maandag 26 december 2011

230.000

Het is Tweede Kerstdag 2004, en ik ben bezig met het Profielwerkstuk voor havo 5. Onderwerp is Bob Dylan. Omdat mijn pws-maatje Gert geveld is door Pfeiffer, besluit ik om alvast wat te tikken voor ons werkstuk. Want wat af is, hoeft niet opnieuw gedaan te worden.
Ik ben behoorlijk productief, merk ik. Bob Dylan is dan ook een onderwerp waar ik met gemak over kan schrijven. Soms wat opzoeken ter controle, dan weer een citaat overnemen, het gaat voorspoedig. Kon je maar elke dag schrijven, en daar van kunnen leven.
Op de achtergrond staat de radio aan. Radio 2, de Top2000 is bezig aan de vijfde editie. Voor het vijfde achtereenvolgende jaar voerde Queen de lijst aan met Bohemian Rhapsody.
Elk uur is er nieuws. Die nacht was in het verre oosten een tsunami geweest. Dat woord kende ik niet. Tsunami. Het blijkt een enorme vloedgolf te zijn. Deze tsunami hield huis met name bij Indonesië – maar uiteindelijk kreeg ook Zanzibar te maken met deze vloedgolf.
Het dodental loopt elk journaal verder op. De eerste berichten gingen over enkele honderden doden en gewonden. Die honderden werden duizend. Duizend werd tweeduizend, drieduizend, vijfduizend, tienduizend. Dat aantal bleek later bijna exponentieel te groeien. De aantallen werden in tienduizendtallen bekend gemaakt.
Om uiteindelijk te stoppen rond de 230.000 doden. Een absurd getal. Ik kan me er niets bij voorstellen. Ook niet als ik de beelden zie van de vloedgolf. Vakantiegangers die met hun mobiel in de hand een filmpje van de watermuur maken. Al dan niet vluchtend voor het natuurgeweld.
Die dagen schrijf ik het leeuwendeel van het Profielwerkstuk. Met 230.000 in mijn achterhoofd en de Top2000 als soundtrack.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten