Ik
loop na afloop van een etentje door het centrum van Leeuwarden. Op
het Naauw zie ik een man aankomen met een missie. Zo iemand, waaraan
je kunt zien dat hij iets van je wil. In de meeste gevallen is dat
een abonnement of geld voor een goed doel. Deze man heeft zijn eigen
goede doel: zieltjes winnen.
“Ken
jij Jezus al?” vraagt hij me op de man af. Ik antwoord hem
bevestigend, want ik heb Jezus die dag nog gesproken. De man met de
missie gaat hiermee nog niet akkoord. Het is voor hem een
onbevredigend antwoord. “Maar ben jij ook wedergeboren?” wil hij
weten. Ook dat kan ik hem bevestigen. Ik ben inderdaad wedergeboren,
en ga 's zondags tweemaal naar de gereformeerde kerk.
Ik
hoop dat hiermee de zaak af is, want eigenlijk ben ik op doortocht
naar Wobbe, de platenboer. Even bijpraten met mijn vriend op de
Voorstreek. De missionaris heeft van dit alles geen weet, en wil
graag zijn levensverhaal aan mij kwijt. Ondertussen merk ik op dat
hij in zijn handen een stapeltje kaartjes heeft. Waarschijnlijk met
religieuze teksten. Is het zijn doel om al die religieuze
visitekaartjes af te geven, vanavond?
Hij
verteld dat hij vroeger ook gereformeerd was, zijn vader was
ouderling. Maar als puber ging deze jongen uit, met de vrouwen mee,
drinken, cocaïne. Hij was weliswaar gedoopt, maar leefde een
losbandig leven. En hij niet alleen, eigenlijk iedereen in zijn
gereformeerde vriendenkring leefde zo. Alsof de doop de garantie was
om christen te zijn, maar je de vrijheid gaf om er op los te leven.
Rond
zijn zestiende raakte hij van de kerk af. Maar wonder boven wonder,
rond zijn 25e, 26e, 27e raakte hij weer bij de kerk betrokken.
Evangelie-gemeente De Deur in Leeuwarden. Via net zo'n gesprek als
hij nu met mij voerde. Tijdens een bekeringsgebed gaf hij zijn hart
aan Jezus. Sindsdien was zijn leven totaal veranderd.
Of
ik dat ook wilde. Of ik ook op zo'n manier mijn leven aan Jezus wilde
geven. Daar was het de jonge evangelist om te doen. Maar helaas, dat
zag ik niet zitten. Sterker nog, voor mij hoefde dat ook niet. Want
juist het feit dat Jezus naar mij toe was gekomen toen ik een baby
was, is voor mij nog elke dag van onschatbare waarde. Het initiatief
ligt niet bij mij – elke dag opnieuw ligt het initiatief bij God,
bij Jezus. Aan ons de taak om daar elke dag op te reageren, en niet
alleen tijdens een bekeringsgebed.
En
daarbij, het beeld dat de gesprekspartner mij schetste over de
gereformeerde kerk, nee, daarin herkende ik mij totaal niet. De
gereformeerde doop als vrijbrief voor een losbandig leven? Niet in de
kringen waarin ik mij begeef.
Ons
gesprek liep dood. Hij had zijn idee, ik had mijn idee, en we zwerven
in gedachten – maar we komen altijd thuis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten