woorden, met letters, in plaats van kleuren en materialen.
Afsluitend
de literatuur. Daar pas ik gemakshalve de poëzie bij. En waarom zou
poëzie niet een onderdeel kunnen zijn van de literatuur? Ook hierin
spelen woorden een belangrijke rol. Zonder letters geen taal, zonder
taal geen woorden, zonder woorden geen literatuur.
Een
enkele keer komen de drie groepen daadwerkelijk bijeen. Zo mag ik
graag naar muziek luisteren, en verbind ik sommige teksten met het
Woord. Om er vervolgens over te schrijven. Juist in zulke momenten
voel ik me 'één'. Klinkt wat zweverig.
Goed,
laat ik het dan zo formuleren: wanneer mijn drie werelden zich
verenigen en duidelijk zichtbaar worden voor de omgeving, dan ervaar
ik dat ik tot mijn doel kom.
Dat
gezegd hebbende, gaan we over tot de orde van de dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten